Van retrokast naar badkamermeubel

Met een retrokastje en een opzetlavabo maken we een badkamermeubel. Stijlvol recycleren heet dat. We nemen eerst de kast onder handen en geven die een nieuw uiterlijk, en pakken daarna het sanitair aan.

 

KAST OPKNAPPEN

Eerst wordt het oude meubel in ere hersteld en opgewaardeerd met een frisse verflaag. Eerst controleren we de ondergrond. Bij het schuren moet er droog stof zijn: dan weten we dat de ondergrond overschilderbaar is.

ONTMANTELEN

Daar de koperkleur van het meubelbeslag niet in ons eindbeeld past, halen we dat weg. Wat de beste methode is om alles los te krijgen, dat merk je maar al doende. Meestal komt het neer op gewoon het beslag losschroeven, maar zo’n oude kast kan verrassende technieken bevatten. Ook roest en slijtage maken het niet makkelijker.

REINIGEN

Spinnenwebben op een oude kast: het is een goed teken. Het wil zeggen dat de kast goed en droog bewaard is. Voor het schilderen doe je ze toch beter weg. Na het droog borstelen, is het tijd voor de echte reiniging. We gaan de kast ontvetten met ecologische ammoniak. We doen een scheut ervan in een teiltje water en met vod en spons gaan we de kast te lijf. 

OPSCHUREN

Als de kast goed ontvet is, kunnen we overgaan op de volgende stap: schuren. Dit maakt stof: bescherm dus goed je longen en je ogen. Als je een volledige kast moet schuren, dan werk je het best elektrisch. Zeker om de grotere vlakken te doen. Kleef af en toe een nieuw schuurvel op je machine. Zo schiet het werk het best op.

Je hoeft niet veel weg te schuren, het volstaat om de oude vernislaag wat op te ruwen. Zorg wel dat je overal schuurt, ook in de kleinere hoekjes en kantjes. Daarvoor werk je soms makkelijker zonder machine.

Ga na het schuren met een vochtige doek nog eens over de kast. Alle stof moet weg. Vergeet uiteindelijk ook niet de opvangbak van je schuurmachine te legen voor je die wegsteekt.

HERSTELLEN

In één deur van deze kast zit een barst, tussen twee planken. Die gaan we dichten. Eerst brengen we wat tape aan op de achterzijde. Daarna gaan we vullen met overschilderbare voegkit. Die is flexibel en gaat bewegingen tussen de twee planken opvangen. Het vullen zelf is simpel: spuit een nette lijn kit in de naad. Glad afwerken doe je met zeep en een spateltje.

Een ander verhaal voor de oude sleutelgaten. Hiervoor kiezen we een houtplamuur. Niet flexibel, maar wel geschikt om grotere, diepere openingen te vullen. Houtplamuur breng je aan met een plamuurmes. Strijk het zo glad mogelijk. Als het gedroogd is, schuur je nog even na.

Nu de sporen van het oude meubelbeslag weg zijn, monteren we meteen de nieuwe. In dit geval worden de houten knoppen immers meegeschilderd. Kies je liever voor handvatten die niet geschilderd moeten worden, wacht dan met de montage tot op het einde. Nog eens ontstoffen en de kast is klaar voor zijn nieuwe verflaag!

PRIMERLAAG

We kozen hier voor een verf en een primer op basis van algen. Een kast hergebruiken, is al behoorlijk ecologisch, met die algenverf doen we nog dat extra stapje. Het voordeel van de algenverf is dat die minder toxische stoffen bevat. Ideaal dus voor een binnenklus. En, omdat de verf zo ecologisch is kan je die ook met ecocheques betalen. Ook goed om te weten.

Je hoeft je geen zorgen te maken. Je kan deze primer aanbrengen net als alle andere primers. Met een puntborstel doen we de randen en de detaillering. Het rolletje gebruiken we voor de vlakken. Daarmee bereik je een streeploos en perfect vlak resultaat. Door eerst een primer aan te brengen, krijg je een egale onderlaag, en dat is nodig voor een egale eindlaag.

VERFLAAG

Voor we de uiteindelijke verflaag kunnen aanbrengen, gaan we de primer nog eens opschuren. Dit tussenschuren kan met een erg fijne korrel: P320. Schuur manueel licht op en neem meteen ook het stof weer weg. Roer vervolgens de verf goed op en verdeel gelijkmatig over de primerlaag. Werk opnieuw met de puntborstel en de rol.

Eens de eerste laag droog is, kan je opruwen met een fijne korrel en de tweede verflaag aanbrengen. Die tweede verflaag mag je iets zuiniger aanbrengen. Zorg er wel voor dat je elk hoekje en kantje een tweede laag geeft.

 

WASKOM EN AANSLUITINGEN

Bovenop de kast komen de lavabo, een opzetmodel, en de kraan. Of het nu gaat over een oude kast of een nieuwe, het plaatsen van een opzetlavabo en een kraan is ongeveer hetzelfde. Bepaal nauwkeurig waar de opzetlavabo en de kraan moeten komen en teken alles mooi af.

kraan en lavabo plaatsen

GAT VOOR DE KRAAN

Voor de kraan moeten we een opening boren van 35 mm. Dat doen we met een klokboor op onze schroefboormachine. We fixeer de juiste maat klokboor op de centerboor, en kunnen rustig boren. Het gaat iets vlotter als je de richting en de snelheid juist afstelt.

In de verpakking van een wastafelkraan zit ook altijd de plug voor de afvoer. Die hebben we nu nodig. Demonteer de plug en plaats die in de opening van de waskom. Zorg dat de rubber ringen juist zitten, en zet vast met de waterpomptang zodat er wat spanning op komt. Dan kan de sluitklep er terug op.

WASKOM PLAATSEN

Nu de plug er zit, kan je opmeten hoe groot de opening moet zijn voor de wastafel. Hier is dat een tiental centimeter. Zorg altijd voor wat speling. Dan kan je de uitsparing maken in de bovenkant van het kastje. Een opening van dit formaat maak je best met de wipzaag. Het startpunt boor je met een houtboor. Dan kan je verder met de wipzaag zelf. Eens het gat is gemaakt, kan de waskom op zijn plaats. 

Uiteindelijk kan je nu ook al de kraan vastmaken in het gat dat je daar eerder voor hebt uitgeboord.

DE FLEXIBELS PLAATSEN

De volgende stap is de flexibels naar de kraan krijgen. In dit geval zit daar nog een plank in de weg, maar kunnen we toch vlot de uitsparingen maken om de flexibels te verbinden met de kraan.

Vervolgens moet er een uitsparing gemaakt worden in de achterwand van de kast, om de aansluitingen te maken aan de voorzieningen die uit de muur komen waartegen de kast komt te staan. Meet even na aan die muur, en dan haal je gewoon een groot stuk uit de achterwand.

DE SIFON PLAATSEN

Als sifon hebben we hier gekozen voor een uitschuifbare, plooibare buis. Als je die in een U plooit, heb je effectief een sifon. Met het afdichtingsrubbertje op z’n plaats, schroef je de sifon onderaan vast op de plug van de wastafel. Maak ook de dubbele haak vast. Daarmee zorg je dat die U-vorm mooi behouden blijft. Om plaats te maken voor de sifon, halen we nog een stuk uit de legplank. Zo is het meubel klaar om geplaatst te worden.

CONNECTIES MAKEN

De flexibels zijn eenvoudig te connecteren: warm water komt links, koud water komt rechts. Dat is een vaste regel. Uiteraard moet je alles stevig aandraaien, daarvoor gebruik je een tang en een Engelse sleutel. Voor de sifon is eerst een overgangsrubber nodig. Daarmee pas je de diameter van de afvoer aan aan die van de sifon. Van 40 naar 32 mm. Op een afvoer zit geen hoge waterdruk, gewoon vastduwen is dus genoeg.

DE LADES 

Nu alle sanitaire aansluitingen gemaakt zijn, kan er gekeken worden voor de lades. Een daarvan moet hier worden ingekort, dus zagen we gewoon een deel van de lade. Met een stukje resthout is die makkelijk terug te vervolledigen.
Je hebt zeker nog een restje hout waarmee je de lade opnieuw kan vervolledigen.

LAVABO VASTLIJMEN

Maak de sifon nog even los, want helemaal op het einde moet je nog de lavabo vastlijmen. Gebruik hiervoor een universele siliconenkit. Als je met een gewone sanitaire siliconenkit zou werken, zal je enkel afdichten en niet verlijmen. Leg een lijn silicone op de richel onderaan de lavabo en maak de sifon terug vast.