hoe leg je de fundering voor een oprit?
Om een duurzame oprit te kunnen plaatsen, is het belangrijk om een stevige en vooral stabiele ondergrond te voorzien. De fundering van de oprit zal dan ook uit drie delen bestaan. Een eerste, ondersteunende deel in gebroken betonpuin, dan een stabiliserende laag en ten slotte een drainerende chape. Deze drainerende chape gaan we mooi vlak leggen, om ervoor te zorgen dat onze tegels perfect egaal komen te liggen.
Welke drie lagen?
Steenpuin
De eerste laag die je plaatst ter ondersteuning van de oprit is de onderlaag. Daarvoor maak je gebruik van beton- of steenpuin. De puinlaag voorzie je het best voldoende dik - minstens 15 cm, want een oprit moet een relatief zware belasting aankunnen. Je rijdt er immers vaak op en af met je wagen.
Tril de laag beton- en steenpuin aan voor je er de stabilisé op plaatst. Gebruik voor het aantrillen een mechanische trilplaat. Hoogstwaarschijnlijk heb je die niet in je tuinhuis liggen, maar geen probleem, je kan die makkelijk huren in de meeste verhuurcentra. Op die manier ben je zeker dat alle puindeeltjes zich goed vastzetten en krijg je geen verzakkingen in het eindresultaat.
UITGRAVEN
Je zal uiteraard eerst moeten uitgraven. Voor de graafwerken zelf kun je met een spade aan de slag gaan indien het om een kleine oppervlakte gaat. Voor grotere percelen zul je algauw een kraantje en een container kunnen gebruiken. Denk er wel aan dat je voor het plaatsen van een container op de openbare weg toelating moet krijgen van de gemeente of de politie. Om te weten hoe groot de container moet zijn, bereken je de inhoud van het uit te diepen stuk. Daarvoor vermeningvuldig je lengte, breedte en hoogte. Het aantal kubieke meter geeft aan hoe groot je container zal moeten zijn.
Stabilisé
De tweede laag is een laag stabilisé, ook van om en bij de 15 cm. Voor een groot oppervlak, zoals een volledige oprit, is het het eenvoudigst om de stabilisé te laten leveren. Heb je een kleiner oppervlak, aarzel dan niet om zelf stabilisé aan te maken. Je kiest dan voor een voorgemengde zak, waar je enkel water aan moet toevoegen.
Verdeel de stabilisé in een gelijkmatige laag bovenop het steenpuin. Ook deze laag mag je aantrillen. Wacht vervolgens enkele dagen tot de stabilisé voldoende uitgehard is. Draag bij het plaatsen van stabilisé en chape steeds handschoenen en een lange broek, liefst mét knielappen. Want de cement in de chape is bijtend en zou je huid kunnen aantasten.
LET OP
Bij het bepalen van je hoogte moet je er steeds op letten dat je onder de waterkering van je woning zit. Die kan je herkennen aan de open stootvoeg. Deze zal net boven je waterkering zitten en iets boven je vloerpas. Verder zorg je ook voor lichte afhelling van je woning naar de straat toe.
Drainerende chape
Als laatste laag komt er een drainerende chape. Dat is een chape met een grove korrel van zand, zodat de laag voldoende drainerend is. In combinatie met de waterdoorlatende ondergrond van betonpuin en stabilisé zal vocht dus niet onder de tegelvloer blijven staan maar wegvloeien. Dit is noodzakelijk om vorstschade tijdens de winterperiode te voorkomen.
In de technische fiche staat dat de chape in een dikte van 3 tot 7 cm gelegd mag worden, hou hiermee rekening bij de opbouw van de puin en stabilisélaag. Die onderfundering moet sowieso voldoende dik en draagkrachtig zijn, want de drainerende chape is op zich niet dragend.
Enkele taken vooraf
Niveau uitzetten
Het uitzetten van je afwerkingsniveau doe je aan de hand van je afwateringsgoot als laagste punt en het straatniveau als hoogste punt. Span een metserskoord op tussen die twee punten. Je zorgt ervoor dat je koord zowel de goot als de straatstenen raakt. Op die manier zal je touw – en dus je latere oprit – in hetzelfde vlak liggen.
Moet je de goot nog klaarzetten, zorg er dan voor dat er voldoende helling is om het water naar de goot te laten aflopen. Qua afschot reken je meestal minstens een centimeter per lopende meter.
Putdeksels
Ook de putdeksels moeten dezelfde helling volgen, zodat ze mooi in hetzelfde vlak als de tegels zouden liggen. Je spant dus je referentiekoorden ter hoogte van de deksels. Zo markeer je de helling van de goot tot aan de straatzijde en kan je de putdeksels volgens de juiste hoogte en hellingsgraad installeren.
Je gebruikt hiervoor best een gewone mortel met de verhouding 1 deel cement op 3 delen. In vergelijking met stabilisé zal de mortel hier beter kleven en door z’n meer samenhangende structuur heb je minder kans dat er veel specie in je putgat valt. Wanneer het cement dan voldoende uitgehard is, zal het deksel mooi vastzitten.
Maak de mortel aan, niet te vast maar ook niet te lopend, en breng die rond het putgat aan. Op de mortel rond het putgat leg je dan het raam van het putdeksel. Je regelt de positie bij volgens je opgespannen referentiekoord. In de breedte zorg je ervoor dat het raam mooi waterpas ligt. Leg de ramen voor de putdeksels mooi parallel met je boordsteen, zodat ze later de lijn van je voegen zullen volgen.
Als de positie goed zit, strijk dan nog wat mortel tegen de zijkanten. Zo creëer je als het ware een bakje zodat het raam van het putdeksel in geen geval nog zijwaarts zal kunnen verschuiven. Komt het putdeksel tot aan de goot, voorzie dan ook een voeg tussen het raam en de goot. Die kun je dan later flexibel opkitten. Op die manier is er voldoende bewegingsruimte bij eventueel uitzetten of krimpen en zal je het deksel steeds gemakkelijk open krijgen.
De drainerende chape
Hoe aanmaken?
Om de drainerende chapelaag zelf te kunnen plaatsen, moet je je opnieuw baseren op het afgewerkte terrasniveau. Span je touwen daarom terug op tussen de goot en straatzijde, dit keer aan de kant waar je zal beginnen met chapen. Daarna kan je de drainerende chape aanmaken. Check daarvoor steeds de verpakking om de juiste aanmaakverhoudingen te kennen. In dit geval moeten we per zak 2 liter water gebruiken. Laat dan de betonmolen even mixen, tot je een egale massa bekomt.
Doe steeds eerst het water in de betonmolen, voor je er product aan toevoegt, zo zal het mengsel minder aan de betonmolen plakken
Hoogte bepalen
Het is belangrijk om eerst de afgewerkte hoogte van de chape te bepalen, zodat je straks mooi kan afreien. De helling moet je al in de drainerende mortellaag aanbrengen. De hoogte bepaal je met een metserskoord op de afwerkhoogte als referentie.
De tegels die we gaan gebruiken zijn 3 cm dik en gaan we met een dubbele verlijming van in totaal ongeveer 3 mm plaatsen. Je moet er met andere woorden voor zorgen dat je met de egalisatielaag 3,3 centimeter onder het touw blijft. Gebruik om vlot te kunnen werken een pasblokje dat de dikte van de tegel met tegellijm nabootst.
Op verschillende plaatsen langs het metserskoord zet je de gewenste hoogte uit. Gebruik klinkers. Je zet ze met behulp van wat chape op het juiste niveau. Vergeet niet in de breedterichting te controleren of je klinker ook waterpas ligt. Voorzie zeker halverwege de afstand ook een klinker. Zo krijg je voldoende referentiepunten om de richting van het touw te kunnen volgen.
Referentiebanen
Heb je voldoende klinkers afgeregeld, dan kun je de ruimte ertussen gaan opvullen met de chape. Want aan de hand van deze klinkers, ga je nu referentiebanen op de juiste hoogte gaan maken.
Maak dus alvast wat van de chape aan. Zorg voor een smeuïg mengsel waarin de korrels goed aan elkaar vasthechten. Nadat de drainagemortel gemengd is, is ze zo’n 90 minuten verwerkbaar.
Aanvullen en afreien
De chape wegslepen
Vul de ruimte tussen de klinkers. Daarna kan je de chape afreien. Zo vorm je de referentiebanen. Voor het afreien laat je een afreilat op de stenen rusten. Beweeg de afreilat heen en weer. Zo sleep je de chape die te hoog komt weg en krijg je de chape op een gelijk niveau als je stenen.
Liggen de stroken uiteindelijk op dezelfde hoogte als je klinkers en is dit glad afgereid, dan kun je de stenen voorzichtig weghalen. Vul het gat die de stenen achterlaten ten slotte ook tot hetzelfde peil als je referentiebaan van afgestreken chape.
Meet na of je met je egalisatielaag effectief 3,3 centimeter onder je goot uitkomt. Zo heb je de gewenste hoogte voor de chape met behulp van de klinkers overgezet naar een volledige strook van je goot tot aan de straatzijde. Zorg voor voldoende referentiebanen. De ruimte tussen de banen mag niet groter zijn dan de lengte van je afreilat.
Chapebanden
De referentiebanen kan je nu gebruiken om ook de ruimte naast deze stroken tot het gewenste niveau aan te vullen en af te strijken. Je kan chapebanden gebruiken. Chapebanden zijn inox latten van amper 0,5 millimeter dik. Leg ze op de referentiebanen.
Vul de chape tussen de referentiebanen aan. Laat nu je afreilat over de chapebanden glijden. Doordat deze mooi glad zijn, zullen ze helpen om gemakkelijk met je afreilat langs deze strook te kunnen strijken. Een zigzagbeweging met je afreilat helpt om het overtollige materiaal af te slepen.
Tot het glad is
Zijn er nog plaatsen onvoldoende gevuld? Voeg extra materiaal toe en strijk opnieuw glad. Eens afgestreken ga je met een schuurbord en chape-ijzer over het oppervlak om het mooi egaal te maken. Is de eerste strook volledig egaal uitgechapet, dan kun je het niveau van de volgende strook uitzetten. Verwijder enkel de buitenste chapeband en laat de middelste liggen, zodat je die samen met een nieuwe kan gebruiken als referentie.
Doordat de chapebanden zo dun zijn, kun je ze gewoon weghalen en je bent klaar. Gebruik je een staaf of T-stuk als profiel om op af te reien, dan moet je na het chapen de holtes waar je profielen zaten nog opvullen. Let op: de banden zijn breekbaar. Loop of rijd er niet op, want zo zou je ze kunnen beschadigen en heb je geen rechte lijn meer.
Strook na strook
Werk volgens dat principe nu strook per strook verder. Controleer uiteindelijk of je chapeniveau goed zit met je pasblokje of met je meter. Als je zo blijft verderwerken met nodige aandacht voor het mooi vlak trekken van de drainerende chape, bekom je uiteindelijk een mooi effen ondergrond om op te tegelen. Dat is belangrijk, want bij het verlijmen van tegels kun je nog weinig hoogteverschil bijregelen.
Gun de ondergrond nog even de nodige tijd om te drogen en dan kunnen de keramische tegels erop gelegd worden. Reken op minstens 3 dagen droogtijd, voor je de chape effectief kan gaan betegelen.