Akoestisch performante daken in houtskeletbouw
Een betere akoestiek voor woningen uit houtskeletbouw
In voorgaand artikel gingen we al na wat vanuit akoestisch oogpunt de optimale gevelopbouw was voor een woning uit houtskeletbouw. Dit artikel behandelt de akoestische performantie van daken, en maakt daarbij een onderscheid tussen hellende en platte daken.

Hellende daken
Massa-veer-massaprincipe
Net zoals bij gevels is ook hier het massa-veer-massaprincipe van cruciaal belang. De dakafwerking (pannen of een andere bekleding) vertegenwoordigt, samen met het onderdak, de buitenste massa. Het thermische isolatiemateriaal is de veer en de binnenafwerking (bijvoorbeeld gipskartonplaten) vormt de binnenste massa.
Om deze constructie akoestisch te optimaliseren, dienen er in de eerste plaats zo weinig mogelijk contactpunten tussen de twee massa's te zijn. Als tweede maatregel kan men de massa's groter en het isolatiepakket dikker maken. Geen makkelijke klus, aangezien een dakconstructie traditioneel gezien zo licht mogelijk geproduceerd wordt om de belasting op de onderliggende dragende muren en uiteindelijk ook op de funderingen laag te houden. Uiteraard moet men steeds een 'optimum' nastreven, waarbij er niet alleen rekening gehouden wordt met akoestische isolatie, maar ook met stabiliteit, brandveiligheid, wind- en waterdichtheid, esthetiek, betaalbaarheid …

Ontkoppelen
Het ontkoppelen van beide massa's is in het geval van een dakconstructie geen sinecure. De gipskartonplaten die de binnenafwerking vormen, hebben immers een minimum aan bevestigingspunten nodig. In de praktijk maakt men een onderscheid tussen een gedeeltelijke en een volledige ontkoppeling.
- Gedeeltelijke ontkoppeling: dit gebeurt via een lichtmetalen regelwerk dat plaatselijk op de kepers verankerd wordt.
- Volledige ontkoppeling: dit gebeurt a.d.h.v. lichtmetalen profielen die een overspanning realiseren van muur tot muur. Er is in principe geen enkel contactpunt met de dakconstructie.

Het laatste systeem wordt vaak toegepast bij een akoestische na-isolatie van de zolderruimte. Het bestaande dak met zijn plafondafwerking fungeert dan als eerste massa. Het ontkoppelde plafond is de tweede massa. Daartussen wordt er een akoestisch absorberend isolatiemateriaal aangebracht. Vanzelfsprekend is dit de beste oplossing, maar ook de duurste. Bovendien zitten er beperkingen op de te realiseren overspanningen.
Type isolatiemateriaal
Minstens even belangrijk als de mate van ontkoppeling is het type isolatiemateriaal dat men aanwendt. Bij het kiezen van de isolatie kijkt men doorgaans enkel naar de lambdawaarde (warmtedoorgangscoëfficiënt), terwijl er nog vele andere keuzecriteria bestaan: akoestiek, brandveiligheid, duurzaamheid, ecologische voetafdruk, kostprijs en ga zo maar door.
De beste warmte-isolerende materialen zijn niet per se de materialen die het best isoleren op akoestisch vlak! Een schoolvoorbeeld hiervan is het sarkingdak, opgebouwd met lichte kunststofschuimplaten. Deze oplossing scoort bijzonder goed op thermisch vlak en valt bovendien vrij makkelijk te plaatsen, maar kent een verminderde akoestische demping. Minerale wol, cellulosevlokken, houtvezels ... of andere isolatiematerialen met een vrij dichte massa zijn daarentegen wel akoestisch performant. De voorwaarde is evenwel dat ze correct geplaatst worden! De minste perforatie vormt immers een 'lek' dat grote afbreuk doet aan het totaalplaatje.

Platte daken
Bij een houtskeletbouw verschilt een plat dak qua constructie niet zo sterk van een hellend dak. Doorgaans isoleert men tussen de spanten. Het enige verschil is dat men het eventuele vocht in de isolatie naar binnen toe laat uitdrogen, in plaats van naar buiten. Dit heeft uiteraard te maken met de water- en dampdichte EPDM-bekleding waarmee de OSB-uitstijving op een plat dak doorgaans afgewerkt wordt.
Een alternatief bestaat erin om het dak te realiseren via een betonplaat. Hierbovenop komt er dan hellingchape met daarop de isolatie en tot slot het EPDM. Akoestisch gezien is deze laatste oplossing vaak de betere, gezien de zeer grote en 'dense' massa van de betonplaat.