HOE VERLOOPT EEN LUCHTDICHTHEIDSTEST?
Alvorens een nieuwbouwwoning in gebruik wordt genomen moeten er een aantal noodzakelijke controles gebeuren. Een luchtdichtheidsmeting is daar één van. Daarmee wordt nagegaan of er nog ergens tocht kan binnenkomen of warmte de woning uit kan gaan. Een dergelijke test dient om te tonen dat de woning voldoet aan de voorziene eis voor het E-peil. Zo'n controle kan je niet zelf uitvoeren. Je doet een beroep op een erkende instantie.
een luchtdichte woning
Over het algemeen is het vooral de buitenschil van de woning die aandacht vraagt om luchtdicht te maken, omdat op die plaatsen tocht je woning zou kunnen binnendringen. Door dit aan te pakken kun je op die manier je latere energiekost verminderen.
De luchtdichtheid van de muren kan verzekerd worden door het pleisterwerk, maar daarnaast zijn er een aantal punten waar geen of minder pleisterwerk mogelijk is. Denk dan maar aan de naad tussen vloer en wand, vloer en plafond, de dagkanten van de ramen … Die zones zijn delicate punten die je een extra beschermlaag kunnen geven met luchtdichte coatingmaterialen.
WAAROM TESTEN?
Een blowerdoortest voor de luchtdichtheid geeft je een zicht op hoe positief je E-peil, comfort en energiebesparing beïnvloed worden door je bouwwerken. Ook dient zo'n test om te zien of de werkzaamheden correct zijn uitgevoerd, dus een controle van de aannemers. Zo'n finale test dient om te zien of de gebouwschil voldoet. Mocht dat niet zo zijn, en men schiet boven het voorziene resultaat, de voorziene eis, dan kunnen er eventueel boetes volgen.
TUSSENTIJDSE METING
Als je tijdens de bouw van je woning aan de pleisterwerken en vloeropbouw moet beginnen, kan het geen kwaad om reeds een tussentijdse luchtdichtheidsmeting te laten uitvoeren.
Een tussentijdse meting kan immers in een vroege fase pijnpunten blootleggen. Als die er zijn, kan er nog bijkomend advies worden verstrekt op het vlak van luchtdichtheid, want als er wordt gewacht tot op het einde van de bouwfase, zijn die aanpassingen quasi niet meer mogelijk zonder ingrijpende werken die je liever vermijdt.
EINDMETING
Eens de woning genoeg is afgewerkt kan er worden overgegaan op de certificatiemeting. Om deze test te kunnen uitvoeren, dient het drukverschil tussen buiten en binnen opgemeten te worden. Op die manier kan bepaald worden hoeveel lucht de woning verlaat of binnenkomt.
Hierbij wordt de woning op een referentiedruk van 50 Pascal gezet. Zowel in onder- als in overdruk. Het gemiddelde van die twee waardes is het resultaat waarmee er uitgepakt kan worden en dat mag opgenomen worden in het EPB-dossier.
APPARATUUR INSTALLEREN
Om te kunnen overgegaan tot de meting zelf moet de nodige apparatuur geïnstalleerd worden. In de deuropening wordt daarvoor een ventilator gemonteerd die lucht uit de woning zal onttrekken. Met behulp van een regelbaar kader en een doek wordt die ter plaatse opgesteld. De controleur regelt het kader bij tot het precies in de deuropening past. Aan de randen is het voorzien van rubber, zodat het goed aansluit en er geen luchtverlies zou kunnen zijn.
Eens goed ingesteld, spant de controleur een doek over het frame en zet hij het geheel vast in de deuropening. Aan de buitenzijde van het doek wordt ondertussen een darm aangesloten. Op die manier zal het toestel weten wat de luchtdruk buiten is. Ook binnen komt er later nog een referentiemeting.
Aan de onderzijde wordt de naad tussen het doek en het deurkader nog afgetapet, om een zo luchtdicht mogelijke aansluiting te bekomen. Een extra klem in het midden is dan ook nodig, zodat de constructie niet uit de deuropening geblazen zou worden door het drukverschil. Ten slotte wordt de ventilator geplaatst. Die past perfect in de opening van het doek. Met de nodige kabels wordt alles nog op elkaar aangesloten.
Als laatste voorbereidende stap gaat de controleur nog de afvoer en toevoer van de ventilatie afdichten. De hoofdleidingen worden losgekoppeld van de ventilatie-unit en afgestopt met een ballon. Zo zal er via die weg geen extra lucht de woning binnen of buiten kunnen gaan. Ondertussen doet hij ook nog een controle van de woning, zodat alle ramen en deuren zeker gesloten zijn voor hij aan de test begint.
DE NODIGE DOCUMENTEN
Via een laptop worden vervolgens alle metingen geregistreerd. Het is wel belangrijk dat de controleur hiervoor de nodige documenten voorhanden heeft. Bezorg hem de startverklaring en het EPB-verslag van je woning en zorg dat je de gegevens – zoals de verliesoppervlakte – van het gebouw bij de hand hebt. Zo kan de meting hierop worden afgestemd. Eens alle nodige informatie ingevuld is, kan de test gestart worden.
DE METING
De controleur laat de ventilator eerst draaien om de woning in onderdruk te brengen. Na een aantal seconden is dit al in orde en kan de meting gedaan worden. Merkt hij daarbij dat er op bepaalde plaatsen nog luchtverlies is, dan worden die eerst nog extra afgeplakt.
Als alle metingen geregistreerd zijn, wordt de ventilator in de deuropening gedraaid om de woning in overdruk te brengen. Op die manier kan het tweede deel van de test worden uitgevoerd om tot de definitieve resultaten te komen. Er wordt daarbij vooral gekeken naar de ontstenteniswaarde of het lekdebiet: het aantal kubieke meter lucht dat per uur via de schil van je woning naar binnen komt. Voor dat cijfer wordt in het EPB-verslag en streefdoel vastgelegd, maar hoe lager dat is, hoe beter.
DE CIJFERS
Bij de luchtdichtheidstesten die werden uitgevoerd bij het Zelfbouwhuis verkregen we een cijfer van 5,8. Ten opzichte van de ontstenteniswaarde van 12 is dat dus een halvering. Dat betekent dat in deze situatie een zestal E-peilpunten worden gewonnen. Ook zal de energiebehoefte een stuk lager zijn. Het comfortgevoel zal eveneens een pak toenemen gezien er geen luchtlekken zijn.
Het resultaat van de meting wordt opgenomen in een verslag, dat ook vergezeld wordt van een conformiteitsverklaring, een bijkomend document dat verplicht is om het resultaat in de EPB-verslaggeving te kunnen opnemen.
NA DE TEST
Na de test breekt de controleur de constructie weer netjes af en koppelt hij de ventilatie terug aan, zodat alles terug in zijn oorspronkelijke toestand hersteld is.
Indien dat nog niet gebeurd is, kun je na de blowerdoortest je ventilatiesysteem nog laten nameten, zodat er een prestatieverslag kan opgemaakt worden. In elke ruimte worden daarbij de debieten gemeten en de ventielen bijgeregeld, tot de vereiste waarde bereikt wordt. Het verslag van deze ventilatiemeting wordt dan opgemaakt en doorgestuurd naar je EPB-verslaggever.
Dateert je bouwaanvraag van 2016 of later, dan is deze verslaggeving een verplicht onderdeel van je EPB-dossier.