Hoe wordt een rioleringsplan opgesteld?
Het rioleringsplan hoort bij de bouwaanvraag en zal dus bij nieuwbouw door de architect worden opgemaakt. Ook bij renovatie wordt best een rioleringsplan voorzien indien dat nog niet bestaat.
informeer je bij de gemeente
De opbouw van je afwatering moet in lijn liggen met bepaalde regelgevingen die afhankelijk zijn van de locatie van de woning. Bij het aanpassen of plaatsen van je riolering, kan je je dus beter eerst gaan informeren bij je gemeente of rioolbeheerder.
Controleer bij renovatie van de riolering zeker ook eerst bij de gemeente of er geen gemeenschappelijke riolering is met de buren en of er geen erfdienstbaarheid is. In dat geval mag je niet zomaar gaan renoveren en moet dit in overleg gebeuren.
Ook voor de afvoer van het water is een keuring verplicht in geval van eerste ingebruikname, na vaststelling van een inbreuk, of bij aanleg van een nieuwe, bijkomende aansluiting. Daar lees je hier meer over.
AANDACHTSPUNTEN
Net voor de aansluiting met de riolering voorzie je ook het best een terugslagklep. Die zal voorkomen dat rioolwater in de afvoerbuizen van je woning kan lopen. Dit is nog niet verplicht, maar als die er is, moet ze steeds bereikbaar blijven.
De afvoerbuizen van de woning bevinden zich idealiter net iets hoger dan de riolering in de straat. Op die manier vermijd je wateroverlast en geurhinder. De aansluiting van je afvoerbuizen met de riolering in de straat gebeurt door de rioolbeheerder.
ZWART EN GRIJS WATER
Op de meeste plannen zal met een pijl de stroomrichting van het water worden aangeduid. Daarbij wordt eventueel ook de hellingsgraad (1 à 2 cm per lopende meter afvoerleiding) genoteerd.
Op het rioleringsplan zullen eerst de afvoerbuizen van het zwarte water uitgetekend worden. Die krijgen een bruine kleur op het plan. Dit zijn de afvoeren voor de toiletten en die moeten in een zo recht mogelijke lijn de woning verlaten richting de septische put of het rioolnet. Hierbij worden de nodige controleputten voorzien om verstoppingen op te sporen.
Daarna worden de afvoeren van het grijze water – het huishoudwater – erbij geplaatst in het rood. Dit afvalwater kan zeep- en vetresten bevatten en ook hier worden dus waar nodig controlepunten voorzien.
REGENWATER EN AFVALWATER
Ook voor de afvoer van het regenwater moet je een volledig apart leidingstelsel voorzien. In de waterput moet een overloop voorzien zijn en eventueel ook een aanvullingssysteem om in periodes van droogte de put bij te vullen om bepaalde toestellen in de woning te kunnen blijven gebruiken. Zorg er bij zo'n aanvullingssysteem wel voor dat er nooit een directe verbinding gemaakt wordt met de rest van de binneninstallatie. De bijvulling moet steeds via een onderbreking gebeuren.
SCHEIDING
Regenwaterafvoer en afvalwater moeten overal duidelijk gescheiden worden, zodat regenwater niet samen met het afvalwater richting de riool gaat. Hierbij worden grijsgekleurde buizen meestal gebruikt voor regenwater en roodbruine of oranje buizen voor het afvalwater. Het is dan de bedoeling dat het regenwater naar de regenwaterput en/of infiltratievoorzieningen gaat, of naar een gracht of beek wordt geleid.
Dit is verplicht, maar je moet dit bij een oudere woning vooralsnog niet proactief doen (wel vanaf een afkoppeling). Alle nieuwe gebouwen moeten wel perfect gescheiden afvoeren.
PUTTEN EN INFILTRATIE
Ook septische putten, waterputten en infiltratievoorzieningen worden op het plan getekend.
- Bij de septische put wordt het volume in liter genoteerd.
- Bij de waterput komt opnieuw de inhoud in liter en daarbij nog het aangesloten oppervlak in m2 en de locatie van de overloop.
- Bij de infiltratievoorzieningen worden de capaciteit, het volume, de diepte, het aangesloten oppervlak en de locatie van de overloop genoteerd.
WANNEER IS EEN SEPTISCHE PUT VERPLICHT?
Of je al dan niet een septische put moet laten plaatsen bij je woning, is grotendeels afhankelijk van het rioolstelsel, meer bepaald of dat al dan niet is verbonden met een zuiveringsinstallatie. Dat kan je in Vlaanderen opzoeken via het zoneringsplan van de Vlaamse Milieumaatschappij. Bij 'centraal gebied' en 'geoptimaliseerd buitengebied' zit je gekoppeld aan een zuiveringsinstallatie, en hoeft er geen septische put te zijn. Bij 'collectief te optimaliseren buitengebied' is verplicht een septische put te plaatsen voor grijs en zwart water. Individueel te optimaliseren buitengebied is nog een andere regeling, waar een IBA verplicht is.
Let op: of een septische put al dan niet verplicht is, is ook afhankelijk van gemeentelijke bepalingen. Je klopt dus het best eens aan bij het gemeentehuis. Wie een septische put moet laten plaatsen, heeft overigens doorgaans geen vergunning nodig, tenzij je de put dicht bij perceelgrenzen laat plaatsen – informeer je hierover ook bij je gemeente.
BIJ DE AFTApPUNTEN
Elk aftappunt moet in principe voorzien zijn van een afvoerpunt. Er zijn wel uitzonderingen zoals bij het warmwaterwinningssysteem of bij technische kranen.
SIFON EN ONTLUCHTING
Tussen de meeste toestellen zoals het toilet, bad of lavabo en de afvoerbuizen zal er een sifon geplaatst worden die geurhinder moet voorkomen. Om te zorgen dat er steeds water in deze sifon blijft staan zal er net achter de sifon vaak ook een beluchter of luchtsnuiver komen die ervoor zorgt dat de druk voor en achter de sifon gelijk is, waardoor het water niet uit de sifon wordt geduwd.
Naast een beluchter zal er ook een ontluchtingsbuis worden voorzien naar het hoogste punt van de woning. Deze voorkomt dat lucht zich ophoopt in de buizen waardoor het water niet snel genoeg kan wegvloeien.