Welke soorten kookplaten bestaan er?
Een nieuwe keuken betekent ook een nieuwe kookplaat, en wat dat betreft kan je wel wat kanten uit. Veel mensen kiezen tegenwoordig voor het gemak en de veiligheid een inductiekookplaat, maar ook ouwe getrouwe gaskookplaten hebben hun voordelen. In dit artikel vergelijken we de verschillende soorten voor jou.
INDUCTIEKOOKPLAAT
Een inductiekookplaat is een kookplaat waarbij de potten en pannen worden opgewarmd door een reactie op een magnetisch veld onder het glazen vlak van de plaat. Deze hebben een hoog vermogen van 2.800 W (modellen uit de eerste generatie) tot wel 4.600 W (de nieuwste modellen). Hoe hoger, hoe korter de opwarmtijd.
Dat is meteen het grote voordeel van inductiekookplaten: hun snelle opwarm- en afkoeltijd, wat een lager energieverbruik oplevert.
Je zal ook niet staan zweten in de keuken, aangezien een inductievuur enkel de pot of pan opwarmt en dus minder warmte afgeeft door heel de keuken. Verwijder je de pot of pan, dan stopt het verwarmen ook meteen - handig voor de vergeetachtigen onder ons. Zo is er minder kans op verbranding.
Inductiekookplaten zijn verder ook vaak uitgerust met handige extra functies, zoals een anti-overloopbeveiliging voor vloeistoffen (kokend water), anti-oververhittingsbeveiliging, timer of een pauzefunctie.
Inductiekookplaten zijn tegenwoordig vaak voorzien van flexibele kookzones die je zelf kan instellen. Je bent dus niet noodzakelijk gebonden aan die vier cirkels op je plaat.
Aan de andere kant zijn er ook inductiekookplaten die meer zonegebonden zijn, waarvan de kookplaat niet zal werken wanneer de kookpot een kleinere diameter heeft dan de zone.
Let op: niet elke pot of pan is geschikt voor een inductiekookplaat, de bodem moet (gedeeltelijk) uit ijzer bestaan
+ hoge opwarm- en afkoeltijd
+ laag energieverbruik
+ minder warmte-afgifte in de keuken
+ veilig
- duur bij aanschaf
- niet voor elke pot of pan
VITROKERAMISCHE KOOKPLAAT
Keramische kookplaten werken op weerstanden onder een (zwart) hittebestendig glazen oppervlak dat wordt verwarmd door wie het bedient. Ze bestaan zowel elektrisch als op gas. Je kan hier nog het onderscheid maken tussen gewone vitrokeramische kookplaten en vitrokeramische kookplaten voorzien van halogene kookzones.
De verwarmingstijd van een halogeen kookplaat is sneller dan die van een vitrokeramische kookplaat op weerstanden (tot 2.100 W per kookzone). Een vitrokeramische kookplaat kleurt ook rood wanneer ze opwarmt - en vervaagt weer bij het afkoelen, wat een handig optisch voordeel is voor de veiligheid.
Vitrokeramische kookplaten zijn ook vaak uitgerust met uitbreidbare kookzones (aan te passen aan je pot of pan). De pot of pan moet - uitbreidbare zones of niet - echter wel precies op de kookzone staan om op te warmen, een probleem dat je tegenwoordig bij inductiekookplaten niet hebt.
Een troef van vitrokeramische kookplaten is dan wel dat je geen specifieke potten of pannen nodig hebt.
De afkoeltijd is bij zowel halogene als gewone vitrokeramische kookplaten vrij traag in vergelijking met inductie. Verder is het ook best mogelijk dat de verwarmingselementen vervangen zullen moeten worden, daar deze na verloop van tijd slijten.
Ze zijn echter wel goedkoper dan inductiekookplaten en zijn met hun vlakke oppervlakte gemakkelijk schoon te maken in tegenstelling tot gas- en klassieke elektrische fornuizen – opletten: door de trage afkoelingstijd kan je wel sneller ingebrande etensresten hebben.
+ veilig
+ niet zo duur als inductie
+ gemakkelijk te onderhouden
+ geschikt voor alle potten en pannen
- trage opwarm- en afkoeltijd
- verwarmingselementen moeten vervangen worden
GASKOOKPLAAT
Kookplaten op gas zijn nog steeds populair. Het grote voordeel is dat de opwarmings- en afkoelingstijd zeer snel is – vanaf je ze opendraait is er warmte, waardoor het koken snel gaat. Verder zijn ze over het algemeen ook van de goedkoopste kookplaten op de markt.
Het nadeel is dan weer dat je met open vuur werkt, en het niet zo veilig is als een inductie- of keramische kookplaat. Daar wordt tegenwoordig echter vaak een mouw aangepast met modellen die niet manueel te ontsteken zijn, maar waarbij dat automatisch gebeurt. Gaskookplaten met een automatische ontsteking zijn - verplicht - uitgerust met een veiligheidsoptie die de gastoevoer afsluiten wanneer de vlam wordt gedoofd. Zo kan er geen gas lekken in de keuken.
Een ander nadeel is dat deze niet zo snel schoon te maken zijn dan een inductie- of vitrokeramische plaat. Maar ook dat is tegenwoordig verbeterd dankzij gaskookplaten met een glasoppervlak.
Een gaskookplaat is verder een optie waarvoor alle potten en pannen geschikt zijn.
+ snelle opwarm- en afkoeltijd
+ goedkoop
+ geschikt voor alle potten en pannen
- oude modellen niet altijd veilig
- meestal moeilijker te onderhouden
KLASSIEKE ELEKTRISCHE KOOKPLAAT
Bij een klassieke elektrische kookplaat wordt de warmtespiraal verwarmd waar de pot of pan op staat - op de alombekende ronde platen. De opwarmings- en afkoelingstijd is relatief traag.
Een gewone elektrische kookplaat is het moeilijkst te regelen, je moet starten op de hoogste stand en wanneer de gewenste temperatuur bereikt is, schakel je op een lagere stand. Je hebt echter wel thermostatische platen die je meteen op de gewenste temperatuur kan instellen en die vervolgens aan- en uitslaan om die temperatuur te behouden.
Er is ook een hoger risico op verbranding door de trage afkoelingstijd. Bij een elektrische kookplaat kan je verder ook niet met gelijk welke pan werken, je hebt een dikke en vlakke bodem nodig.
+ goedkoop
- trage opwarm- en afkoeltijd
- moeilijk te regelen
- niet geschikt voor alle potten en pannen