Hoe bevestigingsmaterialen voor sanitaire leidingen kiezen?
Heel wat factoren om rekening mee te houden
Sanitaire leidingen bevestigen is een belangrijke klus die per gebouw een verschillende aanpak vraagt. Veel hangt af van welke mogelijkheden de constructie biedt om je leidingwerk aan vast te maken. Wat moet ik bevestigen, waaraan en in welke omgeving? En zijn er akoestische vereisten? We geven u een korte opfrissing van uw kennis.
Keuzefactoren
De keuze van het soort bevestiging hangt niet alleen af van de constructie. Kort samengevat moet je zeker de volgende factoren in acht nemen:
- soort leiding (water, lucht, gas …) + materiaal van de leiding
- budget
- ondergrond waarop de leiding bevestigd wordt
- gewicht en diameter van de leiding
- bewegingen die de leiding kan of mag maken tijdens doorstroming (waterslag, onderdruk, overdruk …)
- omgeving (residentieel, industrieel …)
- geluidsreductie
Soort leiding
Het spreekt voor zich dat een gasleiding niet op dezelfde manier bevestigd kan worden als een waterleiding. We beperken ons in dit artikel tot de sanitaire leidingen. Daarbij is het onderscheid tussen toevoer- en afvoerleidingen van groot belang.
Bij afvoerleidingen is de positie van de buis delicater: het water moet er namelijk doorheen kunnen stromen zonder pomp of waterdruk. Dat betekent dat de buis zijn helling te allen tijde moet behouden.
Budget
Zoals steeds hangt de keuze het meest af van het beschikbare budget. Kies je voor de duurdere en snellere montage, of kies je voor de standaard goedkopere bevestigingen die wat meer tijd vragen?
Beide hebben hun voor- en nadelen. De montagetijd is immers een groot onderdeel van de totale projectprijs. Daarop besparen levert veel voordeel op en kan de hogere productprijs compenseren.
Goedkopere bevestigen vragen meer tijd om te installeren, maar zijn wel goedkoper en kunnen lagere belastingswaardes hebben. Die keuze zal dus afhangen van de klant en de bouwheer.
Controleer op voorhand goed de belastingswaarden van het bevestigingsmateriaal ten aanzien van de voorschriften.
Ondergrond
De keuze van de bevestiging hangt ook af van de beschikbare ondergrond. Een betonnen constructie zal logischerwijs steviger zijn dan een wand van gipskarton. Een leiding die uitzet en krimpt (zie verder) kan immers grote krachten uitoefenen op de bevestigingsstructuur. Zeker een starre montage (zie verder) is daarom absoluut niet wenselijk als de structuur te wensen overlaat. Natuurlijk is er ook de keuze tussen opbouw of inbouw van de leiding. Recente bouwvoorschriften laten leidingsbevestiging aan dak en plafond in sommige situaties, bijvoorbeeld bij vluchtroutes, niet toe. Het is daarom aangeraden om te werken met wandconsoles en montagerails. Met draadstangen, de passende buisbeugels en de passende verankering kan de leiding dan bevestigd worden.
Veelgemaakte fouten
Er blijken dus heel wat factoren te zijn waarmee men rekening moet houden bij de bevesting van sanitaire leidingen. Vaak voorkomende fouten bij de installatie zijn:
- gebrek aan vaste punten
- foute positionering van vaste punten
- onderschatting van de uitzetting bij grotere afstanden
- te grote afstanden tussen de beugels
- verkeerde beugels die niet genoeg of net te veel spanning geven rond de buis
- verkeerde helling
- verkeerd materiaalgebruik
- gebrekkige bebeugeling bij montage op betonvloer (in chape of isolatie)
Gewicht en diameter van de buis
Ook het gewicht en de diameter van de buis bepalen welke bevestigingsmaterialen er gebruikt kunnen worden. Het gewicht van de buis is uiteraard afhankelijk van het medium (lucht, water, gas …). We beperken ons in dit artikel tot de sanitaire leidingen. Voor een warm- en kouddrinkwaterleiding zal bijvoorbeeld meestal een meerlagenbuis of een koperbuis gebruikt worden. Voor de bevestiging kan daarom een universele beugel met inlage gebruikt worden, of een kunststofbeugel wanneer het om kleinere leidingdiameters gaat. Voor koperen buizen kunnen ook koperen wand- en plafondbeugels zonder inlage gebruikt worden.
Afvoerleidingen zijn meestal vervaardigd uit kunststof (PVC of PE). Er zijn daarom beugels specifiek voor kunststofleidingen (al dan niet met inlage). Bij lichtere leidingen wordt vaak de keuze gemaakt om montageband, ophangband of gaatjesband te gebruiken.
Bewegingen
De meeste leidingen zullen tijdens hun gebruik niet statisch blijven. Denk maar aan leidingen waar warm en koud water doorstroomt, waardoor de buis telkens uitzet en krimpt. Dat uitzetten en krimpen kan heel precies berekend worden met materiaalspecificaties van de leiding en de te verwachten temperatuurverschillen tussen leiding en omgeving. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee bevestigingsprincipes, namelijk de vrije montage en de starre montage.
Vrije montage
Bij een vrije montage kan de buis uitzetten en krimpen. Bij PE-buizen kunnen er uitzetmoffen of afstandshouders toegevoegd worden om de buis vrij te laten bewegen, waardoor de beugels dan enkel nog het gewicht moeten opvangen. De buis kan dan vrij bewegen ‘in de uitzetmof’. Op de uitzetmof zelf moet dan een stevigere beugel (vast punt) geplaatst worden, zodat de mof op zijn plaats blijft als de buis tegen de dichting aanwrijft. Bij kleinere diameters kan er ook zonder uitzetmoffen gewerkt worden, maar dan moet je zeker zijn dat de bewegingen de helling niet negatief beïnvloeden (buigbeenprincipe). Dat principe wordt dan ook vooral toegepast bij toevoerleidingen. Het vrijemontagesysteem met uitzetmoffen wordt vooral toegepast bij afvoerleidingen. Ook bij sprinklerleidingen wordt meestal het buigbeenprincipe toegepast. Bij zulke leidingen moet er wel extra aandacht besteed worden aan de bevestiging, omdat water er kortstondig onder hoge druk doorgepompt wordt. Ze moeten dus vrij kunnen bewegen en de open beugels moeten zeer stevig bevestigd zijn.

Starre montage
Bij een starre montage worden de leidingen zo gemonteerd dat ze niet kunnen uitzetten of krimpen. Het spreekt voor zich dat die montagetechniek wordt toegepast bij leidingen die niet of nauwelijks onderhevig zijn aan temperatuurs- of drukverschillen. Het is belangrijk om voldoende vaste punten te voorzien, al kan er wel met een grotere beugelafstand gewerkt worden dan bij vrije montage (om doorhangen en slingeren te voorkomen). Houd wel rekening met de voorschriften van de leidingfabrikant over de maximale beugelafstand. Is er sprake van dwarse bewegingen door bijvoorbeeld een onderdruksysteem, dan moet er bijkomend onderzoek gedaan worden hoe de leiding zo stevig mogelijk bevestigd kan worden. Een aantal extra beugels in een dwarse richting kan een oplossing zijn.
Omgeving
Ook de omgeving speelt een rol in de keuze van bevestigingsmaterialen. Niet alleen omwille van bijvoorbeeld de verschillende debieten, maar ook door de invloed van het binnenklimaat. Bij een standaard, residentieel binnenklimaat kan er gekozen worden voor standaard elektrolytisch verzinkte beugels. Worden de leidingen buiten bevestigd of in vochtige omgevingen, dan opteert u het best voor thermisch verzinkte of roestvrijstalen bevestigingen. Met die laatste moet u wel erg opletten bij gebruik in zwembaden: door de combinatie van luchtvochtigheid, chloor en een relatief hoge temperatuur kan er (onzichtbare) spanningscorrosie voorkomen, waardoor constructies plots stuk kunnen gaan. Slechts enkele types RVS zijn resistent en dus geschikt voor gebruik in zwembadomgevingen.
Geluidsreductie
Een andere factor om rekening mee te houden is geluidsreductie. Dat wordt weleens over het hoofd gezien, maar het is minstens even belangrijk als de andere factoren. Water dat door een afvoerleiding stroomt veroorzaakt storende geluiden, zeker als die dan nog eens worden doorgegeven door contact met muren en plafonds.
Ook trillingen (zeker bij lichte kunststofleidingen het geval) zijn bijzonder onaangenaam voor het wooncomfort. Lopen de leidingen door de slaap- of woonkamer, dan loont het de moeite om ze niet alleen te isoleren, maar ook om een inlage toe te voegen in de beugel, of om demping te voorzien tussen beugel en bevestiging. Vaak zijn er ook akoestische voorschriften waar de leidingen aan moeten voldoen.
Regelgeving
Het is raadzaam om steeds de voorschriften van de fabrikant op te volgen bij de bevestiging van leidingen. Daarnaast moet steeds de lokale regelgeving opgevolgd worden. In België zijn dat vooral de NBN-normen. Toch is de wetgeving voor de bevestiging vrij beperkt.
Het lastenboek vermeldt meestal dat de montage volgens de regels van de fabrikant moet zijn en dat de buis te allen tijde zijn functie moet kunnen behouden.
Een mogelijk stappenplan
Om een idee te geven van de bevestiging van de leidingen, geven we hier een voorbeeld van een mogelijk stappenplan. Uiteraard zijn die stappenplan afhankelijk van de in het artikel vermelde factoren.
- planlezen (plan moet al rekening houden met uitzettingen)
- traceren
- keuze en positionering van verankeringen in muren en plafonds. Bijvoorbeeld: muurplaatjes (juiste keuze) zetten op de juiste plaats (vooral de vaste punten), in de juiste richting, met de juiste pluggen en vijzen afhankelijk van de structuur, het gewicht en de uitzettingskrachten
- draadstangen en beugels (met of zonder akoestische inleg) op de juiste hoogte plaatsen, met de bovenkant van de buis op één (al dan niet hellende) lijn
- buis monteren en beugels sluiten
- persen / lassen / …
- eventueel chemisch verankeren als de ondergrond erom vraagt
Met dank aan: Flamco, Geberit, Rofix