Hoe je doucheruimte zelf renoveren
Wanneer je je douche zelf wil renoveren, moet je verschillende stappen in acht nemen. Na het betegelen van de douchewand en het plaatsen van de douchebak, volgt de installatie van een glazen wand én al het kraanwerk. We leggen je uit hoe je deze klus stap voor stap aanpakt.
Betegelen en douchebak plaatsen
voorbereiding
Om je badkamer in een nieuw kleedje te steken, kan je tegenwoordig gemakkelijk de wandbekleding vervangen. Eens je een nieuwe look hebt gekozen en je tegel of panelen hebt besteld, kan je aan de slag.
Verwijder eerst de oude douchebak en tegels van de muur. Zorg dat de muur reeds waterdicht is afgewerkt, bijvoorbeeld met cementpanelen, zoals in deze case. Die moeten nog betegeld worden. Het materiaal is behoorlijk poreus, dus wordt er eerst een primer aangebracht. Als je later tegellijm op die ondergrond aanbrengt, zal die niet zo zuigen.
Meng het (kant-en-klare) product goed door voor je het aanbrengt. Breng de substantie daarna aan met een kwast in alle hoeken. De grote vlakken pak je aan met een verfroller op steel.
Douchebak
Daarna haal je de douchebak erbij. Het makkelijkste is om het formaat en de locatie van de afvoer van je nieuwe douchebak af te stemmen op die van je oude. Als je dat niet doet, kan het zijn dat je aanpassingen zal moeten doen aan de positie van de afvoer en de afwerking van je vloer.
Wees voorzichtig met scherpe voorwerpen, zodat je geen schade toebrengt. Sluit de afvoer langs de achterkant van de bak aan op de aanwezige afvoerleiding. De afvoer van de oude bak mag weg.
Een douchebak, zoals hier in composiet, is best zwaar. Dan zijn glasdragers aangeraden. Je trekt ze eerst vacuüm, en dan heb je er meteen enkele handige handvaten bij.
Tot slot voorzie je nog bescherming voor je douchebak. Als je straks tegelt, kan je morsen, gereedschap laten vallen etc. Met een folie of stuk karton voorkom je schade.
Nieuwe tegels of wandpanelen
LIJM AANMAKEN
Ook hier kan je kant en klare producten vinden, of poeders die je met water moet mengen tot een lijmmassa. Werk je met een poeder, zoals hier? Kijk dan vooraf goed op de verpakking wat de juiste verhoudingen zijn. Draag bij het mixen een stofmasker, want lijmpoeder vormt even een irriterende stofwolk.
In principe kan je een mengstaaf op je boormachine aanbrengen om alles te mixen, maar met een staafmenger gaat het net wat vlotter. Eens alles gemixt is, kan je de specie laten rusten. Voor je start met tegelen meng je nog eens kort zodat je een werkbare, smeuïge massa bekomt. Vergeet niet om rekening te houden met de open werktijd van de lijm. Maak dus enkel zoveel specie aan als je kan verwerken.
TIP
Maak de staafmenger meteen schoon na gebruik. Dan krijg je bij een volgend gebruik geen klonters in de specie.
tegelen
Het lijmmengsel breng je aan met een lijmkam. Grotere tanden zijn voor grotere tegels, kleine tegeltjes vereisen kleinere tanden.
Controleer nog even of alles waterpas is. Als je alles mooi vlak kan betegelen, heb je het beste resultaat. De eerste rij tegels kaleer je uit met enkele tegelkruisjes. Smeer de tegellijm uit en tracht daarbij steeds volle lijmrillen te leggen. Alleen zo bekom je voldoende hechting van de tegels. Als je lijmspaan dat typisch schrapend geluid maakt, zit je goed.
TIP
In principe is het voldoende om enkel de muur in te lijmen. Maar werk je met grote tegels of wandpanelen, dan kan het geen kwaad om een dun laagje lijm aan te brengen op de tegel zelf met de rechte kant van de lijmkam. Je kan dit altijd raadplegen op de technische fiche van de tegels.
Eens de tegel in het lijmbed is aangeduwd, kan je waar nodig nog even zacht aantikken met een rubberen hamer. Heb je donkere tegels, dan neem je een zwarte. Heb je lichte tegels, dan neem je een witte.
Zorg voor een egale voeg door gebruik te maken van tegelkruisjes. Vervolledig rij per rij.
Opgelet, als je tegels hebt met een tekening (bijvoorbeeld marmer) dan moet je afwisselend tegels uit diverse verpakkingen halen voor een natuurlijker uitziend resultaat. Let ook op de achterzijde van elke tegel. Daar staat een pijl die aantoont waar de bovenkant hoort te zitten. Respecteer dat, anders zal je niet meer maatvast uitkomen.
Waarschijnlijk zal je tegels moeten afkorten. Dat kan met een haakse slijper, maar je werkt makkelijker met een tegelsnijder. Meet eerst het nodige op. Zoek daarna iets om de tegel te ondersteunen en maak een breuklijn met het snijwiel van de tegelsnijder. Duw dan met enige druk de tegel in twee.
TIP
Klassieke tegelkruisjes bestaan er om een gelijkmatige voeg te houden. Maar er zijn ook moderne nivelleersystemen waarbij je je tegels ook in dezelfde vlakte kan bewaren. Dus de afstand tussen de tegels onderling is gelijk, net als hoeveel ze vooruitkomen van de wand.
SCHOONMAKEN
Tussendoor kan je je tegels, vloer en materiaal eens schoonmaken met proper water. Je hoeft niet te wachten tot de hele douchewand betegeld is, want dan wordt het steeds moeilijker om lijmresten weg te krijgen.
Boren in tegels
Waar de tegels de aanvoer van warm en koud water gaan afdekken, moet je nog uitsparingen voorzien zodat je het kraanwerk later kan monteren. Neem de maten goed op, en teken die over op de tegel. Het uitboren gebeurt met een klokboor geschikt voor steen. Zo'n toestel is namelijk voorzien van een diamantlaag om doorheen de tegel te geraken. Zet de boor schuin in. Zo creëer je wat grip voor jezelf en schiet de boor niet oncontroleerbaar weg.
Ook daarna hou je de diamantboor schuin, zodat er wat luchtkoeling optreedt. De boor loopt dan minder risico op verbranding, en het resultaat zal beter zijn. Dek de watertoevoer af met eindstoppen, zo loopt er geen lijm of vuiligheid in de leidingen.
voegen
Als de tegellijm droog is – de uithardingstijd vind je terug op de verpakking – kan je beginnen met het voegproduct aan te maken. Dat is geen zo’n grote hoeveelheid, dus, als je een poeder verwerkt, werk gerust met een staafmenger op je boormachine. Breng daarna wat specie aan op een rubberen spatel. Wrijf het product goed in de voegen. Veeg daarna diagonaal over de voeg.
Eens alle voegen opgevuld en afgestreken zijn, kan je de specie die nog aan de tegels kleeft verwijderen met schoon water. Spons telkens af en reinig de spons regelmatig. Als je klaar bent, ga je er nog eens over met een licht vochtige doek. Raak dan de voegen niet meer aan.
Je kan ook aan de slag met wandpanelen. Lees hier hoe je dat doet.
Je douche afwerken
Glazen wand
De plaatsing van de glazen wand vertrekt vanuit een U-profiel (hier in aluminium). Daar zitten al enkele voorgeboorde gaten in die je moet overzetten op de muur. Opgelet, zet het profiel met een millimeter speling van de rand van de douchebak. Als extra buffer tegen het vocht, kan je die rand opkitten. Daarnaast is het van groot belang dat het profiel waterpas staat. Zelfs een kleine speling is voldoende om het glasraam foutief te doen hellen, en dat zal opvallen. Wees dus nauwkeurig. Teken meteen het profiel af. Op de gladde tegels lukt dat het best met een stiftje.
boren
Ook hier boor je met een diamantboor doorheen de tegels. Zet de boorkop schuin in zodat die grip kan vinden. Laat de boor rustig zijn werk doen, maar blijf je boormachine schuin houden. Zo kan je de wrijvingswarmte van de boorkop ietwat beter laten koelen, wat een beter boorresultaat zal geven én de levensduur van de boor zal verlengen. Dat afkoelen kan je zelfs bevorderen door de boorkop even onder te dompelen in een beetje water. Herhaal voor alle gaten die je moet uitboren.
pluggen en schroeven
Bevestig de nodige pluggen. Koop er die zijn voorzien van een hals - die vormt een extra buffer tegen vocht dat kan insijpelen in het boorgat. Tik de pluggen aan met een rubberen hamer en zet het profiel tegen de muur. Fixeer met inox schroeven.
glas plaatsen
Til de glasplaat wat omhoog, maar leg er zachte voorwerpen onder die niet kunnen krassen of het glas doen breken bij enige druk. Verwijder de hoekbeschermers en bevestig het rubberen profiel onderaan. Het rubber is flexibel. Wanneer je straks de wand rechtop zet, zal het rubberen profiel door het gewicht van het glas ingedrukt worden en zo een waterafsluitend zegel vormen. De glasplaat opheffen doe je met glasdragers.
Schuif het raam in het profiel en plaats een afdichtingsrubber. Die zal water tegenhouden en het raam nog steviger in het profiel opduwen. Wat overtollig is, snij je af met een breekmes.
stabilisatiestang
Om de douchewand af te werken, moet je de stabilisatiestang nog monteren. Je kan die net op de hoek van het glas plaatsen, of net een beetje meer naar binnen. De keuze is aan jou.
Teken af waar de stang mag komen en zorg dat die zeker waterpas gepositioneerd is. Om het gat voor de plug af te tekenen, demonteer je eerst nog de beugel. Uiteraard gebruik je ook hier de tegelboor. Eens de stang op z'n plek zit, voeg je nog een rubberen strip onder de stang toe, om het glas niet te beschadigen.
En dan mag alles vast. Klein detail, maar wel belangrijk: de afsluitdoppen. Zou houd je ook je aansluitingen waterproof.
kraanwerk
koppelingen
Om de douche af te werken, moet je het kraanwerk nog aansluiten. De opbouw start met de zogeheten s-koppelingen voor de watertoevoer. Deze koppelstukken bevatten schroefdraad en kan je vastzetten in de toevoer. Schroef deze in, positioneer voorlopig de thermostatische kraan en sluit ze aan. Plaats de kraan zo waterpas mogelijk.
Teken af waar de koppelingen zijn uitgekomen op zowel de tegelwand als de koppeling zelf. Daarna mag je alles terug loskoppelen, want je moet de koppelingen nog van afdichtingsdraad voorzien. Onthoud daarbij hoeveel toeren je elke koppeling moet losdraaien.
Ruw de schroefdraad van de koppeling eerst op. Zo vindt de afdichtingsdraad beter grip, en zal die zich beter kunnen hechten.
Wikkel de koord een aantal keren rondom de koppeling. De truc is om niet te weinig en niet te veel draad aan te brengen, zodat de koppeling nog vlot genoeg aangespannen kan worden.
Monteer alles definitief. De eerste koppeling draai je opnieuw in volgens het aantal toeren dat je daarnet telde. Als alles goed is verlopen, komen de markeringen precies tegenover elkaar uit. In dat geval moet je de koppelingen enkel nog kitten met een siliconenkit, zodat ze volledig waterdicht afgesloten zijn.
Stang en regendouche
Rozetten zorgen voor een mooie aansluiting tussen muur en kraanwerk. Voorzie de thermostatische kraan ook van de meegeleverde afdichtingsringen, en monteer definitief aan de muur. Plaats de kant van het warm water aan de juiste toevoer met warm water. Draai alles handmatig aan, en geef dan nog een laatste voorzichtige draai met een gepaste sleutel.
De douchestang mag erop. Ook hier is de montage voorlopig, want je moet nog bepalen waar je boorgat moet komen. Controleer met de waterpas, teken af en dan is het een koud kunstje om het gat uit te boren. Gebruik opnieuw de tegelboor. Bevestig de plug, monteer de beugel en fixeer de douchestang.
Dan mag de regendouchekop er nog op. Draai die voorzichtig en handmatig op zijn plaats. Als laatste mag je gerust eens aanspannen met een sleutel. Bevestig tot slot nog de handsproeier. Zo is je vernieuwde douchecabine klaar!