BUREAU MET ZWEVEND BOVENBLAD BOUWEN
Wie een extra strak design wil zonder extra opbergruimte, kan een zwevend bureaublad op maat bouwen.
HET WERKBLAD
Voor het werkblad wordt een gelamineerde spaanplaat van 18 mm dik gebruikt, de standaard verkrijgbare plaatdikte. Omdat een bureaublad echter nog iets massiever mag zijn, gebruik je nog een tweede stuk van dezelfde plaat om aan de voorkant onder de spaanplaat te lijmen. Teken op de plaat af waar het tweede, smallere stuk plaat moet komen. Dit aftekenen is vooral bedoeld om te weten waar je straks de lijm moet aanbrengen.
Aangezien de laminaatafwerking van dit soort platen heel glad is, schuur je de te verlijmen oppervlakken het best voor met een grof stuk schuurpapier (korrel 40 of 60). Zo wordt het oppervlak iets ruwer en zal de lijm beter kunnen hechten.
Om de twee stukken plaat aan elkaar te zetten, gebruik je een gewone houtlijm. Het is hier wel belangrijk dat de stukken overal perfect vastzitten, dus wrijf je de lijm het best zo gelijkmatig mogelijk op het oppervlak open met een borstel. Gebruik ook niet te veel lijm, anders zal die er na het samenschroeven toch steeds opnieuw uit blijven komen. Eén kant inlijmen volstaat, maar het best 'schuif' je de twee stukken op elkaar vast, zodat de lijm al wat kan 'aanzuigen'.
Inlijmen is één ding, maar een houtlijm bekomt pas zijn volle sterkte, als die ook geklemd wordt tot die helemaal uitgehard is. In plaats van lijmklemmen op te zetten, draaien we hier en daar wat schroeven in (die zitten aan de onderkant van het blad en zullen dus niet zichtbaar zijn).
Kies wel schroeven die niet door het blad heen zullen komen. Voor een totale dikte van 36 mm zijn schroeven van 3,5x30 mm perfect.
Om de platen goed samen te trekken bij het schroeven, boor je het best in een van de onderdelen voor met een boortje van 30 mm. Frees ook elk boorgat wat uit met een soevereinboor, zodat de schroefkoppen straks helemaal verzonken liggen.
Door de ingelijmde onderdelen samen te klemmen (lees: te schroeven), komt er haast onvermijdelijk aan de randen wat overtollige lijm uit. Die kan je op twee verschillende manieren verwijderen:
- ofwel wrijf je de overtollige houtlijm meteen weg met een natte vod,
- ofwel wacht je even tot de lijm halfdroog is en steek je dan de uitpuilende lijm af met een scherpe houtbeitel. Hou die beitel mooi plat langs de rand en oefen er geen kracht op uit om je werkblad niet te beschadigen.
EEN AFGERONDE VOORKANT
Het resultaat van de verlijmde platen is dat we nu een massief, dik ogend werkblad hebben met een boorddikte van 36 mm. Deze plaat is wel nog helemaal rechthoekig, maar omdat het bureaublad in kwestie uitspringt uit de nis waarin die uiteindelijk komt, is het geen slecht idee om de voorkant af te ronden. Niet alleen heb je zo geen scherpe hoeken meer, maar je wint er ook plaats mee in een krappe ruimte. Om het werkblad af te ronden, ga je als volgt te werk:
Het werkblad van 36 mm dik met een decoupeerzaag in de gewenste boogvorm uitzagen is geen optie. In zo'n dikke plaat zou een decoupeerzaagblad kromtrekken. Zo kan je nooit een perfect rechte rand uitzagen.
Zo'n strakke afwerking lukt enkel met een frees in combinatie met een mal. We moeten dus eerst een mal maken. Daarvoor kan je om het even welk stuk plaat gebruiken. Elk stuk afvalplaat of overschot dat minstens even breed is als het bureaublad, kan dienstdoen, als het maar niet te dik is. De mal kan je wel met de decoupeerzaag uitzagen. Het plaatmateriaal is niet zo dik, desnoods schuur je hier en daar nog wat bij.
Dat we een mal maken, heeft zo zijn redenen. Met het kopieerhulpstuk op de zool van de bovenfrees gemonteerd, kan je zo perfect parallel langs die mal werken en je werkblad zelf in exact dezelfde vorm uitfrezen. Een kopieerhulpstuk als dit is een basisaccessoire bij heel wat bovenfreesmachines. Het zorgt voor een geleider die net iets dieper ligt dan de zool van de machine en waarmee je de rand van de mal kan volgen om die zo al frezend te kopiëren in je eigenlijke werkstuk.
Naast het kopieerhulpstuk moet je ook het juiste freesje op je bovenfrees monteren. Een recht stiftfreesje is hier de juiste keuze. Je kan er midden in het materiaal mee frezen en je werkt gegarandeerd loodrecht op je werkstuk. Zorg wel voor een freesje dat lang genoeg is om door het werkblad van 36 mm dik heen te geraken.
En dan kan je aan de slag. Klem de mal op de juiste plaats op je werkblad vast. Hou zeker ook rekening met de paar millimeters die je verliest op de plaats waar de kopieergeleider tegen de mal glijdt.
TIP: zorg ervoor dat je niet voor verrassingen komt te staan, en doe een test in een stukje afvalhout. Stel je frees niet meteen op de volle dikte van je werkblad in, maar werk in verschillende stappen, bijvoorbeeld telkens een centimeter dieper. Zo vermijd je dat je het hout verbrandt, dat je frees te snel slijt of dat je machine overbelast geraakt. Vergeet ook niet dat je met een bovenfrees altijd richting jezelf trekt.
STOPCONTACTDOORVOER
Om kabels van bijvoorbeeld een bureaulamp gemakkelijk en proper tot aan het stopcontact onder het bureaublad te krijgen, boor je het best een gat voor in het werkblad en werk je dat af met een stopcontactdoorvoer.
Boor een gat met dezelfde binnendiameter als de stopcontactdoorvoer. Hiervoor moet je dus op zoek naar een klokboor met die diameter, of toch iets in de buurt daarvan.
Handig om te weten is dat je met een klokboor het best aan één kant begint te boren tot de centerboor aan de andere kant van het werkblad eruit komt piepen. Daarna ga je verder aan die andere kant, wat makkelijk is, nu je daar al een centreerpunt hebt. Zo bekom je aan beide kanten van je werkblad een propere zaagrand. Mocht je in één keer doorboren, riskeer je dat de laminaatlaag onderaan aan de randen zou afbrokkelen.
De stopcontactdoorvoer steek je dan gewoon in het uitgeboorde gat, eventueel nadat je de randen nog wat gladgeschuurd hebt. Een beetje montagekit in het boorgat kan, mocht je de doorvoer definitief willen vastzetten.
PLAATRAND AFWERKEN
De voorkant van het bureaublad is nu wel afgerond, maar de laminaatafwerking loopt op die kopse kant niet door. Daar is er nu nog spaanplaat te zien, en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Een laminaatband met hetzelfde dessin als het plaatoppervlak zorgt ervoor dat het werkblad helemaal afgewerkt raakt.
De laminaatband maken we vast met contactlijm. Daarvoor breng je eerst een laag van de lijm aan op de spaanplaatrand zelf.
Zodra die eerste laag min of meer droog aanvoelt, mag je ook de achterkant van de laminaatband inlijmen en de plaatrand een tweede laag lijm geven.
Een contactlijm kan je met een borstel aanbrengen, maar het is handiger om dat met een stug stukje laminaatband te doen. Zo kan je die voldoende ruim aanbrengen, maar ook degelijk afschrapen. Het is namelijk niet de bedoeling dat de contactlijm er vingerdik op ligt, anders krijg je geen mooie verlijming. Een 'filmlaag' lijm volstaat voor een oersterke bevestiging.
Nu alles voldoende ingelijmd is, is het opnieuw even wachten (drie à vier minuutjes, afhankelijk van de omgevingsfactoren) tot de aangebrachte lijmlaag handdroog aanvoelt. Is dat het geval, dan kan je de laminaatband aanbrengen en overal stevig aandrukken, aankloppen met een kunststof hamer en slagblokje, of aanrollen. Bij een contactlijm geldt: hoe harder je drukt, hoe beter de verlijming.
Kies een laminaatband die iets breder is dan de af te werken plaatrand. Het is namelijk onmogelijk een band gepast aan te brengen op een even brede plaatrand. Vijl na het lijmen de laminaatband gelijk met de plaatrand. Dat doe je met een platte vijl, die je wat schuin op de rand van de laminaatband houdt. Met de snijdende kant van de vijl naar voren, steek je de overtollige band weg. Doe dat het liefst in een paar keer. Ga niet te onstuimig te werk.
Daarna nog even afwerken met een blokje met fijn schuurpapier (korrel 280 of fijner) errond gewikkeld, en de plaatrand is perfect afgewerkt.
MELAMINE AFPLAKKEN
De randen van laminaatplanken werk je - zoals hierboven - af met een laminaatband en een contactlijm. Melamineplanken zijn een stuk makkelijker af te boorden met een voorgelijmde melamineband en een strijkijzer. Ga in dat geval als volgt te werk:
- Warm je strijkijzer op. Hou de voorgelijmde melamineband tegen de plaatrand en ga erover met de warme zool van het strijkijzer. De warmte zorgt ervoor dat de lijmlaag week wordt en de band zich aan de spaanplaatrand hecht.
- Zodra de lijmlaag weer afkoelt, hecht die zich vast. Het best druk, klop of rol je wel nog even goed aan.
- De randen afwerken gebeurt op dezelfde manier als bij een laminaatband met een platte vijl en wat schuurpapier.
- Een melamineband kan je ook met een speciale afsteker, een scherpe beitel of een cuttermes op maat snijden.
DE MONTAGE
Het bureaublad is af, maar nu moet het natuurlijk nog op zijn plaats gemonteerd worden. Daarbij gaan we in dit geval met haken aan de slag.
Hoe je het bureaublad bevestigt, hangt af van de muur waarin je de haken moet vastmaken. In dit geval hebben we te maken met een holle voorzetwand, dus hoef je niet met een steenboor aan de slag. Je boort wel het best voor in de kepers die de houten draagstructuur van je voorzetwand vormen. Voorboren met een boortje van 3,5 mm diameter volstaat dan voor schroefbouten met een diameter van 6 mm.
Je kan de kepers zoeken met behulp van een detector, maar wanneer er zoals hier een dubbele laag gipskarton aangebracht werd, biedt die vaak geen oplossing. Een ander trucje is dan om net onder de afgetekende bovenkant van het bureaublad gaten te boren. Boor over de hele lengte van het blad tot je de balken gevonden hebt, de gaatjes zitten straks toch weg achter het werkblad.
Een courante referentiehoogte voor (de bovenkant van) een bureaublad is 76 cm, gemeten vanaf de vloer.
Opgelet: je trekt je waterpaslijn eigenlijk het best op de hoogte waar zich het bovenste gat in de bevestigingsgaten van de haken bevindt (om straks geen tweede waterpaslijn te moeten trekken).
Hou dus nu al rekening met de dikte van het blad. Trek de lijn op 72 cm, met behulp van een waterpas.
Heb je de kepers van de voorzetwand niet gevonden? Geen nood, er bestaat ook nog een andere oplossing om de haken stevig te bevestigen tegen een holle wand: hollewandpluggen. Dit type van nylon pluggen trekt zich bij het indraaien van de houtdraadbouten samen achter de wandbeplating en vormt zo een stevige verankering. Hier gebruiken we pluggen met een diameter van 8 mm (ideaal voor houtdraadbouten met een diameter van 6 mm) en dan moet je uiteraard ook telkens een gat van 8 mm voorboren.
Om dit soort zware haken te bevestigen, gebruik je beter houtdraadbouten dan gewone schroeven. Het gaat hier tenslotte toch om een bureaublad dat liefst heel stevig gemonteerd wordt. Gebruik - indien nodig - ook sluitringen en draai de houtdraadbouten aan met een platte sleutel of een dopsleutel.
Tegen de zijkanten in de nis waar het bureaublad komt, breng je even hoog als de bovenkant van de haken stukjes op maat gemaakte dennenlatten aan. Boor ook hier voor en schroef in de houten draagstructuur van de voorzetwand of gebruik de juiste combinatie van schroeven en pluggen. Op die manier heeft het werkblad ook aan de zijkanten de nodige steun.
Interessante tip: zaag de voorkant van de dennenlatten eerst schuin af. Zo kan je de steunlatten nog minder goed zien zitten onder het bureaublad.
Een bureaublad op maat van een nis als deze maak je het best zo nauwkeurig mogelijk. Je loopt dan wel het risico dat je de muur een klein beetje moet wegkappen op plaatsen waar het blad net niet in de opening past. Toch maak je je blad beter enkele millimeters te ruim dan te klein. In dat laatste geval blijven er namelijk te grote naden tot de muur open die je nooit met een acrylaatkit afgedicht krijgt.
Schuif nu het bureaublad op zijn plaats in de nis, boven op de haken. Het best schroef je die haken ook hier en daar van onderen uit nog in het bureaublad vast. Gebruik schroeven die niet te lang zijn, want je wil nu toch de bovenkant van het werkblad niet meer beschadigen!
De naden tussen het werkblad en de muur werk je het best af met een acrylaatkit. Die kan je dan later namelijk nog in dezelfde kleur als de muur mee overschilderen. Proper werken doe je door de rand van het bureaublad af te tapen en de kit gedoseerd aan te brengen en glad te strijken met een vinger of een speciale lepeltool, die je net daarvoor even in zeepsop ondergedompeld hebt.
Het resultaat: een bureaublad op maat!