HOE EEN INLOOPDOUCHE MET DOUCHEBAK PLAATSEN

Een douche plaatsen houdt risico’s in. Je laat water toekomen en zorgt ervoor dat het weer weg kan. Tussen de kraan en de afvoer geef je het water vrij spel. Je begrijpt dat het niet evident is om dit alles zonder waterschade te laten verlopen. In dit artikel zien we hoe je een inloopdouche kan plaatsen, bij elke stap letten we op de correcte waterdichting.

 

DOUCHEBAK PLAATSEN

DUBBELE PLAAT

We begonnen in de badkamer waar de douche komt met een houten raamwerk, zodat de leidingen zonder slijpwerken in te werken zijn. Bovenop het frame kwamen twee lagen plaatmateriaal. De eerste laag bestaat uit tand-en-groef osb-platen. Als tweede laag kozen we voor de badkamer groene gipskartonplaten. Binnenin de douche gingen we voor cementgebonden panelen. Die zijn bestand tegen water, de naden kan je waterdicht afwerken.

 

BAKDRAGER

Nu kan de douche­bodem op z’n plaats. De eerste stap daarbij is de bakdrager, dat is een frame op pootjes waarop straks de douchebak komt. Plaats de bakdrager netjes in de hoek. Een van de redenen om met voorzetwanden te werken, is ook om perfect rechte hoeken te verkrijgen, zo past je drager mooi in de hoek.

Je kan de hoogte van de pootjes instellen zodat de bakdrager mooi waterpas staat. Controleer ook de hoogte. Het is de bedoeling dat de bovenrand van de douchebak even hoog komt als het vloerniveau. Aangezien de definitieve vloer er nog niet ligt, zal je die tijdelijk moeten opbouwen. Gebruik kaleerblokjes om de lijmlaag te evoceren.

 

AFVOER KOPPELEN

Koppel de pvc-buizen voor de afvoer aan. Je kan de uiteinden wat schuin afboorden met behulp van je slijpschijf, zo passen ze vlotter ineen. Zeker als je ook wat siliconespray aanbrengt. Met enkele bochten en koppelstukken kan je de sifon verbinden met de afvoer. Vermijd hoeken van 90 graden bij het wegstromend water. Test tijdens deze fase uit of deze verbindingen waterdicht zijn. Giet water in de sifon en controleer op lekken.

 

DOUCHEBAK

Voor je de douchebak op het frame positioneert, zorg je nog voor de doorvoer. Schuif die door de opening van de douchebak. Schroef de verschillende delen aaneen. Daarbij hoort een dichtingsrubber, zorg ervoor dat dit goed zit, aan de onderkant van de douchebak. Leg dan de plaat op z’n plaats. Zo’n plaat weegt heel wat, je kan het best met twee werken om hem te positioneren. Ook zuignappen zijn een handig hulpmiddel bij de manipulatie van zo’n onhandig stuk.

 

WATERDICHTE WANDEN

PRIMER EN AFDICHTMIDDEL

Om een volledige waterdichting te garanderen, voorzien we de wand nog van een vloeibare coating. Breng eerst een primer aan op de douche­wanden in cementgebonden vezelplaat. In de douche komt ook een laag afdichtmiddel. Voor je het aanbrengt, roer je het goed om: je moet een egale blauwe kleur verkrijgen, met een egale consistentie. Kwast eerst de hoeken en naden in, en rol daarna de substantie over de volledige wanden uit.

 

6. Kimband en afsluitmembraan

In de natte laag kan je nu de naden afwerken. In de hoeken druk je een kimband. Die kleef je vast in het dichtingsmiddel. Zorg dat er geen luchtbellen onder zitten, druk alles goed aan. Bovenop de kimband breng je opnieuw afdichtmiddel aan.

Voor de doorvoer van de kraan e.d. gebruik je een membraan dat mooi aansluit. Opnieuw gebruik je ruim wat dichtingsmiddel om de aansluiting te maken. Ook het dichtingsmembraan van de douchebak kleef je vast.

 

TWEEDE LAAG

Als de eerste laag droog is, breng een tweede laag van het blauwe dichtingsmiddel aan. De bedoeling is dat je in totaal een laag van wel een millimeter dik hebt. Dat is echt noodzakelijk voor een goede afdichting.

De tweede laag aanbrengen verschilt in theorie niet zoveel van de eerste laag. In de praktijk ga je merken dat blauw op blauw schilderen net iets moeilijker is. Blijf geconcentreerd, zo weet je wat je nog moet verven. Plaats eventueel een extra lap om de glans van de natte laag goed te kunnen onderscheiden.

 

BETEGELEN

INLIJMEN

Doe nu voldoende lijm op je lijmkam en lijm de muur vlak in. We doen dit telkens voor een tweetal tegels, dit hangt wat af van het formaat tegels

Als de wand mooi ingesmeerd is met de lijm kan je de lijm gaan kammen. Dat doe je op een wand van beneden naar boven. Met verticale banen heb je een kleinere kans dat je tegels gaan verzakken. De lijm die we gebruiken heeft sowieso een beperkte afglijding. Dat betekent dat je, als je je tegel op je muur kleeft, de tegel niet naar beneden gaat glijden. Tijdens het plaatsen zal je merken dat de lijm de tegel echt tegen de muur zuigt.

 

Dubbele verlijming

We gaan een dubbele verlijming toepassen. Dubbele verlijming wil zeggen dat je zowel de muur als de tegel inlijmt. Muurtegels hebben een kleinere belasting, en de tegels zijn niet buitenmaats, dus het kan bediscussieerd worden of deze dubbele verlijming nodig is. We nemen het zekere voor het onzekere. Smeer de tegels vlak in met de lijm, je hoeft hier de lijm niet te kammen.

 

Nivelleren

Om vlak te werken en de uitzetvoeg aan te houden, maken we gebruik van een nivelleersysteem.
Zeker bij grote tegels is dit handig, het bespaart heel wat tijd en controle­werk. De tegels moet je immers in één vlak krijgen en een kleine oneffenheid zie je al.

Nadat je een tegel geplaatst hebt, plaats je een spie in de voorziene clips. Met de meegeleverde tang, klem je de spieën op hun plaats. Daarna kan je de volgende clips plaatsen. Controleer en verwijder eventuele lijmresten met een spons.

 

Afwerken met profiel

Op sommige plaatsen moet je eindigen met een buitenhoek. Breng op die plaats eerst wat lijm aan zodat je er een eindprofiel kan in aanbrengen. Controleer met een waterpas of het profiel overal op eenzelfde afstand zit en je dus recht werkt. Verdeel dan de lijm verder tot het volledig profiel is ingelijmd. Nu kan je het laatste rij tegels gaan plaatsen.

Als alle tegels geplaatst zijn, verwijder je nog de overtollige lijm uit de voegen en verwijder je de lijmresten van de tegels met een propere spons.

 

EPOXY VOEGLIJM

Om de voegen volledig waterdicht af te werken, gebruik je geen voegmiddel op basis van cement, maar een epoxy voegmiddel. Een ander voordeel van dit soort voegmiddel is dat het minder snel vuil wordt. Epoxy voegmiddel is een tweecomponentenproduct, dus er is wat mengwerk nodig om het gebruiksklaar te krijgen.

Zorg dat je het product vooraf enkele dagen op kamertemperatuur bewaart, alleen dan zal het vlot verwerkbaar zijn. Eerst meng je component B, de verharder, goed door. De kleur van het goedje moet egaal worden. Eens het zover is, voeg je de verharder toe in de grote emmer. Deze twee meng je dan goed door. Gebruik een mengstaaf op je boormachine.

 

VOEGEN

Zet voor je begint al een sponsemmer klaar met water en een tegelspons. Voeg wat speciale epoxy-reiniger toe.
Epoxy voegmiddel breng je altijd aan met een voegrubber. Breng het voegmiddel diagonaal aan in de voegen en vul de voegen volledig. Neem meteen zoveel mogelijk weg. Doe dat ook diagonaal.

Meteen na het invoegen, begin je met het afwassen van het voegmiddel. Werk bij het wassen van de voegen in een cirkelbeweging. Maak je spons regelmatig proper in de sponsbak. Na het wassen in cirkels, was je de tegels nog eens horizontaal. Doe dat met proper water. Vergeet niet er het schoonmaakproduct bij te doen.

 

VLOER

In een badkamer is een tegelvloer de meest voorkomende vloer. In ons geval wordt die als volgt opgebouwd. De vloer zelf bestaat uit osb-platen. Die krijgen een laag primer. Op het osb lijmen we een ontkoppelingsmat. Daarop kunnen we gaan tegelen. Het dichtingsmembraan van de douchebak verwerken we in de tegellijm. Ten slotte gaan we voegen, met epoxy voegmiddel. Epoxy zal de vervormingen van de houten vloer het best opvangen. Een alternatief voor een tegelvloer kan: er bestaan waterdichte laminaat- of lvt-vloeren.

 

AFWERKING

Inbouwkraan

Haal het beschermplaatje weg. Snij de inbouwdoos gelijk met de rand van de tegels. Rond de inbouwdoos maak je de naad dicht met wat silicone. En ook al wordt deze naad straks verborgen, je werkt hem toch beter netjes af om zeker geen vochtproblemen te hebben achteraf.

Volg zorgvuldig de handleiding voor het monteren van de kraan. Het kraanhuis maak je gewoon vast in de inbouwdoos. Plaats dan de huls van de bedieningsknop er al op en de montageplaat voor de bedieningsplaat. Je kan op die montageplaat het front dan gewoon vastklikken. Nog even de bedieningsknop van de thermostatische kraan er op duwen en je kraan is geïnstalleerd.

 

REGENDOUCHE

Om de dichting te garanderen, ruw je het best de schroefdraad aan het einde van de stang op. Daarrond doe je dan wat dichtingsdraad. Schroef de stang op zijn plaats. Om wat meer grip te krijgen, kan je een inbussleutel in de opening steken. Zo kan je de stang goed afregelen. De douchekop zelf schroef je er gewoon op. Draai de kraan vast met een Engelse sleutel en zet hem definitief vast met de schroef.

 

GLAZEN WAND

Alle werken in de douche zijn afgelopen. We plaatsen nu pas de glazen douchewand. Hang het profiel waar de wand in moet komen loodrecht. Teken het af en boor het in. We werken met een luchtgekoelde tegelboor op onze haakse slijper. Met pluggen en schroeven wordt het profiel dan vastgemaakt. De glazen wand schuif je dan op zijn plaats. Als het glas erin staat, breng je nog de rubber strip aan. Deze zal het glas op zijn plaats houden. De wand wordt dan nog aan de tegenover­gestelde muur vastgezet met een stabilisatiestang.

 

AFDICHTEN

Als allerlaatste kit je de naden met silicone voor sanitaire toepassingen. Breng de silicone aan met een kitpistool. Probeer dit zo netjes mogelijk te doen. Strijk de silicone af met afwerkzeep. Spuit wat op de naad en op je nagel. Zo blijft er aan je handen geen silicone meer hangen. Neem de overtollige silicone weg met je duimnagel en strijk de naad dan nog eens vlak met je vinger.