Basis-, accent,- of sfeerverlichting in je tuin?
Bij basisverlichting ligt de nadruk op een hoge lumenwaarde (veel licht) en een goede lichtverspreiding. Het gaat hier vooral om functionele verlichting aan de gevel, langs een trap of langs een tuinpad. Bij sfeerverlichting ligt de klemtoon eerder op het design van de armatuur en niet noodzakelijk om de hoge lumenoutput. Denk hier aan ingegraven grondspots die recht omhoog schijnen, bijvoorbeeld langs een terras of vijver.
FUNCTIONELE VERLICHTING
Bij basisverlichting of functionele verlichting ligt de nadruk op een hoge lumenwaarde (veel licht, doorgaans boven de 600 lumen) en een goede lichtverspreiding. Het gaat hier vooral om functionele verlichting aan de gevel, langs een trap of langs een tuinpad - verlichting met een functie dus: verwelkomen of aangeven en benadrukken waar iets is.
ACCENTVERLICHTING
Accentverlichting is eigenlijk functionele verlichting en sfeerverlichting in één. Het duidt een bepaald object aan, maar zorgt net daardoor ook voor een bepaalde sfeer en extra decoratie, bijvoorbeeld door een schaduwspel te creëren. Met accentverlichting belicht men heel specifiek bepaalde zaken zoals bomen, planten, struiken, tuinornamenten … Het gaat meestal op gerichte spotverlichting met een nauwere lichtbundel dan basisverlichting, maar evenzeer wel met een hoge lumenwaarde.
SFEERVERLICHTING
Tuinverlichting is in vele gevallen louter decoratief en dient om een gezellige sfeer te creëren. Het design van de armatuur gaat voor op hoe sterk het licht is. Het best ga je hier voor warm licht (tot 3.000 K). Qua lumenoutput is 400 à 500 reeds voldoende.
Vaak voorkomende vormen van sfeerverlichting zijn ingegraven grondspots die naar boven schijnen langs een terras of een vijver, maar ook wandlampen nabij een terras kunnen als sfeerverlichting dienen. Ook kleine lantaarns op spies, die om het even waar in de tuin geplaatst kunnen worden, blijven populair.
STROOMVOORZIENING
NETSPANNING (230 V)
De stroomvoorziening van 230 V wordt veruit het meest gebruikt en laat ook als enige een grote lichtopbrengst toe. Het is met andere woorden de enige optie voor basisverlichting. Je moet er wel rekening mee houden dat er eventueel een speciale grondkabel (EXVB) ingegraven moet worden om stroom tot bijvoorbeeld achter in de tuin te brengen. De kabels steek je ongeveer 60 cm diep, idealiter nog geïsoleerd ter bescherming.
LAAGSPANNING
Laagspanning (12 V) is ideaal voor sfeerverlichting. Die is erg veilig omdat er zeer weinig spanning op de draad zit. Ze werkt met dunne, onopvallende kabeltjes die niet noodzakelijk ingegraven moeten worden; vaak worden ze gewoon bedekt onder wat boomschors. Laagspanning is ook erg handig in al volledig aangelegde tuinen omdat je niet opnieuw moet graven.
ZONNE-ENERGIE
Vroeger werd zonne-energie voornamelijk gebruikt in spieslantaarns, naar analogie met laagspanning. Bijkomende voordelen van zonne-energie waren het lage kostenplaatje en het feit dat er geen nood aan bekabeling was. Dergelijke oplossingen waren wel minder betrouwbaar en gingen niet erg lang mee (vooral de meegeleverde oplaadbare batterijen gingen snel stuk).
Tegenwoordig is de technologie sterk verbeterd en zijn er ook modellen met meer lichtopbrengst op de markt. Daardoor wordt zonne-energie nu ook gebruikt voor wandlichten. De beste en duurste modellen werken vandaag ook goed bij indirect zonlicht, maar dergelijke modellen kosten wel al gauw het dubbele van een conventionele armatuur.