"Warmtepomp ook voor niet-ingrijpende energetische renovaties"
Het renovatietempo in België ligt te laag, maar dat mag de uitrol van warmtepompen niet in de weg staan. Een warmtepomp is immers ook een goede optie voor woningen met label C, althans als er werk wordt gemaakt van een taxshift van elektriciteit naar gas. Tot die conclusie komen we na onze aanwezigheid op het 17e Warmtepompsymposium in Zaventem.
Hoogste energieratio van Europa
Het Warmtepompsymposium, met als thema ‘Duurzame warmte in de stad’ werd geopend door Adrien Hiel van energy.cities.eu. Hij nam meteen van de gelegenheid gebruik om de hoge energieratio aan te kaarten. Die ratio zet de prijs van elektriciteit tegenover die van gas. "De Belgische energieratio elektriciteit-gas is met 3,80 de hoogste van Europa", aldus Hiel. Volgens hem zal een daling van de elektriciteitsprijs ten opzichte van de gasprijs de warmtepomp een duw in de goede richting geven. "In Nederland werd er in 2015 aan die verhoudingen gesleuteld ten gunste van de elektriciteitsprijs, en dat resulteerde in een sterke stijging van het aantal verkochte warmtepompen."
Eerst taxshift voor industrie
Al begrijpt Hiel dat een taxshift geen populaire maatregel is in de politiek. "Het heeft dan ook een rechtstreeks effect op de portemonnee van vele kiezers. Om de omwenteling in gang te zetten, is het beter om eerst een taxshift door te voeren bij de grootverbruikers, zoals de industrie, waar de energieratio met 4,15 nóg hoger ligt. De opportuniteiten zijn in die sectoren talrijker, denk maar aan een hogere concurrentiekracht, en dat heeft als gevolg dat de taxshift er vriendelijker zal worden onthaald."
Solar als reddingsboei
Verder ziet Hiel de markt wel stilletjes aan veranderen in de goede richting. "De solarmarkt kan hierbij helpen. Tegenwoordig is het goedkoper om zonnepanelen te plaatsen dan om je tuin te omheinen. Verder zullen nakende verplichtingen ook hun steentje bijdragen aan een gunstigere energieratio, zoals de verplichting om 3% van de publieke gebouwen te renoveren het komende decennium. Daarnaast zijn ook het Emissions Trading System dat in voege gaat in 2027 en de Long-Term Building Renovation Strategy redenen tot optimisme."
Warmtepomp ook in C-label huizen
Hiel waarschuwt ons dat we ons niet mogen fixeren op een woningpark met A-label. "Ik verkies een woningpark met C-label huizen die koolstofvrij verwarmen boven een woningpark met een beperkt aantal A-label huizen waar gas de plak blijft slaan." Hybride warmtepompen vindt hij vooral onnodig verwarrend voor de eindklant "die ongetwijfeld één toestel in plaats van twee toestellen prefereert".
Politieke tegenwind
Het aantal verkochte warmtepompen in Europa daalde in 2023 met 6,5% na een recordjaar in 2022. Sem Oxenaar van Regulatory Assistance Project zette deze cijfers in perspectief. "Als we kijken naar het aantal verkochte warmtepompen per 1.000 huishoudens in 2023 staat België op plek vier, boven Frankrijk, Denemarken en Nederland."
Oxenaar hekelt de politieke tegenwind voor warmtepompen in Europa, zoals in Duitsland en Nederland waar bepaalde beslissingen zelfs werden teruggeschroefd.
"In België en meer bepaald in Vlaanderen geeft de wetgever wel een duidelijk signaal welke richting men uit wil. Denk aan het verbod op olieketels sinds 2022 en het verbod op gasketels vanaf 2025 in nieuwe gebouwen. En laat net die communicatie fundamenteel zijn voor een succesvolle implementatie van warmtepompen. Bewustwording, informatie ter beschikking stellen, training, certificatie en garanties geven, zijn essentieel voor het succes van de warmtepomp."
"Wij leggen de focus op zeer lage temperatuur warmtenetten, en op wijknetten en microgrids in plaats van op stadsnetten"
Wachten op een rode loper
Dries Vleugels, adviseur duurzaamheid van stad Leuven, beaamt dat communicatie vanuit de overheid een belangrijke stimulans is voor de ontwikkeling van een koolstofneutraal verwarmingsbeleid. "Er heerst wat wantrouwen tegenover de overheid. Zullen ze vasthouden aan hun beslissingen of toch nog van idee veranderen? Het is zaak aan de politiek om een duidelijk signaal te geven en dit consequent aan te houden. De steden kunnen wel ondersteuning van het bovenlokale beleid gebruiken om sneller goede resultaten te behalen op het gebied van koolstofvrij verwarmen."
Restwarmte niet vanzelfsprekend
Niet alleen de stad Leuven, maar ook Gent en Antwerpen kwamen tijdens het symposium aan het woord over de verwezenlijkingen in hun stad. Vaak wordt door het stadsbestuur eerst naar het laaghangend fruit gekeken, bijvoorbeeld naar restwarmte geproduceerd door de industrie en of dit kan dienen om een warmtenet aan te sturen. "In Gent hebben we de optie restwarmte grondig bestudeerd en zijn we tot de conclusie gekomen dat er minder potentieel in zit dan aanvankelijk gedacht", aldus Indra Van Sande, ingenieur duurzaam bouwen en energie in Gent. "De industrie springt doordachter om met hun energie en zoekt naar manieren om zelf hun restwarmte te benutten. Daarbij komen de hoge kosten van grootschalige warmtenetten voor individuele woningverwarming en het feit dat een warmtenet aanleggen erg traag gaat, terwijl de klok hard tikt."
Focus op microgrids
De drie steden bekijken elke vierkante meter van hun stad op zoek naar warmtebronnen voor de aansturing van warmtepompen. Ook rivieren (aquathermie) en afvalwater (riothermie) komen hiervoor in aanmerking, alsook BEO-velden. "Wij leggen de focus op zeerlagetemperatuur warmtenetten, en op wijknetten en microgrids in plaats van op stadsnetten", aldus Dries Vleugels. "Een grote uitdaging hierbij is hoe we het bestaande historische patrimonium in Leuven, dat toch 50% van de stadskern uitmaakt, op lage temperatuur kunnen verwarmen."
Vooral proefprojecten
Op de vraag of de steden nog in de proefprojectfase zitten of al volop met de uitrol van hernieuwbare oplossingen bezig zijn, blijkt dat er vooral nog wordt getest. "Er is nog wat schroom van alle partijen. Dergelijke technieken vragen grote budgetten en inspanningen van de inwoners en we willen teleurstellingen vermijden", aldus Britt Verhesen, projectleider duurzame warmte bij stad Antwerpen.
Hybride wel een goed idee?
De steden geloven wel in hybride oplossingen. Maar met een andere invulling: namelijk een combinatie van verschillende duurzame technieken. "Als een geothermische warmtepomp en een lucht-water warmtepomp op wijkniveau worden gecombineerd, is het grote voordeel dat de installaties niet allebei gedimensioneerd dienen te worden op de piekvraag, wat dan weer kosten bespaart", aldus Britt Verhesen.