VerwarminginstallatiesPremium

"Vertrouwensrelatie installateur en consument moet beter"

Vlaams Energieagentschap doet toekomstig energiebeleid uit de doeken

Nu de Vlaamse regering haar koers heeft ingezet en de beleidslijnen op papier staan, is het de beurt aan de verschillende agentschappen om de aan­gekondigde maatregelen te concretiseren. Voor het energiebeleid is dat – niet geheel onlogisch – het Vlaams Energieagentschap. Administrateur-generaal Luc Peeters en teamhoofd Kwaliteit en Ondersteuning Geert Flipts leggen uit waar het Vlaamse energiebeleid de komende jaren naartoe gaat.

luc peeters vea
Luc Peeters, administrateur-generaal VEA:
"Onze focus ligt nu echt op de renovatie van bestaande gebouwen, en op de verduurzaming van de verwarmingsinstallaties in die gebouwen”

Beleidslijnen

Een kleine maand na de eedaflegging van de Vlaamse regering legde minister van Energie Zuhal Demir (N-VA) een beleidsnota voor aan het Vlaams Parlement. Begin december raakte de regering het eens over een Energie- en Klimaatplan voor 2030; enkele weken later werd de klimaatstrategie voor 2050 op papier gezet. Een hele hoop beleidslijnen op enkele maanden tijd, waar het Vlaams Energieagentschap tegen eind februari met een vergrootglas zal doorgaan.

Ondernemingsplan

“Op basis van de voorstellen die in de beleidsnota en het Vlaams Energie- en Klimaatplan staan, zullen wij ons onder­nemingsplan voor 2020-2024 opstellen”, legt Luc Peeters uit. “Onze focus ligt nu echt op de renovatie van bestaande gebouwen en op de verduurzaming van de verwarmingsinstallaties in die gebouwen. Die twee zijn natuurlijk aan elkaar gekoppeld: het heeft geen zin om een warmtepomp te plaatsen als het gebouw niet goed geïsoleerd is.”

stimuleringsmaatregelen

Het VEA wil voor woningen vooral inzetten op stimuleringsmaatregelen. Tegen september van dit jaar onderzoekt het agentschap een reeks opties, waarna de Vlaamse regering beslist welke maatregelen ze effectief zal invoeren. “Daar hebben we nog een pak werk aan”, geeft Peeters toe. “Een volledige energetische renovatie kost gemiddeld 50.000 euro. In totaal gaat dat, over een periode van 30 jaar, om een jaarlijkse investering van zo’n 5 à 6 miljard euro voor de renovatie van onze woningen. Dat is niet niets.”

“Er komt een renovatieverplichting voor kantoren, handels- en horecazaken, de zo­genaamde tertiaire gebouwen. Binnen de vijf jaar na verkoop moet het pand grondig energetisch worden gerenoveerd. Wij moeten nu uitzoeken: hoe krijgen we die maatregel ge­ïmplementeerd én gehandhaafd? Op welke manier kunnen wij op de hoogte worden gebracht van de verkooptransacties die plaatsvinden? Wat wordt er precies bedoeld met ‘een grondige renovatie’? Hoe kan de eigenaar bewijzen dat hij die renovatie heeft doorgevoerd?”3

Het Vlaams Energieagentschap 

Het Vlaams Energieagentschap is een verzelfstandigd agentschap van de Vlaamse overheid. Met 85 personeelsleden is het een van de kleinere agentschappen. Het VEA werkt hoofdzakelijk rond 2 thema’s: energie-efficiëntie (vooral gericht op gebouwen en ondernemingen) en milieuvriendelijke energieproductie (alles wat met groene stroom en groene warmte te maken heeft). Zo brengt het een deel van het energiebeleid van de Vlaamse minister in de praktijk. Kort samengevat, onderzoekt het agentschap welke maatregelen nodig zijn om dat te doen en hoe de regels gehandhaafd kunnen worden. Ook de EPB- en EPC-regelgeving worden door het VEA beheerd, net als de voorwaarden voor de verschillende premies.

Meer info over het VEA vindt u hier

Geschikt instrument

Een versnelde vernieuwing van het gebouwenpark in Vlaanderen realiseren, wordt dus zeker geen sinecure. “In nog geen enkel Europees land zijn er maatregelen gevonden die ervoor zorgen dat de renovatiegraad structureel toeneemt”, vertelt Peeters. “Enkel in Schotland denkt men momenteel ook aan een renovatieverplichting voor woningen.”

“Het is echt zoeken naar geschikte ondersteunende instrumenten, want het blijft natuurlijk een grote financiële barrière voor burgers. We hopen dat de Woningpas op termijn al een deel van de oplossing kan zijn. Daarmee wordt de burger meer betrokken bij de al­gemene toestand van zijn woning op het vlak van energieprestatie en comfort. Op termijn zal de eigenaar zijn energielabel ook kunnen vergelijken met buren en familieleden. Die grotere betrokkenheid kan zorgen voor een grotere bereidheid om te investeren in een betere energieprestatie en kwaliteit van de woning.”

Sloop- en heropbouwpremie

“Daarnaast moeten we er geen doekjes om winden: sommige gebouwen kunnen nu eenmaal niet meer kostenoptimaal gerenoveerd worden”, zegt Geert Flipts. “Zeker 10 procent van het gebouwenbestand in Vlaanderen behoort tot die categorie. De Vlaamse regering geeft daarvoor een sloop- en heropbouwpremie, maar men streeft in dat opzicht vooral naar een verlaging van de btw over het hele Vlaamse grondgebied. In 13 centrumsteden is dat nu al het geval.”

Duurzaam verwarmen

Een energie-efficiënt gebouw betekent nog niet dat het ook duurzaam is. Een groot deel van het Vlaamse gebouwenpark verwarmt nog steeds met verouderde verwarmingstechnologieën, en dat komt de CO2-uitstoot niet ten goede.

Quick wins

De prioriteit voor 2020-2024 ligt daarom vooral bij het realiseren van ‘quick wins’ op het vlak van CO2-reductie, klinkt het. “Stooktoestellen die een te hoge uitstoot hebben, zullen eruit moeten”, zegt Peeters. “Door een stookolieketel te vervangen door een aardgascondensatieketel, kan je al snel 25 tot 30 procent ‘uitstootwinst’ realiseren. Maar op lange termijn moeten we natuurlijk nog verder kijken dan aardgas.”

geert flipts vea

Geert Flipts,
Teamhoofd Kwaliteit en Ondersteuning VEA

De verkoop van aardgasketels mag dan nog steeds in de lift zitten, bij zowel aardgas als stookolie is het maximale rendement nu wel bereikt, zegt Flipts. “We moeten onze blik volop richten op technologieën die nog een stuk performanter zijn en dan kom je uit bij de warmtepomp.”

"Bij zowel aardgas als stookolie is het maximale rendement nu wel bereikt. We moeten onze blik richten op performantere technologieen"

Warmtepomp

Het is evenwel absoluut niet de bedoeling om iedereen nu snel richting een warmtepomp te duwen, verduidelijk Flipts. “Die heeft namelijk geen enkele zin als de woning niet goed geïsoleerd is. De eerste stap in een duurzaam energiebeleid is natuurlijk altijd de energie-efficiëntie van het gebouw optimaliseren. Eens dat gebeurd is, kan er gekeken worden naar duurzame verwarmingsinstallaties.”

Peeters: “We merken dat ook bij nieuwbouw: sinds de EPB-regelgeving werd ingevoerd in 2006, is het aantal nieuwbouwwoningen met een stookolieketel gedaald tot minder dan 0,2 procent. Die trend moeten we ook doorzetten naar bestaande gebouwen, minder omwille van het energetische aspect, maar vooral omwille van de noodzakelijke acties om de klimaatcrisis tegen te gaan.”

Stooktoestellenbesluit

Om fossiele brandstoffen geleidelijk aan uit te faseren, kondigde de vorige Vlaamse regering in 2018 al een verbod op stookolieketels aan vanaf 2021. Dat bleef echter beperkt tot nieuwbouwwoningen en ingrijpende energetische renovaties.

De nieuwe Vlaamse regering gaat een stap verder en besliste dat een stookolieketel vanaf 2021 niet meer vervangen mag worden wanneer er ook een aardgasaansluiting mogelijk is. De maatregel stuit op veel protest vanuit de sector, die het een draconische maatregel vindt.

Daarnaast zorgt de bevoegdheidsverdeling voor onduidelijkheid. “Een verbod op de verkoop van stookolieketels is een federale bevoegdheid, een verbod op het gebruik ervan een regionale bevoegdheid”, zegt Peeters.

“We moeten dus onderzoeken hoe we dat verbod op een efficiënte manier kunnen handhaven. Maar sowieso is de boodschap duidelijk: denk al eens na over een alternatief, want op relatief korte termijn verdwijnt de stookolieketel grotendeels van het toneel.”

Gemiddeld 18 jaar oud

“Uit onze tweejaarlijkse enquête naar energiebewustzijn en energiegedrag bleek al dat eigenaars van een stookolieketel meer geneigd zijn om die te vervangen dan eigenaars van een aardgasketel. Al heeft dat uiteraard met de leeftijd te maken: gemiddeld is een stookolietoestel 18 jaar oud”, vertelt Flipts.

ROL VAN DE INSTALLATEUR

Het VEA beseft maar al te goed dat de installateur een cruciale rol zal spelen in de energietransitie. “De uitfasering van stookolie betekent dat zo’n 600.000 woningen op relatief korte termijn een nieuwe verwarmingsinstallatie zullen moeten krijgen”, zegt Peeters. “Dat zal een nieuwe dynamiek geven aan de sector. De rol van de installateur is vooral de klant overtuigen van duurzame technologieën én kwaliteit leveren. Daarvoor moet er natuurlijk een vertrouwensrelatie zijn, wat vandaag nog te vaak ontbreekt.”

Markt verkennen

“Het is ook logisch dat een installateur die jarenlang met dezelfde technologie heeft gewerkt zich niet altijd even zeker voelt met nieuwe technologieën, zeker niet als er nog geen garantie is dat die technologie echt zal doorbreken. Daarom heb je altijd voorlopers nodig die de markt verkennen”, zegt Flipts.

De sector

Door haar contacten met de sectorfederaties heeft het agentschap een goed zicht op de staat van de sector. “De kwaliteit van installateurs is toch wel een aandachtspunt”, vindt Peeters. “Als je bijvoorbeeld kijkt naar de warmtepomp: op zich is dat geen nieuwe technologie, maar veel installateurs moeten er toch nog de nodige ervaring in opdoen.

Een positieve evolutie in de sector is wel dat er steeds meer schaalvergroting is door fusies. De zelfstandige installateur bestaat bijna niet meer. Daardoor heeft de consument wel wat meer garantie op kwaliteit. Die grotere onder­nemingen kunnen zich beter organiseren om bijvoorbeeld een servicecontract aan te bieden, en als ze een nieuwe technologie aanbrengen, zal de consument daarin wellicht meer vertrouwen hebben.”

Installateur moet anticiperen

Bovendien kan zo’n commerciële vertrouwensrelatie ervoor zorgen dat de installateur beter kan anticiperen, vindt het VEA. “Nu denken de meeste mensen pas over een vervanging van hun verwarmingstoestel als het al kapot is. Dat is natuurlijk veel te laat”, zegt Flipts. “De installateur zou zijn klanten moeten voorbereiden door te zeggen: uw volgende installatie kan misschien een warmtepomp zijn, maar dan moet u de komende vijf jaar de nodige stappen zetten om uw huis beter te isoleren.”

Adviseren en ontzorgen

“Installateurs zouden zo kunnen evolueren naar energieadviseurs, al is dat natuurlijk een grote stap”, zegt Peeters. “Het is ook de taak van energiehuizen en Fluvius om mensen te adviseren over duurzame verwarmingstechnologieën. Aannemers moeten dan weer de consument vooruithelpen door hem zoveel mogelijk te ontzorgen.”

Zelfregulering

Daarnaast moet de sector vooral zichzelf reguleren, vinden Peeters en Flipts. “De ervaring leert dat kwaliteitssystemen die van bovenaf worden opgelegd, niet goed werken en op veel commentaar stoten van de doelgroep. Als een federatie van installateurs zelf initiatieven neemt, dan ondersteunen wij die maar al te graag. Het moet echter van hen komen, zodat de installateurs zelf het belang ervan erkennen.”

EPB-wijzigingen 2020

Veel zal er de komende jaren niet veranderen aan de EPB-wetgeving. De twee grote wijzigingen zijn deze: het E-peil voor nieuwbouw ligt voortaan op E35. Volgend jaar wordt dat nog verstrengd tot BEN-niveau en zal de eis dus op E30 liggen. Voor ingrijpende energetische renovaties gaat het vereiste E-peil van E90 naar E70. Daarnaast zal het minimum­aandeel hernieuwbare energie nog worden verhoogd. Wellicht wordt daarbij voor het eerst een onderscheid gemaakt tussen groene stroom en groene warmte.

KRITIEK OP DE KLIMAATAMBITIES

Verschillende organisaties en zelfs de Europese Commissie hadden de afgelopen maanden kritiek op het Klimaatplan van de Vlaamse regering – het zou volgens hen nog veel verder moeten gaan.

“Wat in dat plan staat, is natuurlijk politiek bepaald”, reageert Peeters. “Maar de maat­regelen die voor onze thema’s in het plan beschreven staan, vinden wij al vrij ambitieus. Het zal een hele opdracht zijn om die op een effectieve manier te implementeren.

Het is ook niet altijd aan het beleid om alles op te lossen. Onze opdracht bestaat er misschien nog meer in om mensen te verleiden om duurzamer te gaan wonen door ze alle nodige informatie te geven en onrechtstreeks te zeggen: schiet in actie!”

Vlaming wil duidelijkheid

“Dat bleek bovendien ook uit de resultaten van onze enquête”, zegt Flipts. “Vlamingen hebben vooral nood aan duidelijkheid. Wat wordt er van mij verwacht en waar gaan we precies naartoe? Ik denk niet dat er vandaag een gebrek aan informatie is, maar ze is wel te verspreid. De overheid zou de beschikbare concrete informatie op een meer gecentraliseerde manier moeten aan­bieden.”

Wat betreft renovatie, is die duidelijkheid er nu ook voor een stuk: tegen 2050 moet iedere woning een A-label hebben. “Dat hebben we voor de eerste keer echt bepaald en laat weinig ruimte voor interpretatie. Vanuit de overheid komt het er vooral op aan om voor een duidelijk kader te zorgen en na te denken over manieren om dat te handhaven: moet dat altijd met verplichtingen of is duidelijke communicatie genoeg? Vaak is dat veel uitproberen. We hebben bv. gemerkt dat fiscale instrumenten goed werken voor nieuwbouw. Maar die worden dan weer vooral gebruikt door mensen met financiële middelen. Voor de renovatiemarkt van woningen is de doelgroep quasi iedereen en is er een uitgebreide mix aan ondersteunende beleidsinstrumenten nodig.”

REG-enquête: de belangrijkste bevindingen

Het VEA laat om de twee jaar een enquête uitvoeren die peilt naar de houding, de kennis, het handelen en de voornemens van de Vlaamse huishoudens inzake het eigen energiegebruik en het Vlaams energiebeleid. Uit de enquête van 2019 bleek onder meer dat de investeringsbereidheid voor zonnepanelen nog steeds zeer hoog is. Op het vlak van verwarming denkt 1 op de 4 woningeigenaars er­over na om de komende 5 jaar een vervanging te zoeken voor zijn stookolieketel, bij aardgas is dat 1 op 10. Ook beter isoleren blijkt nog steeds hoog op de agenda te staan bij veel Vlamingen. “Toch zien we geen grote trendbreuk in deze resultaten ten opzichte van 5 jaar geleden”, zegt Flipts.

vea

Kostprijs

Want de kostprijs van renovatie en duurzame technologieën blijft natuurlijk een zeer heikel punt. Een Vlaamse koolstofheffing is uitvoerig onderzocht, maar bleek te complex. “Bovendien zit je daarbij met een probleem van bevoegdheden”, zegt Flipts. “Op het vlak van fiscaliteit zijn wij bij wijze van spreken beperkt tot de onroerende voorheffing en registratierechten, omdat al de rest voornamelijk federaal wordt bepaald. Voor een CO2-taks is het dus wachten op het regeerakkoord van de federale regering. En, zoals we al zeiden, ook een renovatieverplichting is niet zo eenvoudig om te implementeren.”

Sanitair warm water

”Ik denk ook dat we nog wat actie moeten ondernemen op het vlak van sanitair warm water”, zegt Flipts. “Momenteel wordt dat nog zeer veel verwarmd met een elektrische boiler. We moeten nog werken aan de bewustmaking dat die wel echt heel veel verbruikt en dat we veel betere technieken hebben die eigenlijk niet zo duur zijn.

De premie voor de warmtepompboiler geeft aan dat het de goede richting uitgaat: die werd vorig jaar ingevoerd en we geven de laatste maanden bijna evenveel premies voor een warmtepompboiler als voor een zonneboiler.”

Investeringskost duurzame technologie

Ook de investeringskost van een warmtepomp blijft voor het VEA een aandachtspunt – die evolueert namelijk amper. ”Bij pv zagen we dat de kostprijs stelselmatig afnam naarmate de vraag steeg,” zegt Peeters, “maar volgens voorspellingen van de sector zal de warmtepomp die evolutie ook de komende tien jaar niet doormaken. Als agentschap pleiten wij daarom voor een specifiek warmtepomptarief. Onze collega’s van de VREG (Vlaamse Regulator voor de Elektriciteits- en Gasmarkt) daarentegen, die daarvoor bevoegd zijn, willen het elektriciteitstarief liever technologieneutraal houden.”

Nog heel wat werk

Het hoeft geen betoog dat er nog heel wat werk op de plank ligt voor het VEA. Tegen eind februari moet het ondernemingsplan 2020-2024 af zijn en moeten de grote lijnen voor het implementatietraject voor de nieuwe actievoorstellen vastgelegd zijn. Daarna zal het agentschap verschillende pistes blijven onderzoeken om de nieuwe beleidsvoorstellen te doen.

“We moeten vooral op zoek naar manieren om de uitgewerkte regels te handhaven en om mensen concreet te informeren en te sensibiliseren”, stelt Peeters. “Met een duidelijk beleidskader krijg je al zeker 75 procent van de doelgroep mee. Dan moet je hen echter wel consequent en betrouwbaar informeren en moet je het vast­gelegde beleidskader wel consequent handhaven, zodat iedereen beseft dat het menens is.”

Proef ons gratis!Word één maand gratis premium abonnee en ontdek
alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse nieuwsbrief met extra tips en exclusieve content
  • checkvolledig toegang tot het digitaal archief
  • checkonbeperkt toegang tot 3.000 bouwinstructies
  • checkonbeperkt toegang tot 1.400 instructievideo's
Heeft u al een abonnement? Klik hier om aan te melden
Registreer je gratis

Al geregistreerd of abonnee?Klik hier om aan te melden

Registreer voor onze nieuwsbrief en behoud de mogelijkheid om op elk moment af te melden. Wij garanderen privacy en gebruiken uw gegevens uitsluitend voor nieuwsbriefdoeleinden.
Geschreven door Florus Tack
Word één maand gratis premium abonnee en ontdek
alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
In dit magazine