Akoestische integratie van ramen en deuren in houtskeletbouw
De belangrijkste aandachtspunten
Zeker op vlak van akoestiek geldt dat een constructie maar zo performant is als de zwakste schakel. De integratie van ramen en deuren behoeft bijgevolg de nodige aandacht, zeker bij houtskeletbouw. Het is hier vooral belangrijk dat de elementen goed in de wandopbouw ingewerkt worden, maar ook andere aspecten spelen een rol.
Integratie in wandopbouw
Zowel voor ramen als deuren is het cruciaal dat ze goed ingewerkt zitten in de wandopbouw. Zorg voor een goede aansluiting van de isolatie en een perfect luchtdichte afwerking aan de binnenzijde. Verder speelt de massa (sectie en densiteit) van de gebruikte houten kepers een belangrijke rol. Hoe dikker en denser het hout, hoe meer het geluid gedempt wordt.
Een mooi voorbeeld van een goed gedetailleerde HSB-woning langs een drukke weg. Het gebouw is min of meer een kubus, waardoor het zeer goed scoort op het vlak van compactheid en dus ook akoestiek. De ramen en deuren hebben een uitstekende isolatiewaarde en beslaan slechts een beperkt deel van het gevelvlak dat naar de straatkant is gericht.
(ontwerp: ir.-arch. Lieselotte Steurbaut; uitvoering: Hout Devroe)
Beglazing
Ook heel belangrijk bij de akoestische isolatie van een woning is de gekozen beglazing. Zeker nu er een trend is naar steeds grotere beglazingen die meer daglichtinval toelaten, wordt het aandeel van glas in het akoestische schild groter. Zeker voor totaal beglaasde vliesgevels is de akoestiek een aandachtspunt.
Dubbele beglazing
Om de beglazing akoestisch te optimaliseren, dient men te kiezen voor asymmetrische glasdiktes. Waarom? Net zoals ieder ander voorwerp gaat elke glasplaat aan het trillen onder invloed van geluidsgolven met een welbepaalde frequentie. Deze frequentie hangt samen met de massa van de glasplaat. Bij een standaard dubbele beglazing zijn de twee glasplaten even dik en hebben ze dus ook precies dezelfde massa. Bij blootstelling aan geluid met een specifieke frequentie zullen ze beide tegelijk aan het trillen gaan en elkaar zelfs versterken (resonantie). Concreet zullen geluiden die van buiten komen, binnen iets makkelijker hoorbaar zijn.
Indien de twee glasplaten echter een verschillende dikte en dus ook massa kennen, zullen ze elk bij geluid van een andere frequentie trillen en elkaar niet meer versterken (geen resonantie). Daardoor zal het geluid van buiten binnen uiteindelijk iets minder hoorbaar zijn.
Een tweede manier om de akoestiek van een dubbele beglazing te optimaliseren, is het verbreden van de spouw tussen de twee glasplaten. De dubbele beglazing die men tegenwoordig toepast, is immers opnieuw een mooi voorbeeld van het 'massa-veer-massaprincipe'. Het verbreden van de spouw komt dus neer op het vergroten van de veer tussen de twee massa's.
Drievoudige beglazing
In tegenstelling tot wat men intuïtief zou denken, is een drievoudige beglazing op akoestisch vlak niet per se performanter dan een dubbele beglazing. Uit tests blijkt dat een 4-16-4-16-4-beglazing precies even 'matig' scoort als een 4-16-4-beglazing.

VENTILATIEROOSTERS
Het spreekt voor zich dat geopende ventilatieroosters boven op de ramen serieus afbreuk kunnen doen aan de akoestische performantie. Uiteraard hebben de producenten van deze roosters daarop ingespeeld en speciale varianten gebouwd die binnenin bekleed zijn met een akoestisch dempend materiaal.
Dichtingen
Bij opengaande ramen en deuren spelen uiteraard ook de dichtingen tussen kader en vleugel een rol. Of het nu om een dubbele of drievoudige dichting gaat, cruciaal is dat deze dichtingen rondomrond ononderbroken zijn en met voldoende kracht aangedrukt worden bij het sluiten van het raam. Ideaal zijn daarom vensters met verdoken scharnieren en voordeuren met een al dan niet verzonken dorpelprofiel.
Diepte van de ruimte
Nog een factor is de verhouding tussen het totale volume van de ruimte en het oppervlak van de gevel. Een klein geveloppervlak dat gekoppeld is aan een grote ruimte, scoort akoestisch beter dan een groot geveloppervlak dat gekoppeld is aan een kleine ruimte. Compact bouwen, d.w.z. het nastreven van een zo klein mogelijk geveloppervlak voor een bepaald volume, is dus niet alleen interessant om makkelijker te kunnen slagen voor de blowerdoortest, maar ook om op akoestisch vlak een beter resultaat te bereiken.