Opmars ecologische tuinen onvermijdelijk
Toekomst ligt in educatie en communicatie
Diverse factoren voeden de opmars van ecologische tuinen. Klimaatopwarming, droogte, onthaasting, biodiversiteit ... zijn allemaal van invloed. De toekomst ligt dan ook in educatie en communicatie om de neuzen in één richting te krijgen.
Biodiversiteit
Geen wilde tuin zonder biodiversiteit. Het woord zegt het zelf: biodiversiteit betekent een verscheidenheid aan leven. Maar waarom zouden uw klanten zoveel mogelijk soorten diertjes en planten in de tuin moeten verwelkomen? Waarom moeten zij iets geven om diversiteit? Omdat zijzelf, hun kinderen én hun tuinen deel uitmaken van een groter, harmonieus geheel dat staat of valt met een gezond ecosysteem. Hoe meer uw cliënteel investeert in biodiversiteit, hoe meer ze investeren in zichzelf.
Pieter Maes, Guerill Tuinen: “Door een grote variatie aan planten wordt de tuin aantrekkelijk gemaakt voor verschillende andere planten, dieren en mensen. Variatie maakt gezond en sterk. Bij natuurlijke tuinen stellen we ons als mens niet langer boven de natuur, maar maken we er deel van uit.“
Karolien Deprez, IN BLOOM: “Door tuinen zo in te richten dat insecten, vogels, amfibieën, reptielen en kleine zoogdieren er voedsel en beschutting vinden, vormen ze stapstenen tussen grotere groenzones en vergroten ze zo het leefgebied van deze dieren. Op deze manier wordt dit leefgebied groot genoeg om een stabielere populatie aan te kunnen en is er minder kans dat deze dieren verdwijnen.“
Dat geldt ook voor de stad
Bart Backaert, Hoofdbrigadier Groendienst Aalst en ByeByeGrass-pionier: “Steden hebben er behoefte aan om die kleine puzzelstukjes zoveel mogelijk met elkaar te verbinden in plaats van ze te isoleren.“
Toekomst
Klimaat
Bart Backaert: “Wild tuinieren is meer dan alleen maar zorgen voor een grotere biodiversiteit, want wilde tuinen zijn klimaatrobuust, vragen minder onderhoud, slaan meer CO2 op, bufferen water, enz.“
Karolien Deprez: “Natuurlijke tuinen bufferen de effecten van het veranderende klimaat, maar vooral in steden, waar deze effecten (lange droge zomers en zachte winters) het meest voelbaar zijn, moet de beplanting hier ook aan aangepast zijn. In dit kader is het soms nuttig planten uit warmere streken zoals Zuid- en Oost-Europa te gebruiken en niet uitsluitend met inheemse flora te werken.
Communicatie en educatie
Volgens Bart Backaert zetten meer steden, gemeentes en andere overheden de laatste tijd in op het duurzaam beheren van de publieke groenruimte, waarbij ’verwildering’ als beheervorm vaker en vaker wordt toegepast. De overheden willen hierbij ook particulieren inspireren om in hun tuinen hetzelfde te doen. Tot slot stimuleren organisaties zoals VELT en Natuurpunt de wilde particuliere tuin door middel van inspirerende publicaties en lezingen.
“Veel Vlamingen hebben geen ‘groene vingers’ en laten de aanleg en het onderhoud van hun tuin over aan een tuinaannemer. Zowel bij aannemers als bij particuliere tuinders ontbreekt meestal de kennis om een tuin op een minder klassieke manier te beheren. Zo is verschralen het sleutelwoord in het verkrijgen van meer biodiversiteit in de tuin, iets wat voor velen onbegrijpelijk is: meststoffen zijn toch de vitamientjes voor de tuin, en bestrijdingsmiddelen de hoestfles of pijnstiller? De toekomst van wilde tuinen in Vlaanderen ligt dus vooral bij communicatie en educatie.“
Bart ziet vandaag wel een evolutie: het aantal jonge ontwerpers en studiebureaus dat zich graag profileert als ‘ecologisch’ en ‘wild’ neemt langzaam maar zeker toe.
Inverde (een technisch vormingsinstituut voor bos- groen- en natuurbeheer) biedt sinds kort de opleiding Ecologische Tuin- en Landschapsinrichting (ETLI) aan, een primeur in Vlaanderen.
“Van een trendbreuk is momenteel nog geen sprake maar de particulier kan vandaag toch al kiezen voor een ‘wild' ontwerp.“