Handmatig schuren: schuurpapier, gaas of spons?
Handmatig schuren doe je het vaakst met schuurpapier. Schuurpapier wordt onderverdeeld op basis van de korrelgrootte, aangeduid in cijfers. Hoe lager het cijfer, hoe grover het schuurpapier en hoe meer materiaal je ermee kan afhalen. Als alternatief kan je ook kiezen voor een schuurgaas of een schuurspons.
ALGEMENE AANDACHTSPUNTEN
- Zorg steeds dat je werkstuk stevig vastzit.
- Wrijf altijd met de richting van de houtvezel mee, tegendraads schuren zorgt voor lelijke krassen.
- Begin te schuren met een grovere korrel, en stap dan geleidelijk aan over naar een fijnere.
SCHUURBLOKJE
Werk niet enkel met een stukje schuurpapier, maar wikkel het schuin om een blokje resthout heen. Dat vermijdt dat het gaat scheuren, mocht je haperen. Zodra het papier verzadigd is, kan je het dan ook wat draaien om met een nieuwe strook aan de slag te gaan.
Je kan ook een schuurblokje in de winkel kopen. Deze zijn gevormd naar je hand, waardoor het gemakkelijk te manipuleren is.
KORRELGROOTTE
GROF SCHUURWERK
Met korrelgrootte 60 tot 80 kan je al heel wat materiaal weghalen. Wil je een oude verflaag verwijderen of een ruw oppervlak behandelen, dan is deze korrelgrootte meer dan gepast.
NORMAAL SCHUURWERK
Voor normaal schuurwerk zit je goed met een korrelgrootte tussen 80 en 150. Dit is geschikt voor nieuw hout of een bestaande verflaag in redelijke staat op te schuren.
FIJN SCHUURWERK
Voor fijn schuurwerk, ga je aan de slag met korrelgrootte 150 tot 220. Hiermee leg je de laatste hand aan het schuurwerk bij een verfklus waar je een heel mooi resultaat wil, of voor het opschuren van een bestaande verflaag in perfecte staat.
EXTRA FIJN SCHUURWERK
Je grijpt terug naar een korrelgrootte van 240, of hoger, als je tussen twee verf- of laklagen door nog eens wil opschuren. Dit opschuren doe je om het hechtvermogen van de verf of lak te verhogen, doordat je de vezels heel minimaal opruwt. In het vakjargon ook wel ‘slissen’ genoemd. Dit doe je heel kortstondig: een twee- à drietal leer licht wrijven zonder intens te drukken is al meer dan voldoende.
KORRELGROOTTE = P-WAARDE
In Europa is de ruwheid van schuurpapier uitgedrukt met een P-waarde. Hoe groter de P-waarde, hoe kleiner de korrelgrootte van de korrels op het papier en hoe fijner je kan schuren. In de tabel lees je de P-waarden en hun toepassingen.
Begin te schuren met een grovere korrel, en stap dan geleidelijk aan over naar een fijnere
ALTERNATIEVEN voor SCHUURPAPIER
SCHUURGAAS
Schuurpapier slijt gemakkelijk en raakt snel verzadigd. In plaats daarvan kan je ook werken met een schuurgaas. Het gaas kan je af en toe aftikken, waardoor het verzamelde stof uit de mazen valt.
SCHUURSPONS
Een standaard schuurspons is flexibel, en kan je manipuleren om hoeken en randen aan te pakken, maar gebruik je veeleer om grotere oppervlakken te behandelen. Deze gaat eveneens langer mee dan schuurpapier en is ook in verschillende korrelgroottes beschikbaar.
SCHUURVEL
Een schuurvel is zeer buigzaam, wat handig is bij ronde vormen. Ook hier kan je de combinatie maken met een schuurblokje om grotere oppervlakten te behandelen. Een schuurvel raakt bovendien minder vlug verzadigd dan gewoon schuurpapier. Je kan het op allerlei manieren manipuleren. Het is ook wasbaar, dus je kan het hergebruiken.
Werk je liever machinaal? Lees dan hier waarop je moet letten bij de keuzen van je toestel.