Hoe bouw je een metalen tuinhuis?
Zie je een regelmatig onderhoud van een houten tuinhuis niet zitten? Dan is een metalen exemplaar een interessant, onderhoudsvriendelijk alternatief. Zo'n metalen tuinhuis is ook relatief makkelijk zelf te plaatsen. Zeker als je werkt met een zelfbouwpakket.
Voorbereiding
Handleiding
Laat het tuinhuis leveren op een plaats dicht bij waar je het moet plaatsen. Dat spaart meteen al wat gesleur. Je kan tijdens het uitpakken meteen ook al dezelfde elementen bij elkaar brengen. Dan moet je straks niet telkens op zoek naar het juiste element. Kijk dan eens in de handleiding wat je als eerste nodig hebt. Neem de handleiding al eens door zodat je weet waar je aan begint.
Materiaal
Het meeste materiaal dat je nodig hebt voor de plaatsing van het tuinhuis zit mee in het pakket geleverd. Zelf heb je nog een schroefboormachine nodig om alles aan elkaar te zetten. Een boorhamer en doorsteekankers gebruik je om het tuinhuis in de grond te verankeren. Ook een kitpistool zal je nog nodig hebben tijdens de montage van het tuinhuis.
FUNDERING
Uiteraard zorg je voor een stevige, vlakke en stabiele ondergrond. Daarvoor stort je het best een betonplaat.
Wanden opbouwen
Kaders voor de wanden
De eerste elementen die je moet opbouwen, zijn de kaders van de wanden. Deze monteer je het best wanneer de elementen op de grond liggen. Voor de montage breng je de schroeven, die bij het tuinhuis zijn meegeleverd, in de voorgeboorde gaatjes. Doordat de gaatjes voorgeboord zijn, staan de staanders van je wand meteen ook op de juiste afstand van elkaar. Zo hoef je dat niet meer te meten.
Eerst de wand met de deur
Begin met de wand waarin de deur later wordt verwerkt op te bouwen. Zo'n wand bestaat uit U-vormige profielen waarin C-profielen komen te zitten. De richting waarin deze profielen in de wand komen te zitten is niet willekeurig. Kijk goed in de handleiding hoe je ze moet leggen.
Zet de profielen voorlopig maar aan elkaar met een schroef per verbinding. Controleer dan of het kader haaks in elkaar zit door de diagonalen te meten. Heb je twee keer dezelfde maat als diagonaal, dan staat het kader haaks. Zoniet, kan je het nu nog aanpassen.
Als het kader haaks staat, kan je het kader verstevigen en telkens de tweede schroef van de verbindingen bevestigen. Draai het kader om en doe daar net hetzelfde.
LET OP
Het is belangrijk dat je, bij het plaatsen van de kaders, de lipjes met de punt naar boven zet, want straks komen daar de wandpanelen in.
Achterwand
Ga verder met het kader voor de achterwand. Ook hier is het niet om het even in welke richting de C-profielen komen te staan. Kijk dus in de handleiding hoe je ze monteert.
De werkwijze voor de opbouw van een wand blijft wel dezelfde. Eerst schroef je alle staanders met één schroef vast. Controleer dan de haaksheid. Is het kader haaks, schroef dan de staanders verder vast. Draai het kader om en herhaal de handeling.
Zijwanden
Dan kan je met de zijwanden starten. Het bovenprofiel van de kaders is aan de achterkant iets smaller dan aan de voorkant. Het profiel heeft deze vorm zodat het dak naar achteren toe kan afwateren.
Je kan de haaksheid van de hoeken beneden aan de wand controleren met de stelling van Pythagoras. Daarvoor meet je op het ene profiel 30 cm af en op het aanliggende 40 cm. Meet dan tussen deze twee punten en je moet precies 50 cm uitkomen. Is dit het geval? Dan is je hoek haaks. Dan kan je weer, net zoals voor de voor- en achterwand, de rest van de schroeven vastmaken.
Wanden verbinden
Zijn de kaders voor de wanden klaar? Dan kan je beginnen opbouwen. Je start met de wand waarin de deur komt en een zijwand. Breng die naar de betonplaat waarop je gaat werken.
Profielen en hoekplaten
Aan de zijdes van de wanden die je zo meteen met elkaar gaat verbinden, plaats je eerst een eindprofiel. Ook hier zijn er weer voorgeboorde gaten waar je de schroeven moet indraaien. Kijk wel even in de handleiding welke je precies moet indraaien, want niet in alle voorgeboorde gaten moet je nu al een schroef draaien.
Het eindprofiel wordt in de overige gaten vastgezet met de L-ijzers om de andere wand te verbinden. Bovenaan plaats je nog een hoekplaat. Wel even opletten, want er zijn twee soorten hoekplaten. Deze met de pin plaats je bovenaan, met de pin naar boven. Deze met de opening plaats je onderaan.
Met de eerste wand voorbereid, kan je ook de tweede voorbereiden. Plaats weer het eindprofiel op de wand. Dat doe je voorlopig enkel aan de kant die je gaat verbinden met de andere wand die je net hebt voorbereid.
Wanden aan elkaar
Je kan dan de twee wanden aan elkaar zetten. Dat doe je door de L-ijzers in de andere wand te schroeven. Voor dit werkje moet je wel met twee zijn, zodat je beide wanden kan vasthouden terwijl je ze vastschroeft. Maak nu de L-ijzers vast aan beide wanden.
Eens die vastzitten, kan je ook de hoekplaten vastschroeven. Maak eerst de plaat bovenaan vast. Dan kan je die onderaan ook doen. Omdat deze hoekplaten precies een hoek van 90° vormen, zullen de twee wanden ook 90° ten opzichte van elkaar staan. Schroef ze dan ook goed tot tegen de wanden aan.
In de grondprofielen
Zet de wanden in de grondprofielen. Deze dekken de onderkant af. Zorg dat het profiel geplaatst wordt zodat de gaten overeenkomen met de gaten onderaan in de muur. Je schuift de grondprofielen ook tot tegen de eindprofielen. De grondprofielen moeten tussen het eindprofiel geplaatst worden.
Eerste wanden bekleden
Wanneer je de twee eerste wanden klaar hebt, kijk dan voor de bekleding ervan. Het bekleden van de wanden kan je, met dit bouwpakket, makkelijk doen met een meegeleverd hulpstuk om clips te plooien en de panelen erachter te bevestigen.
Buitenpanelen
Plooi alle clips naar buiten in een hoek van ongeveer 45°. Daarop gaan de wandpanelen rusten. Eens de clips naar buiten zijn geplooid, kan je ze dan ook gemakkelijk erover hangen.
Schuif ze ook tot achter het eindprofiel aan de wand. Het paneel erboven klikt gewoon achter het paneel eronder. Je bouwt de muur op die manier in geen tijd op. Het stuk wand waar de deur in komt, bekleed je ook al, maar enkel waar je de hoek net hebt gemaakt.
Binnenpanelen
Plooi dan ook de clips naar buiten aan de binnenkant van de wand, waaraan je de binnenpanelen bevestigt. Vervolgens bevestig je de binnenpanelen volgens hetzelfde principe als de buitenpanelen.
Als je wil, kan je tussen die panelen nog isoleren of nutsleidingen door de gaten leiden. Er zijn in de grondprofielen overigens openingen voorzien om de leidingen daar uit het beton te laten komen.
Als je wil, kan je een van de binnenpanelen ook vervangen door een geperforeerde plaat, waarvoor ook haakjes beschikbaar zijn. Altijd handig om nog wat materiaal op te hangen.
Zijn zowel de binnen- als de buitenwand volledig bekleed, dan kan je het andere eindprofiel plaatsen aan de muur. Zo is de wand volledig bekleed.
De andere wanden
Maak dan de twee muren van de tegenovergestelde hoek. Je maakt weer eerst de frames en verbindt ze aan elkaar. Vergeet voor je ze aan elkaar maakt niet de eindprofielen te bevestigen.
Plaats ze dan in de grondprofielen en je kan weer beginnen met het bekleden van de wanden. Plooi de clips naar buiten. Daarachter kan je de panelen dan schuiven. Het paneel erboven monteer je gewoon achter het vorige. Zo kan je snel en gemakkelijk de wanden opbouwen.
Verluchtingsrooster
Plaats ook een verluchtingsrooster in je tuinhuis. Daarvoor is er een speciaal paneel voorzien, zowel voor de buitenwand als voor de binnenwand.
Dat paneel plaats je natuurlijk bovenaan. De roosters zijn al gemonteerd: je moet dus gewoon nog de panelen op hun plaats zetten. In beide zijwanden plaats je een rooster. Zo krijg je voldoende luchtcirculatie.
Tuinhuis verankeren
Met de twee resterende wanden klaar, kan je nu het tuinhuis volledig in elkaar zetten. Vergeet bovenaan en onderaan de hoekprofielen niet te plaatsen, zodat de wanden zeker in een hoek van 90° komen te staan. De hoekprofielen met een pin komen bovenaan te staan, degene waar een gat in zit komen tegen het beton aan.
Door het gat in dat hoekstuk boor je dan met een boorhamer door het beton heen. De hoekprofielen onderaan kan je dan daardoor vastzetten met keilbouten. Je kan het anker dan door het gat steken, en met een hamer klop je het er wat in. Zit het er goed in? Dan span je de moer aan zodat het tuinhuis stevig in het beton verankerd zit.
Hoeken afwerken
Dan kan je de hoeken afwerken. Bij het pakket voor het tuinhuis zitten daarvoor speciale profielen. Die klik je gewoon over de hoeken zodat deze bedekt zijn.
Ze klikken gewoon achter de eindprofielen die je daarstraks op de wand plaatste, en meteen worden de eindprofielen ook afgedekt. Ook binnenin dek je de eindprofielen af. Van bovenaf schuif je het binnenhoekprofiel op zijn plaats.
Deur plaatsen
Dan kan je al de deur plaatsen. Dek eerst het profiel af met een metalen dorpel. Zo beschadig je de elementen niet wanneer je het tuinhuis binnengaat.
Dan kan je het deurkader plaatsen. Plaats eerst de bovenkant en klik er meteen de zijkanten in. Die houden de bovenkant op zijn plaats. Schroef dan alles vast in het kader. Ook daarvoor zijn weer voorgeboorde gaten voorzien. Zo zitten de schroeven op de juiste plaats.
Dan plaats je de deur zelf. Daarvoor neem je eerst de scharnieren erbij. Het deel dat aan het kader moet komen, neem je van de deur en schroef je op het kader. Dan is het maar een kwestie van de deur in de scharnieren te haken en je kan je tuinhuis afsluiten.
Dak plaatsen
De constructie van de muren is nu achter de rug. Tijd om het dak (hier bestaande uit geïsoleerde sandwichpanelen) erop te plaatsen.
Eerst de achterkant
Eerst plaats je de achterkant. Dat is het element waar de regenwaterafvoer in is voorzien. Haak die voorlopig in de pinnen zodat hij op zijn plaats blijft zitten. Plaats dan ook de afwerkprofielen voor de binnenkant van de constructie. Die leg je gewoon op de wand.
TIP
De panelen zijn genummerd: houd die volgorde aan voor een vlotte plaatsing.
Het buitenste paneel komt, net als het achterste deel, over de pinnen van de hoekplaten te liggen. Hiervoor zijn al openingen voorzien in het sandwichpaneel, dus kan je in principe niet missen.
Het middelste paneel klikt in het vorige en het laatste komt weer over de pinnen te liggen. En daarmee is het dak toe. Het tuinhuis kan dan verder afgewerkt worden.
Waterdichte dakranden
Dakranden verbinden
Dan kan je de dakranden plaatsen. Voor je die plaatst, breng je eerst een lijn bitumen aan. Doe dat op het stuk dat op het dak zelf komt te liggen. Breng de lijn ongeveer in het midden aan.
Leg de dakranden vervolgens op hun plaats. Begin met de rand achteraan het tuinhuis, aan de kant van de goot dus. Je kan nog een beetje schuiven, zodat de hoeken precies uitgelijnd zijn. Druk nu alles een beetje aan met je handen.
Plaats vervolgens de dankrand vooraan. Zorg ervoor dat de randen samenvallen met de randen van het dak. Met de voorkant op zijn plaats, kan je dan de zijkanten monteren. Zorg ervoor dat de hoeken netjes met elkaar overeenkomen. Je kan de hoeken dan vastmaken aan elkaar met een schroef. Het gaatje daarvoor is weeral voorgeboord.
Vastmaken aan het dak
Met de dakrand aan elkaar gemaakt en op zijn plek, kan je hem aan het dak zelf vastmaken. Dat doe je met de bijhorende schroeven. Die zijn zelfborend, dus je kan ze meteen in de voorgeboorde gaten inbrengen. Op de schroeven komt uiteindelijk nog een beschermkapje om ze tegen de regen te beschermen.
Waterdicht
Dan dek je de naad tussen de sandwichpanelen nog af. Zo komt er zeker geen water door je dak. Breng er twee lijnen bitumen op aan en kleef ze op de naad. Als afwerking, en om zeker te zijn dat alles waterdicht is, breng je nog een lijn bitumen aan op alle randen. Zowel langs de dakrand als waar je de naden hebt afgedekt.
Afwerking
Regenwaterafvoer
Met het dak volledig klaar kan je ook de regenwaterafvoer plaatsen. Deze komt hier achteraan het tuinhuis. Zet het midden van de afvoer over naar beneden met de waterpas. Op deze lijnen zet je dan de beugels vast. En dan is het maar een kwestie van de afvoerpijp in de opening aan te brengen en in de beugels te klikken.
Vloer in het tuinhuis
Als laatste plaats je nog de vloer. Die komt gelijk met de instap. Zo moet je niet alles over de dorpel tillen. Daarvoor plaats je dus eerst onderbalken, zodat je de metalen platen op het niveau van de dorpel kan krijgen. Leg de metalen profielen met de opening naar onderen en daarop leg je dan gewoon de vloerplaten. Een rampje maakt het helemaal gemakkelijk om met de kruiwagen je tuinhuis binnen te rijden.