Wetsteen en slijpmolen: hoe gebruik je ze?
Bij het zoeken naar manieren om je scharen, messen of beitels scherp te houden, kom je al snel uit bij de wetsteen. Soms kan een slijpmolen ook een handige oplossing bieden. Een woordje uitleg over hoe je werkt met dergelijke tools.
WETSTEEN
AFMETINGEN EN VORM
Een wetsteen lijkt een simpel iets: een steen om je mes aan te slijpen. Er is echter een verrassend groot aanbod aan stenen uit verschillende, zowel natuurlijke als synthetische, materialen met uiteenlopende afmetingen. Met een steen van 10 cm kan je bijvoorbeeld moeilijk een keukenmes slijpen. Qua lengte geldt dat de steen even lang moet zijn als het lemmet van wat je wil slijpen. Wat de breedte betreft is een minimum van 4 cm vereist voor standaard messen en scharen.
Verder kan je kiezen tussen een platte of een bolle wetsteen. Platte stenen zijn goed voor keukenmessen of scharen, maar voor messen met een holle vorm, zoals vaak het geval is bij snoeischaren, is een bolle steen beter geschikt.
KORREL en materiaal
Net zoals bij schuurpapier, zijn ook wetstenen ingedeeld volgens korrelgrootte, waarbij een grove korrel bedoeld is voor grof slijpwerk en een fijne korrel voor een gladde snede. Net zoals je bij het schuren met een grove korrel begint en stapsgewijs overgaat naar een steeds fijnere korrel, doe je dat ook bij het slijpen van een mes of schaar met een wetsteen. Eerst gebruik je een steen met een grove korrel om de gewilde snede vorm te geven, vervolgens gebruik je een snede met een fijnere korrel om ze glad te maken.
Naast de korrelgrootte is de korrelhardheid van een wetsteen ook belangrijk. Hoe harder de korrelgrootte is, des te geschikter de steen is voor hardere metalen. De hardheid van een wetsteen moet groter dan 7 (op de Mohs-schaal) zijn om te kunnen gebruiken voor messen. De korrelhardheid houdt verband met het materiaal van de steen. De hardste stenen zijn die waarin diamant verwerkt zit (met een hardheid van 10). Verder zijn aluminiumoxide en siliciumcarbide (beide een hardheid van 9) en granaat (met een hardheid van 8) het meest gangbaar.
Hoe harder de steen, hoe minder die onderhoud zal nodig hebben
OLIE OF WATER?
Voor je iets gaat slijpen op een wetsteen, maak je de steen eerst nat zodat er kan gekoeld worden en afgeslepen metaaldeeltjes niet op de steen blijven liggen. Doorgaans kan je kiezen tussen waterstenen die, zoals de naam zegt, met water moeten bevochtigd worden. Daarnaast heb je oliewetstenen waar je voor het wetten een olie moet aanbrengen. Met een watersteen zal je sneller kunnen werken, waar oliestenen dan weer makkelijker zijn om een gladde snede te bekomen.
WETSTEEN ONDERHOUDEN
Het is van primordiaal belang dat een wetsteen een vlak oppervlak heeft voor een goed slijpresultaat. Daarom kan je je wetsteen ‘opschuren’ met een egaliseersteen of met schuurpapier (minstens met korrel 100). Gebruik (stromend) water voor een egaal resultaat.
SLIJPMOLEN
UITVOERINGEN
Wie van plan is om vaak scharen, messen en beitels te slijpen, doet er dikwijls goed aan om een slijpmolen aan te schaffen. Bij een dergelijk toestel houd je het te slijpen gereedschap tegen een ronddraaiende slijpsteen. Let op: daarbij kunnen vonken ontstaan. Om het mes of de beitel tijdens het slijpen te koelen, houd je een glas water bij de hand.
Tegenwoordig zijn er echter ook watergekoelde slijpmolens, waarbij de slijpsteen onderaan in koelwater staat om oververhitting te voorkomen. Dit type slijpmolens zijn overigens ook uitgerust met een roterende slijpsteen aan een kant, aan de andere kant een wetschijf om geslepen gereedschap te polijsten voor een fijnere afwerking.
Dergelijke machines zijn tegenwoordig vaak uitgerust met ledlampjes en verschillende houders voor scharen, messen, beitels enzovoort.
VEILIG WERKEN
Verder kan je het aanbod in slijpmachines indelen in toestellen met een hoog toerental en toestellen met een laag toerental (rond de 120 toeren per minuut). Slijpmolens met een hoog toerental zijn vaak uitgerust met een beschermkap om je te beschermen tegen vonken. Machines met een laag toerental produceren normaalgezien geen vonken.
Laat echter het gezond verstand primeren en draag toch die veiligheidsbril wanneer je ermee aan de slag gaat, je weet immers maar nooit dat er toch iets wegspringt.