EPC NR stelt gebouweigenaars voor nieuwe verplichtingen
Impact voor veel ondernemers

De Europese Green Deal legt ons als samenleving op om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. In navolging van de EPC-labels voor residentiële gebouwen en de duurzaamheidsmaatregelen voor industriële gebouwen, werden er ook EPC NR's ingevoerd om deze langetermijndoelstelling te kunnen halen. Welke verplichtingen brengen deze energieprestatiecertificaten voor niet-residentiële gebouwen met zich mee?
Klimaatneutraal gebouwenpark
In de Green Deal van 2019 is door de EU bepaald dat de uitstoot van broeikasgassen drastisch omlaag moet, om zo de klimaatverandering een halt toe te roepen. Het ultieme doel is klimaatneutraliteit tegen 2050, met als tussentijdse doelstelling reeds een reductie van minstens 55% tegen 2030 voor alle Europese lidstaten samen.
Hiertoe zijn de voorbije jaren diverse wetgevende initiatieven in het leven geroepen voor verschillende doelgroepen: RED, EED, ESR, ETS ... Die focussen enerzijds op efficiëntie en dus minder energiegebruik, en anderzijds op een groter aandeel aan hernieuwbare energie in dat verbruik.

Ook gebouwen nemen een belangrijk deel van de emissies voor hun rekening en hebben een rol te spelen in de energietransitie. Die hebben immers veel energie nodig om zich te verwarmen en zich van stroom te voorzien.
"Het gebouwenpark zorgt voor een grote CO2-uitstoot. In Vlaanderen is dit de tweede grootste uitstoter, na transport. Woningen, gebouwen uit de dienstensector en bedrijfsgebouwen hebben het grootste aandeel in de uitstoot en verdienen dus zeker onze aandacht", stelt Lotte Ringoot, woordvoerder van VEKA, het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap.
Toepassingsgebied EPC NR
Voor niet-residentiële gebouwen (horeca, handelszaken, kantoorgebouwen ...) is in 2023 het energieprestatiecertificaat voor niet-residentiële gebouwen (EPC NR) ingevoerd. Dit past binnen de langetermijnrenovatiestrategie van het Vlaamse Gewest. Deze tool geeft gebouweigenaars inzicht in hoever men staat op weg naar die klimaatneutraliteit, en welke weg er dus nog moet worden afgelegd.
Vanaf 2026 geldt de EPC NR-plicht ook voor alle resterende grote niet-residentiële eenheden
"Belangrijk is dat dit bekeken wordt per gebouweenheid, met het Gebouwen- en Adressenregister als basis. 'Niet-residentieel' is hierbij een restcategorie. Het gaat om gebouweenheden die niet bestemd zijn voor bewoning, landbouw of industrie. In de praktijk gaat het dikwijls om gemengde eenheden, zoals een kantoorruimte naast een productiehal, waarbij de hoofdbestemming dan bepalend is voor de EPC-plicht", legt Ringoot uit.
Uitzonderingen

Kleine niet-residentiële eenheden (kNR) vormen een uitzondering, waarbij de gebouweigenaar zelf de keuze heeft om te voldoen aan de vereisten van EPC NR of EPC kNR.
"Deze eenheden hebben een sterke gelijkenis met residentiële gebouweenheden en daarom is de methodiek van EPC kNR dan ook analoog aan die van EPC residentieel. Het label gaat niet uit van metingen, maar is bepaald door een theoretische energieprestatieberekening", vervolgt ze.
De voorwaarden hierbij: de bruikbare vloeroppervlakte van de niet-residentiële eenheid is kleiner dan of gelijk aan 500 m2, de totale bruikbare niet-residentiële oppervlakte in het gebouw is kleiner dan 1.000 m2 en er mag geen niet-residentiële eenheid in het gebouw zijn die wel als groot wordt aanzien.
Bij gebouwen gebruikt voor erediensten en religieuze activiteiten, tijdelijke gebouwen (minder dan 2 jaar in gebruik) en kleine alleenstaande gebouwen met een bruikbare vloeroppervlakte kleiner dan 50 m2 is er geen EPC NR nodig.
Ook wanneer een gebouw wordt gesloopt en er al een sloopvergunning is toegekend, is er geen EPC NR nodig. Voor beschermde gebouwen of monumenten is er daarentegen geen uitzondering. Ook voor erfgoed geldt dus de EPC NR-plicht.
Nieuwe verplichtingen
Timing
De komende jaren worden er stapsgewijs nieuwe verplichtingen ingevoerd, los van de EPC-plicht bij overdracht (bijvoorbeeld verkoop) en verhuur. In 2024 was EPC NR al ingevoerd voor publieke en overheidsgebouwen. In 2025 volgen alle grote eenheden met een bruikbare vloeroppervlakte van minstens 1.000 m2 en vanaf 2026 geldt de EPC NR-plicht ook voor alle resterende grote niet-residentiële eenheden.

"Voorlopig is er nog geen minimale labelplicht, maar die volgt wel vanaf 2030 – voor publieke gebouwen, behalve onderwijsgebouwen, al vanaf 2028. Dan moeten alle grote eenheden minimaal label E halen. Voor kleine eenheden is er een opsplitsing, afhankelijk van de bebouwing: minimaal label E voor eenheden in open of halfopen bebouwing en minimaal label D voor eenheden in een gebouw met meerdere eenheden of in gesloten bebouwing", aldus Ringoot.
Tussen 2030 en 2050 zal die minimale labelplicht verder worden aangescherpt, met label A als algemeen einddoel. Het exacte labelpad moet evenwel nog worden vastgelegd.
Bij kleine niet-residentiële eenheden waarbij men kiest voor het EPC kNR, volgt men het labelpad voor kNR.
Het energielabel is gebaseerd op metingen en verschilt daarmee van het EPC voor woningen
Energielabel en -score
Bij EPC NR onderscheiden we twee indicatoren. Het energielabel is gebaseerd op metingen en verschilt daarmee van het EPC voor woningen. Dit in tegenstelling tot de energiescore, die op basis van berekeningen een theoretische beoordeling geeft van de energieprestatie van het gebouw. Dit laatste is vooral zinvol bij overdracht en verhuur, omdat het mogelijk maakt om gebouwen onderling te vergelijken.
Bij het label op het EPC NR wordt gebruikersgedrag dus wel in rekening gebracht; bij de score op het EPC NR niet.

"Het energielabel – van G tot A – wordt bepaald op basis van het aandeel hernieuwbare energie en restwarmte in het totale energiegebruik. Label E komt volgens de labelbalk overeen met 5 à 10%. Dit betekent dus dat tegen 2030 minstens 5% van het totale energiegebruik aan de langetermijndoelstelling moet voldoen, in geval van een grote niet-residentiële eenheid", legt de woordvoerder uit.
Tijd voor actie
Er is gekozen om eerst aan de eigenaars van grote niet-residentiële gebouwen op te leggen om over een EPC NR te beschikken, en pas later een minimale labelplicht in te voeren.
"Zo krijgt u inzicht in de huidige toestand van uw gebouwenpark en kan u zich verder informeren over de mogelijke maatregelen die u kan treffen om aan de komende eisen te voldoen. Een lager energiegebruik leidt natuurlijk sowieso tot een lagere energiefactuur. U heeft er dus alle belang bij om hier snel werk van te maken", tipt Ringoot.
Startkaart voor de gebouweigenaar
Het VEKA heeft de verschillende taken en stappen die u als gebouweigenaar moet doorlopen samengebracht in een handig overzicht. Dat vindt u hier.