HOE EEN inductieKOOKPLAAT PLAATSEN EN AANSLUITEN
Met een inductiekookplaat behaal je ontzettend snel de gewenste temperatuur. De plaat warmt erg snel op, en koelt ook vlug af. Het rendement is bovendien hoog. Er gaat nagenoeg geen warmte verloren want alle energie gaat naar de pot of de pan. Hoe installeer je nu zo'n inductiekookplaat? Deze stappengids helpt je alvast aardig op weg!
DE KOOKPLAAT INSTALLEREN
WAAROM KIEZEN VOOR INDUCTIE?
Een inductiekookplaat is een kookplaat waarbij de potten en pannen worden opgewarmd door een reactie op een magnetisch veld onder het glazen vlak van de plaat. Deze hebben een hoog vermogen van 2.800 W (modellen uit de eerste generatie) tot wel 4.600 W (de nieuwste modellen). Hoe hoger, hoe korter de opwarmtijd.
Dat is meteen het grote voordeel van inductiekookplaten: hun snelle opwarm- en afkoeltijd, wat een lager energieverbruik oplevert.
Je zal ook niet staan zweten in de keuken, aangezien een inductievuur enkel de pot of pan opwarmt en dus minder warmte afgeeft door heel de keuken. Verwijder je de pot of pan, dan stopt het verwarmen ook meteen - handig voor de vergeetachtigen onder ons. Zo is er minder kans op verbranding.
Inductiekookplaten zijn verder ook vaak uitgerust met handige extra functies, zoals een anti-overloopbeveiliging voor vloeistoffen (kokend water), anti-oververhittingsbeveiliging, timer of een pauzefunctie.
Niet elke pot of pan is geschikt voor een inductiekookplaat, de bodem moet (gedeeltelijk) uit ijzer bestaan
VOORBEREIDING
METEN
Bij het installeren van een kookplaat begin je met uit te meten waar deze precies moet komen. In de handleiding van je aangekochte kookplaat zal altijd aangeduid staan wat de minimale afstand tussen spatwand en kookplaat moet zijn.
Kijk ook de montagevoorschriften na voor de uitsparing die je in je werkblad moet maken om de kookplaat te doen passen. Na de aansluiting leg je het kookelement dan gewoon op z'n plaats.
UITSPARING VOOR VENTILATIE
Een inductiekookplaat heeft een inbouwdiepte tussen 4 en 6 cm. Wanneer je een inductiekookplaat in combinatie met of boven een ander toestel (bijvoorbeeld een inbouwoven) plaatst, moet je zorgen voor een uitsparing van 7 mm voor ventilatie, omdat een inductiekookplaat op vol vermogen zeer warme temperaturen zal genereren.
WERKBLAD UITZAGEN
De opening voor de kookplaat teken je af met een potlood. Boor vervolgens een gat in de hoek waar je wil beginnen zagen. Met een decoupeerzaag zaag je vervolgens langs de afgetekende lijnen. Zo zaag je verder de uitsparing uit. De handigere klusser kan proberen invallend te zagen met een cirkelzaag of invalzaag.
Let op: hou het stuk werkblad dat je aan het uitzagen bent onderaan vast, of zorg op zijn minst voor een steunpunt onderaan, zodat deze niet plots afscheurt onder het eigen gewicht. Daarna kan je aan de slag met de aansluiting.
DE KOOKPLAAT AANSLUITEN
ZEKERING UITSCHAKELEN
Het eerste wat je doet, is natuurlijk de juiste zekering uitschakelen. Ben je niet zeker op welke zekering je kookplaat zit? Schakel dan de hoofdschakelaar uit.
MEERFASIGE AANSLUITING
Een kookplaat is een zware verbruiker en sluit je daarom aan op een meerfasige aansluiting. Die bestaat uit een aarding, een neutrale blauwe draad en drie roodbruine fasedraden. De aarding komt bij de aansluiting altijd in het midden. De andere draden sluit je er rond aan.
Eerst moet de aansluiting in de muur worden geïnstalleerd. Voor een meerfasige aansluiting van je kookplaat zijn er speciale inbouwbakjes. Daarop sluit je dan de kabels aan. Plaats voorlopig het beschermkapje op de aansluiting als je niet meteen je kookplaat aansluit.
Op elke elektrische kookplaat, dus ook op een inductiekookplaat, staat een schema van hoe die kan aangesloten worden, met name hoeveel fases je aansluit.
KABELS STRIPPEN
Strip eerst de buitenste mantel van de kabel die van je stopcontact naar je kookvuur gaat. Stel dan je striptang in en maak het koper van de kabels bloot.
De kabel is vaak een litzedraad van samengesteld koper. Om die te beschermen tegen kortsluiting en om die samen te binden, kan je ze voorzien van een connector. Schuif deze over de draden en knijp de connector samen, bijvoorbeeld met een krimptang. Zorg dat de connector stevig rond de draad zit.
Kijk hierbij goed naar welke draad waar hoort. Om ze netjes aan te sluiten, moet je ze in dit geval telkens een beetje korter maken.
KABELS AANSLUITEN
Sluit de kabels dan aan op je kookplaat. De geelgroene aardingskabel komt bij het symbool van de aarding. De blauwe neutrale komt bij de N. Kan je maar één of twee fasedraden aansluiten, en heb je er drie? Geen zorgen, dan sluit je er maar één of twee aan. Dat zal de werking van de kookplaat niet in de weg staan.
Zijn de kabels goed geconnecteerd? Maak dan ook dat de grote kabel goed vast zit. Daarvoor is er onderaan een klem voorzien. Dek de connecties af met het plaatje en leg de kookplaat terug op zijn plaats. Je moet ze niet vastlijmen of afkitten.
AANSLUITING IN DE MUUR
Dan kan je de connectie maken aan de aansluiting in de muur. Verwijder indien nodig eerst de afdekplaat, als je die gemonteerd had. Verwijder vervolgens de buitenste mantel van de kabel en maak de beugel, waarin hij straks moet komen, los. Dan is het slechts een kwestie van de juiste kabels aan te sluiten bij elkaar.
De fase die je niet gebruikt, en dus ook niet is aangesloten aan de kookplaat, sluit je logischerwijze hier ook niet aan. Die knip je weg. Strip de draden dan tot het koper bloot is. Met een schroevendraaier maak je dan de bevestigingen los.
De kabels sluit je dan aan volgens de kleurcodes. Zorg dat de draden goed tegen elkaar zitten en dat je de connectie terug goed vastschroeft.
Sluit dan de dikke kabel aan op de kabelklem. Maak die ook goed vast zodat de kabel niet meer kan bewegen. Zo vermijd je dat per ongeluk de koperdraden uit de connectie worden getrokken. Als laatste zet je de beschermkap er op. Zo zijn de connecties afgedekt en kan je geen kortsluiting veroorzaken.
DE KOOKPLAAT TESTEN
Ben je zeker dat je kookplaat veilig aangesloten is? Zet dan de zekering terug aan. Je kan je kookplaat even testen. Begin met wat water te koken, daarmee doe je geen kwaad.
Heb je de kookplaat uitgebreid getest, dan kan je eventuele lades die eronder zaten terug steken en je keuken verder in gebruik nemen.