Counter het capaciteitstarief van uw klanten (Deel 1)
Slechts zelden beheerst het thema energie zo de krantenkoppen als vandaag. Is het niet over het al dan niet sluiten van kerncentrales, dan wel over het capaciteitstarief. Over de juridische veldslag kunnen we ons nog niet uitspreken, maar we kunnen wel enkele handige tips en weetjes meegeven zodat u uw klanten correct kunt informeren.

ingreep in nettarieven
Om te begrijpen wat het capaciteitstarief is, moeten klanten weten hoe hun elektriciteitsfactuur opgebouwd is. Voor velen is dat een zeer moeilijk te begrijpen amalgaam van heffingen, tarieven en kosten. Vraag gerust even aan uw klanten of ze een idee hebben wat ze nu eigenlijk betalen per kWh voor hun elektriciteit, de antwoorden zullen ongetwijfeld zeer ver uit elkaar liggen. Grosso modo bestaat de factuur uit 4 grote tariefcomponenten:
•de energiekosten, dit is de prijs voor het eigenlijke verbruik van de klant
•de nettarieven: de deelname in de gezamenlijke kosten voor het aanleggen, beheren en onderhouden van de elektriciteitsnetten
•de extra nettarieven voor het financieren van groene stroomcertificaten, energiepremies en dergelijk
•diverse heffingen en btw.
Betere spreiding
Laat ons maar een kat een kat noemen: het capaciteitstarief komt er omdat gebruikers hun verbruik beter moeten spreiden. Dat moet ervoor zorgen dat het net minder belast wordt, waardoor de netbeheerders tijd kunnen kopen om het elektriciteitsnet aan te passen aan de nieuwe realiteit, zijnde die van de elektrische wagens, warmtepompen en zonnepanelen. We zouden ons kunnen afvragen of er dan niemand die evolutie de voorbije decennia zag aankomen, en of er misschien te laat of onvoldoende geïnvesteerd werd in het tijdig aanpassen van het net aan die evolutie.
kwartierpiek en maandpiek
Het verbruik spreiden, dat meent men het best te kunnen doen door financiële ingrepen te doen. Kort door de bocht komt het erop neer dat men het makkelijkst financieel kan ingrijpen in de tweede pijler, de nettarieven voor de consument. Door een hoger of lager tarief aan te rekenen op basis van het gemeten piekverbruik, hoopt men dat de consument zijn verbruik zelf zal proberen uit te vlakken. Die berekening gebeurt aan de hand van enkele nieuwe tariefelementen, zoals de kwartierpiek en de (gemiddelde) maandpiek. Het capaciteitstarief berekent een deel van de nettarieven voortaan op basis van het gemiddelde van de hoogste maandelijkse kwartierpieken, gemeten door de digitale meter. Benieuwd hoe dat in de praktijk zal uitdraaien. Dat het zal helpen om meer inzicht te krijgen in het eigen verbruik zoals men beweert, klopt wellicht voor een zeker publiek. Voor vele anderen is het elektrisch piekverbruik nog Chinees. Benieuwd of het grote publiek voldoende ondersteund werd om deze belangrijke omslag in het energieverhaal te maken. Maar goed, het capaciteitstarief is er nu - of ook niet, zie kaderstuk - dus moeten klanten zich aanpassen. Geldt dat voor iedereen?

Forfait voor analoge meters
Ja en nee, zo luidt het antwoord op de vraag uit de vorige alinea. Het capaciteitstarief op basis van het piekverbruik geldt sowieso voor iedereen met een digitale meter. Wie nog over een analoge meter in zijn woning beschikt, ontsnapt evenwel niet aan het capaciteitstarief, maar betaalt een forfaitaire bijdrage. Wie wil besparen op zijn eindafrekening, kan in dat geval enkel op de eerste component van zijn tarief inspelen, zijnde minder verbruiken. Analoge meters kunnen in tegenstelling tot de digitale meter, geen piekverbruik meten. Klanten met dit type meter betalen dus sowieso meer voor hun elektriciteit, tenzij ze het forfaitair aangerekende bedrag counteren door minder te verbruiken. Zij zijn dus minder gebaat bij de inzet van slimme toestellen die het verbruik uitvlakken.
Naast de bezitters van een analoge meter, is ook de situatie voor beschermde afnemers met sociaal tarief anders. Voor hen geldt het capaciteitstarief niet: zij blijven het vaste tarief betalen
P1- en S1-poort geven toegang tot het walhalla
Als klanten vragen hoe ze het best de capaciteitstarieven kunnen counteren, is de eerste vraag dus over welke meter ze beschikken. Enkel als het antwoord ‘digitaal’ luidt, kan er echt op die vraag positief geantwoord worden. In tweede instantie moet men van de digitale meter een slimme meter maken. Via de netbeheerder is het wel mogelijk om meetwaardes te bekijken via het persoonlijke platform, maar er kunnen nog veel meer data uitgehaald worden. Dat kan dankzij de P1- en S1-communicatiepoorten. Het voornaamste tussen beide is de frequentie waarmee de meting gebeurt. De applicatie die erop aangesloten wordt, moet vervolgens de rauwe data zelf omturnen in een voor de consument handige tool. Die data zijn bijvoorbeeld gedetailleerde metingen van het spannings- en stroomverloop.

Via de P1-aansluiting kan een interface aangesloten worden om andere toestellen en apps te bedienen
De fysieke uitvoering van de poort is van het type RS-422, de communicatie verloopt via een RJ-12 connector en de datalaag is opgebouwd volgens de norm IEC13239. De applicaties schieten momenteel als paddenstoelen uit de grond. Via een interface kan een P1/S1-converter aangesloten worden om de digitale meterstanden om te zetten in bruikbare sturing van andere apparaten. Zo kunnen externe applicaties via PC, PLC, Raspberry pi,… op deze data losgelaten worden

Dynamic load balancing
Op die manier kan ‘dynamic load balancing’ ingesteld worden, de heilige graal van de ontwikkelaars van de digitale meter. In principe komt het erop neer dat er een plaatselijk ecosysteem gecreëerd wordt, waarbij de inzet van verbruikers voortdurend afgewogen wordt ten opzichte van de aanvoer. Aan de aanvoerkant gaat het naast het net bijvoorbeeld om de opbrengst van zonnepanelen. Bij de verbruikers gaat het in eerste instantie om de energievreters zoals wasmachines, warmtepomp en droogkasten. Een bijzondere positie in deze is er voor opslagsystemen, en de batterij van elektrische wagens (vehicle-to-home of vehicle-to-grid). De thuisbatterij en accu van de wagen kunnen zowel fungeren als bron en als verbruiker en bekleden daarom een cruciale rol in dynamic load balancing. Op momenten dat er weinig intern verbruik is in de woning, laden ze zich op. Als er op een ander moment dan al veel verbruik is, riskeert men een piek in het verbruik als er nog bijkomende toestellen aangesloten worden. Opslagsystemen kunnen op dat moment fungeren als netvoeding en deze piek opvangen. In de volgende editie van Elektricien gaan we dieper in op enkele interessante toepassingen van de digitale meter.

Minister trekt naar de rechtbank
Dat de invoering van het capaciteitstarief op zijn minst enkele pertinente vragen doet rijzen. Minister Demir trekt er zelfs voor naar de rechtbank. “Op papier lijkt het principe mooi, maar in de praktijk viseert dit systeem vooral gezinnen die overdag gaan werken en ’s avonds heel wat elektrische apparaten gebruiken om te koken, te poetsen en te wassen. Dat is gewoon onrechtvaardig. Niet iedereen is in staat om zijn verbruik te spreiden”, zo klonk het tijdens een interview op Radio 1. “We zitten bovendien volop in een energiecrisis. De facturen voor gas en elektriciteit waren nog nooit zo hoog. Hoe kunnen wij - als democratisch verkozen politici - dit uitleggen aan de huishoudens? We vinden het jammer dat de VREG niet heeft willen luisteren naar onze argumenten en die van het parlement.”
Ondertussen kreeg Demir ongelijk van de rechtbank. Het capaciteitstarief blijft dus van kracht