TOESTEL AANSLUITEN OP BESTAANDE SCHOUW
Inspectie bestaande schouw
Kan ik het bestaande rookafvoerkanaal hergebruiken of niet?
- Kan het gewenste verwarmingstoestel op het bestaande rookafvoerkanaal worden aangesloten? Is een B-configuratie of een parallelle C-configuratie mogelijk?
- Is het kanaal niet te klein of te groot? Als de diameter van de keteluitgang groter is dan de schouwdiameter, dan is de schouw niet bruikbaar (de diameter van het kanaal moet altijd minimaal even groot blijven, de diameter verkleinen is uit den boze). Als de diameter van de schouw te groot blijkt (de rookgassen koelen af, stijgen niet meer en condenseren), kan de schouw eventueel wel worden gevoerd/getubeerd. Wel is een berekening van de schouwdiameter van cruciaal belang.
- Is het kanaal voldoende luchtdicht?
- Zijn de rookgastemperaturen heet genoeg? Als bv. de rookgastemperaturen te dicht bij het condensatiepunt liggen en het aannemelijk is dat de rookgassen zullen condenseren, zijn aluminium en stenen schouwen (condensaat dringt in de stenen en beschadigt die) af te raden. Bij hedendaagse verwarmingsinstallaties (gas, olie, biomassa ...) is de kans op condensvorming vaak aannemelijk door de lage temperatuur van de rookgassen (daarbij daalt de temperatuur van de rookgassen 12 à 14 °C per lopende meter).
De aansluiting
De keuze bestaat uit een enkelwandig en een dubbelwandig geïsoleerd aansluitkanaal. Enkelwandige kanalen worden als aansluitkanaal gebruikt wanneer het wenselijk is om de hitte van de afgevoerde rookgassen te gebruiken om de ruimte waarin het verwarmingstoestel staat, op te warmen. Een dubbelwandig geïsoleerd aansluitkanaal is iets duurder, beschermt tegen brandletsels (bv. van kinderen die het aansluitkanaal willen aanraken) en zorgt dat de rookgassen hun temperatuur behouden (zodat die vlotter kunnen worden afgevoerd, want warme lucht stijgt).