Sealmachines bieden een oplossing voor de veeleisende consument

Gewenste capaciteit en type verpakking bepalende factoren voor keuze

 

Het gebruik van sealmachines mag dan al in grote mate customer driven zijn, ook voor de retailer zelf hebben ze enkele specifieke voordelen. Welk toestel met meest geschikt is voor een gegeven situatie is dan ook dé investeringsvraag. Een overzicht.

Langere houdbaarheid

Een rechtstreeks verband kan worden gelegd tussen het belang van sealmachines en de kritische consument. “Voedingsproducenten en retailers krijgen tegenwoordig te maken met veeleisende consumenten die enerzijds producten willen die weinig bereiding vragen, vrij lang houdbaar zijn, een natuurlijk imago hebben, aan hoge kwaliteitscriteria voldoen én bij voorkeur vers zijn”, stelt Katia Van Engelen, accountmanager bij Multivac. “Anderzijds wil men ook gezondere producten met zo min mogelijk additieven en worden drastische bewaarmethoden afgewezen. Dankzij het gebruik van sealmachines kan men hier grotendeels aan tegemoetkomen.”

“Er bestaan heel wat varianten op de markt, maar het principe wijzigt niet”, legt Maurice Hollander, salesmanager Benelux bij Duni Benelux uit. “Ook de term krimpverpakken wordt trouwens wel eens gebruikt. Het principe is dat producten worden voorzien van een folie waardoor je een perfecte productverpakking krijgt.”

“Wanneer je de markt van de sealmachines overloopt, springen de vele modellen onmiddellijk in het oog”, verduidelijkt Annick Bogaerts, Business Unit Packaging Solutions bij BM Packaging. “Er bestaat zoiets als een classificatie (zie kader Klassieke opdeling), maar het belangrijkste onderscheid bestaat tussen toestellen die al dan niet begassen.” Een verduidelijking.

Belangrijk onderscheid: begassing

Er zit een groot verschil tussen ‘gewoon’ verpakken en ‘verpakken onder beschermde atmosfeer’, de zogenaamde MAP, of ‘modified atmosphere packaging’. De grote tweedeling dus. “Het concept bestaat erin dat men bij het sealen een bepaald gas in het verzegelde deel spuit”, stelt Katia Van Engelen. “Concreet gaat het om een mengsel van stikstof, zuurstof en CO2, afhankelijk van het type product. Hierdoor verleng je de bewaartijd van het product, dat is de hele opzet.”

“Feit is wel dat je steeds een aangepaste samenstelling nodig hebt”, beklemtoont Annick Bogaerts. “Voor vlees ligt dit anders dan voor vis, en zo kunnen we nog een tijdje doorgaan. Ook de resultaten die men kan bereiken zijn verschillend. Zo zal men de houdbaarheidsdatum van vlees langer kunnen verlengen dan die voor vis. Punt is wel dat dit een investering vergt met wat praktische gevolgen. Zo is er ruimte nodig voor de vereiste gasfles die toch al makkelijk een grote van 1m60 kan hebben. Dit aanleveren is sowieso het werk van een externe partner. In het beste geval brengen wij onze klanten in contact met zo'n toeleverancier.”

Johan Dingemans, Claes Machines: ”Zeer handig: bij toestellen uitgerust voor verschillende gassoorten kan via de programmafunctie ingesteld worden welk gas gebruikt moet worden.”

Keuze tussen manueel, semi-automatisch en vol automatisch

“Het aanbod van sealmachines wordt doorgaans in drie categorieën ingedeeld: manueel, semi-automatisch en volautomatisch”, legt Annick Bogaerts uit. “Het grote verschil zit hem in de bediening en capaciteit. Ook het al dan niet gebruikmaken van begassing is een punt van onderscheid. Uiteraard vertaalt zich dat ook in soms aanzienlijke prijsverschillen. Zoals de benaming laat vermoeden wordt de eerste categorie manueel bediend; het is het typische model voor pakweg de slager die ook klaargemaakte gerechten aanbiedt. De kleinere retailspelers kiezen meestal voor het semi-automatische aanbod, terwijl grotere spelers natuurlijk voor full automatic gaan. Dan spreken we echt over systemen waar verschillende bakjes op een band aangevoerd worden. Gemiddeld duurt het sealen dan zo'n 20 seconden, mét begassing. Iedereen maakt natuurlijk zijn eigen inschatting, maar in regel opteert men voor het volautomatische werk vanaf 500 bakjes per dag.”

Alternatief: skinverpakking

Waar de klassieke tweedeling tussen sealen met of zonder begassing lange tijd het hele verhaal vulde, komt daar inmiddels een derde categorie bij. “We hebben het over de zogenaamde skinverpakking”, legt Dominique De Velder, Sales Director bij GH-ULMA, uit. “Het concept werkt als volgt: bij het verpakkingsproces wordt de lucht uit de verpakking gehaald. Het gasverhaal valt hier met andere woorden helemaal weg. Hét grote voordeel van deze techniek is dat de houdbaarheidsperiode van de producten substantieel wordt verlengd. Nemen we een steak, een klassieker. Ga je voor de verpakking met begassing dan zit je aan een houdbaarheid van 8 à 10 dagen. Werk je met deze skin- of va­cuümverpakking dan ga je al snel richting 20 dagen. En meer nog: het product zal minder droog en smakelijker zijn. Er zijn ook andere voordelen, een afgeleide van wat ik net aanhaalde eigenlijk. Dankzij de langere houdbaarheidsdatum is minder frequent transport naar de winkels nodig. De verpakking is ook compacter, wat dan weer een logistiek voordeel oplevert. En precies omdat het product langer houdbaar is, zal er ook sprake zijn van minder verspilling. Er zit ook een belangrijke ecologische component aan. Aan elke kilogram vlees die vervoerd wordt, hangt een zekere CO2-voetafdruk. Welnu, het langer bewaren dankzij deze vacuümtechniek vermindert deze.”

 

Stelselmatig vervangen

“We praten hier sowieso over een vervangmarkt”, onderstreept Dominique De Velder. “Ergens logisch natuurlijk. Per slot van rekening hebben we het hier over aanzienlijke investeringen, afhankelijk van het type dat men aanschaft natuurlijk. Je ziet wel wat vernieuwingen, nieuwe toestellen met een groter gebruiksgemak. Stapsgewijs verwerven die hun plaats. Je ziet ook wat, zeg maar, nichetoestellen op de markt komen. Alleen hangt daar een zwaarder prijskaartje aan vast en merk je dat dit ontradend werkt. Anders gezegd: de koper is niet geneigd meer te betalen voor die extra's.”

“Het stapsgewijs vervangen betekent dan wel dat men stelselmatig meer gebruiksvriendelijke toestellen in gebruik neemt”, zegt Katia Van Engelen. “Het is iets waar wij alvast op inzetten. Zo vielen we het voorbije jaar in de prijzen met onze nieuwe TX710 dat de focus legt op een grote gebruiksvriendelijkheid, zowel wat de bediening als het snel uitwisselen van onderdelen betreft. Hierbij wordt ook gekeken naar de veiligheid. Een makkelijk reinigen van alle vacuüm en begassingskanalen bij mogelijke contaminatie brengt de houdbaarheid van producten alvast niet in gevaar.”

De groene golf

“Het groene element inzake sealen zit hem in grote mate in wat men sealt, en dan heb ik het niet over het product als dusdanig”, benadrukt Maurice Hollander. “Misschien klinkt het wat enigmatisch, maar ik heb het over de bakjes die van folie voorzien worden. Wij brengen alternatieven op de markt waarvan het plasticgehalte vrijwel helemaal verdwenen is. Dit zorgt voor quasi volledig recycleerbare producten.”

“Het is een trend die zich het voorbije anderhalf jaar scherp gemanifesteerd heeft”, meent ook Dominique De Velder. “Je ziet met die ‘onderkant’, het bakje zo u wil, kortom, hetgeen waar het te sealen product zich in bevindt. Steeds meer wordt hier papier en karton voor gebruikt, het is een duidelijke trend. Plastic wordt enkel nog gebruikt waar het niet anders kan. Maar je ziet ook dat het gebruikte product voor het sealen milieuvriendelijker wordt. Eerder dan met meerlaagse samengestelde folies te werken, doet men dit met mono-materialen. Een (groene) stap in de goede richting dus (lacht)”.

Customer sized

Tal van types en formaten bevinden zich aan de aanbodzijde. Biedt dit nog ruimte voor maatwerk? Of anders bekeken: is er überhaupt nog vraag naar? “Vanuit een bepaald perspectief bekeken, zou je kunnen stellen dat het altijd wel ergens maatwerk is”, stelt Annick Bogaerts. “Per slot van rekening verkoop je de klant een bepaald project, afgestemd op zijn noden. Het sealen is daar een onderdeel van, maar het globale plaatje is breder. Wil men het sealen integreren in een keten waarbij de producten in verzenddozen terechtkomen? Is er een vorm van labeling nodig? Vaak zijn er in die ruimere keten andere partners betrokken. Ook met hen moet worden afgestemd. Hoe kan je tot een synchronisatie komen.”

“Op zich zijn de toestellen wat ze zijn, daar verandert niet veel aan, maar het maatwerk zit hem in het inpassen ervan in dat geheel”, meent ook Katia Van Engelen. “Vaak is trouwens het probleem hoe de zaken in de beschikbare ruimte te passen. De oppervlakte is wat ze is; daar kan je niet mee toveren. Daar ligt dikwijls een grote uitdaging.”

“Het traysealermodel TL 250 valt in de smaak bij onze klanten. Dit is een manueel maar zeer compact toestel dat slechts een beperkte ruimte inneemt (80x80 cm). Volautomatische modellen kunnen volledig op maat van de klant worden gebouwd”, geeft Johan Dingemans nog mee.