Hoe maak je zelf een houtopbergplaats?
Je voorraad aan brandhout stockeer je meestal in de tuin. Zo'n opslagplaats kan je gemakkelijk zelf maken. We tonen stap voor stap hoe je dat doet. De open structuur zorgt ervoor dat het hout goed kan drogen. En wat dacht je van een geïntegreerde steekwagen? Gedaan met onhandig sleuren met grote blokken onder de arm.
Benodigdheden
Om deze opbergplaats zelf te maken heb je volgende zaken nodig:
- gedrenkt hout,
- een schroefboormachine,
- een steenboor,
- een decoupeerzaag,
- spaanplaatschroeven,
- houtlijm,
- lijmklemmen,
- de wielen voor de steekwagen,
- golfplaten en damwandschroeven voor het dak.
De verbindingen
Houtlijm
Gebruik houtlijm: zo is de verbinding het sterkst. Een goede lijmverbinding is zelfs sterker dan het hout zelf. Kies voor een polyurethaan houtlijm (D4). Die is geschikt om buiten te gebruiken.
De schroeven
De schroeven dienen om de twee delen tijdens het drogen tegen elkaar te klemmen. Je moet er wel voor zorgen dat de schroefverbinding mooi aansluit en je de twee delen dus effectief tegen elkaar aandrukt tijdens het uitharden van de houtlijm. Daarvoor kies je het best een schroef waarvan de schroefdraad niet doorloopt tot de kop, en boor je voor in de bovenste balk.
Die twee maatregelen zullen ervoor zorgen dat je schroef vrij kan draaien in het eerste deel. Wanneer je schroef dan in de onderliggende plank draait, kan die het geheel mooi samentrekken.
Gedrenkt hout
De volledige opslagplaats is een open structuur om het hout goed te laten drogen. Gewoon dennenhout is niet bestand tegen de weersomstandigheden, daarom wordt het hout een tijdje ondergedompeld in een bad met een beschermingsmiddel. Men spreekt dan van gedrenkt of geïmpregneerd hout. Het beschermingsmiddel dringt in het hout, even diep als bij het aanbrengen met een kwast.
Een kleurloze beits biedt dus dezelfde bescherming, al kost dat iets meer werk. Op de verzaagde delen van gedrenkt hout moet je alsnog een beits aanbrengen.
De opbergplaats monteren
De zijwanden
Je steekt eerst de zijkanten in elkaar. Bovenaan is er een schuine balk waarop de golfplaten komen, onderaan zijn er twee voeten.
De ruimte ertussen wordt opgevuld in hetzelfde formaat als de dennenhouten laten die gebruikt zijn voor het frame, telkens met evenveel ruimte tussen. Om die tussenruimte gelijk te houden, maak je gebruik van resthoutblokken.
Eens alle latten op hun plaats liggen, kan je aftekenen en op maat zagen met een afkortzaag of een handzaag voor hout. Vervolgens bevestig je ze met schroeven en houtlijm aan het frame. Vergeet niet voor te boren.
Om te voorkomen dat het hout contact maakt met de grond, plaats je nog kunststoffen voetjes onderaan de latten van de opslagplaats.
De achterwand
De bovenste en onderste latten die de twee zijkanten met elkaar verbinden hang je eerst maar vast met één schroef aan elke kant, zo kan je de constructie nog zachtjes bewegen en er zeker van zijn dat je de latten haaks monteert.
Corrigeer indien nodig en zet bij beide latten de tweede schroef vast. Tussen de bovenste en de onderste lat plaats je dan de andere latten, volgens hetzelfde systeem als de zijkanten.
De onderkant
Voor het draagvlak werk je op dezelfde manier. Ter controle meet je nog de maat vooraan en achteraan om te checken of je haaks hebt gemonteerd - wat het geval is als die maten dezelfde zijn.
Dakconstructie
Voor de golfplaten die op het dak komen monteer je aan de schuine bovenkant nog drie extra balken: één vooraan, één in het midden en één achteraan.
Meet ook eerst de maten onderaan en bovenaan op om te kijken of je eerst nog wat moet corrigeren bovenaan voor je de balken monteert.
De steekkar
De kar
Je wil niet constant met hout sleuren, dus maak je best ook een steekkar. Maak dan meteen ook eentje die je goed kan wegwerken, bijvoorbeeld in de zijkant van de opslagplaats. Hiervoor gebruik je dus ook weer hetzelfde gedrenkte hout. Het bevestigen van de latten gebeurt opnieuw met schroeven en houtlijm, net zoals bij de opbergplaats zelf.
Om ervoor te zorgen dat het karretje niet te veel spant aan de zijkant van de opslagplaats, schaaf je de balken een stukje af aan de zijkanten.
Onderaan voorzie je nog een draagvlak om de houtblokken op te leggen. Daarvoor gebruik je iets langere schroeven, omdat daarop al het gewicht terechtkomt. Een extra beitslaag erop kan ook nooit kwaad ter bescherming van het hout.
Wielen
De wielen bevestig je op ongeveer één vierde van het draagvlak, vanaf de plaats waar die is gemonteerd aan het opstaande deel. Om de wielen te monteren, heb je, naast de wielen en de as, ook een bevestigingsset nodig.
Plaats eerst de ashouders. Het is hierbij wel belangrijk dat de twee houders mooi in lijn staan. Komt de as schuin te zitten, dan wordt je karretje onbestuurbaar. Zorgvuldig meten en aftekenen is dus de boodschap.
Daarna plaats je de as in de ashouders. Voor je de as vastklemt, moet je die netjes positioneren, zodat ze aan beide zijden evenzeer uitsteekt. Plaats daarna de stoppers op de as. Die fixeer je met een inbussleutel.
Loodslab voor het dak
De aansluiting tussen de muur en het dak van de opbergplaats doe je met behulp van een loodslab, die zorgt ervoor dat er geen water tussen de golfplaten en de muur loopt. 'Lood' hoef je niet letterlijk te nemen: dit zware metaal wordt, op vraag van de EU, geweerd in bouwtoepassingen.
Loodvervangers (op basis van EPDM, vinyl, aluminium e.d.) zijn lichter en makkelijker te verwerken dan echt lood. Er zijn langere lengtes en meer kleuren mogelijk. Heel wat voordelen dus. Conservatieve bouwers kunnen nog steeds kiezen voor een loodvervanger die er net echt uitziet.
Om de loodslab in de muur te kunnen inwerken, moet je eerst een gleuf frezen. Met een slijpschijf trek je twee evenwijdige lijnen. Slijp twee gleuven dicht bij elkaar.
Met een beitel of een kleine breekhamer kan je het gedeelte tussen de twee ingeslepen gleuven wegbreken. Op die manier krijg je een iets bredere gleuf, perfect om de loodslab in te passen.
De loodslab lijm je vast met een MS-polymeerkit. Zorg ervoor dat de lijmstreep over de hele lengte niet onderbroken wordt. Plooi een centimeter van het lood om. Die dubbele rand breng je aan in de gleuf: de korte zijde bovenaan, de lange zijde onderaan.
Voor het aandrukken gebruik je de volgende techniek: neem een spietje resthout en plaats dit tussen de plooi in de loodslab. Tik voorzichtig met een hamer op het spietje.
Schuif beetje bij beetje op met je stuk hout en je hamer. Druk de loodslab overal goed in de lijm, wil je een waterdichte verbinding realiseren. Wanneer het lood op z'n plaats zit kan je het dak er onder vast maken.
Opslagplaats bevestigen
De opslagplaats bevestig je nog aan de muur. Eerst boor je voor in de planken zelf met een houtboor. Schuif dan de opslagplaats naar waar je hem tegen de muur wil, en boor vervolgens met een steenboor met dezelfde diameter in de muur.
Wanneer je die gaten hebt geboord, haal je de opslagplaats even weg en gebruik je voor dezelfde gaten nog eens een steenboor met een grotere diameter - overeenkomstig met de plug die erin moet. Wanneer de pluggen in de muur bevestigd zijn, kan je terug de opslagplaats op zijn plaats zetten en de schroeven indraaien.
Dak met golfplaten
Daarna zaag je voor het dak de golfplaten op maat met een decoupeerzaag. Om trillingen bij het zagen op te vangen, plaats je de zaaglijn zo dicht mogelijk tegen de balken waartussen de golfplaat zit geklemd. Je spant de balken dan nog wat aan met enkele lijmklemmen.
Wanneer je meerdere golfplaten gebruikt, zorg je voor een voldoende overlap wanneer je ze op de dakconstructie monteert - zo'n 15 cm is aangewezen. Hou ook rekening met de wind, die komt overwegend uit het westen, plaats dus eerst de oostelijke golfplaat (op de foto is dat de linkse) , dan de westelijke daarop met een overlap van om en bij de 15 cm.
Zo kan wind en slagregen niet onder de golfplaten geraken. Je schroeft ze ook telkens vast op de hoogte van de golf om waterinsijpeling tegen te gaan met damwandschroeven. Dan moet je enkel nog de loodslab naar beneden plooien en vormen naar de golven van het dak.