"Circulariteit is sleutel tot duurzame architectuur"
Adaptief streeft naar inclusief en maatschappelijk verantwoord ontwerpen
Het architectenbureau Adaptief is nog maar twee jaar uit de startblokken, maar weet zich nu al scherp te profileren. “Het is aan de architect en de ingenieur om met circulariteit te durven omgaan”, weten Laurent Vanhaverbeke en Florence Desmedt. We ontmoeten hen aan de keukentafel van hun privéwoning.
Gemeenschappelijke interesse in duurzaam materiaalgebruik
“Atelier voor duurzame architectuur werd opgericht in 2022 door mij en mijn partner Florence Desmedt. Het is een beetje zo gegroeid. We waren elk afzonderlijk bezig met eigen projecten naast de bureaus waar we werkten,” zegt Vanhaverbeke. “We hadden elk onze eenmanszaak, maar zaten ’s avonds samen op dezelfde plannen te puzzelen. Hieruit is het idee ontstaan om samen te gaan werken, we deelden namelijk dezelfde visie. We hebben allebei een master in de architectuur behaald aan Sint-Lucas, zij het elk in een ander afstudeerjaar.”
Architecte Florence Desmedt: “Ik heb mijn stage gedaan bij EA+ Architecten in Gent: een bureau gefocust op ecologische en duurzame architectuur. Bij Laurent was dat DAM Architecten in Antwerpen, een bureau dat zich focust op bio-ecologische architectuur. Vanuit die achtergrond is onze interesse en kennis inzake duurzaam materiaalgebruik verder gegroeid.”
Genius Loci
Vanwaar komt de naam 'Adaptief'? Florence Desmedt: 'Het betekent 'aanpassen aan' in de breedste zin van het woord. We beginnen echt met te kijken naar de plaats, het budget, de mensen en hun wensen.' Zo passen wij onze ontwerpen in op die bepaalde, unieke plek. Wij trekken geen lades open om daar een pasklaar ontwerp uit te halen voor eender welke locatie. Dat is eigenlijk de eerste les die je krijgt aan Sint-Lucas, namelijk de 'genius loci' of de geest van de plaats. Wij proberen dit tijdens het gehele ontwerpproces nooit uit het oog te verliezen. Heel wat architecten dreigen dat gevoel te verliezen. Maar dat is juist datgene wat wij belangrijk vinden: het goed kunnen vertellen van ieders verhaal, waarbij we rekening houden met al die aspecten."
'Adaptief' staat ook voor het aanpassen aan de klimaatverandering en het ontwerpen voor een circulaire toekomst. "We zorgen ervoor dat een gebouw zich kan aanpassen aan de invloeden van de tijd, met oog op de klimaatverandering. Circulariteit kan zich manifesteren in een flexibel of aanpasbaar plan, maar ook in het materiaalgebruik en demonteerbare verbindingen. Een gebouw kan doorheen de jaren van functie of van invulling veranderen. Al deze verschillende zaken hebben tot de naam ‘Adaptief’ geleid, en vormen samen de visie van ons bureau.”
"We proberen tijdens het ontwerpproces nooit 'de geest van de plaats' uit het oog te verliezen. Veel architecten raken dat gevoel kwijt"
Niet-definitieve karakter van een gebouw
Aanpasbaar betekent flexibiliteit? Vanhaverbeke: “Het slaat op het niet-definitieve karakter van een gebouw. Door duurzaam materiaalgebruik en slimme structuren kan je de mogelijkheid tot flexibel omvormen van een gebouw al vanaf het eerste schetsontwerp meenemen. Dit principe kan al eenvoudig op schaal van een ééngezinswoning toegepast worden. Denk maar aan de verschillende noden, wensen en ruimtes die er nodig zijn zolang de kinderen thuis wonen."
Het kan ook subtiel in kleinere architecturale ingrepen tot uiting komen. "Onlangs maakten wij een ontwerp voor een verbouwing waarbij een bestaand hoogteverschil tussen de vloeren 45 cm bedraagt. Dat is eigenlijk de zithoogte. We hebben de tafel net op die ‘grens’ ontworpen, zodanig dat het hoogteverschil tijdelijk als zitbank functioneert. Voor de kinderen is dat superleuk, maar het is geenszins definitief. Je kan er later iets anders mee doen.”
Keert de zitkuil uit de jaren zeventig terug? Vanhaverbeke: “We hebben een ontwerp gemaakt waarbij er twee treden naar beneden gaan zodat er een plek ontstaat om je af te zonderen. Het creëert een psychologisch gevoel: een prikkelarme ruimte die een klein beetje is afgesloten van de rest zonder dat je je volledig moet afzonderen. Zoiets werkt zeker voor een aantal mensen.”
Meerwaarde van circulariteit
U sprak over het containerbegrip ‘circulair’… maar is de realisatie ervan in de praktijk wel zo voor de hand liggend? Desmedt: “Het is gemakkelijk om die term in de mond te nemen. De vraag luidt echter: wanneer is iets echt circulair?"
Vanhaverbeke: “Ik denk dat daar verschillende stadia in bestaan. Een van mijn eerste projecten was een circulair project zonder dat ik die term daarvoor gebruikte. Het project betrof de bouw van een tijdelijke praktijkruimte in een woning: een box-in-boxprincipe, waarbij de materialen werden gezaagd en bevestigd met het oog op later hergebruik. Het project is intussen ontmanteld en hergebruikt in een renovatie met een meer definitief karakter. Bij elk project kijken we of het mogelijk is om recuperatiemateriaal te implementeren in het ontwerp. Dit kan materiaal zijn uit het bestaande gebouw, uit de afbraak, of bouwmaterialen uit sloopwerken in de nabije omgeving van het project."
"Circulariteit is complexer en uitdagender, maar het biedt architecturaal en ecologisch gezien een aanzienlijke meerwaarde"
"Bij een verbouwing in Gent hebben we de oude gevelstenen, afkomstig uit de afbraak van de aanbouw, met zorg afgebroken en hergebruikt in de nieuwe gevel. Verder plaatsten we in dit project ook plaatmateriaal, aangekocht bij Rotor in Anderlecht. Het gaat om gedemonteerde platen uit een ondertussen afgebroken gebouw, die hier een tweede leven krijgen. Wij vinden het ook onze taak en maatschappelijke verantwoordelijkheid als architecten. Het is ook aan de architect en de ingenieur om met circulariteit te durven omgaan. Het is veel gemakkelijker om nieuwe materialen voor te schrijven in je ontwerpen. Circulariteit is iets complexer en uitdagender, maar het geeft architecturaal en ecologisch gezien een aanzienlijke meerwaarde. En het schenkt voldoening.”
Grote variatie aan projecten
Wat is jullie segment? Vanhaverbeke: “Grotendeels particuliere eengezinswoningen, vaak renovatieprojecten waarbij het bestaande pand toe is aan een nieuw leven. Met verbouwingen heb je met een bepaalde sfeer en geest te maken, wat wij telkens als opportuniteit zien voor een goed en uniek ontwerp. Het verhaal van het ‘adaptieve’ speelt hier omdat we nieuwe elementen toevoegen, of bestaande versterken. Ook voor nieuwbouwprojecten kun je bij ons terecht, en ook hier ligt onze focus op het doelgericht en duurzaam aanpakken van het project. We nemen dus een grote variatie aan projecten aan, zolang ze binnen onze filosofie passen."
Laureaat wedstrijden
"Daarnaast hebben we ook projecten die meer de publieke sfeer opzoeken, denk maar aan wedstrijden en openbare aanbestedingen voor publieke gebouwen. Als jong bureau is het niet vanzelfsprekend om geselecteerd te worden voor deelname aan deze openbare aanbestedingen. Toch werden wij al voor enkele wedstrijden geselecteerd en werden we zelf als laureaat uitgekozen voor de bouw van een uitkijktoren in Terneuzen!"
"Ook werden we al twee keer tweede laureaat bij wedstrijden met oog op innovatief publiek wonen in bestaande panden, uitgeschreven door de provincie West-Vlaanderen. Dat geeft ons goede moed om in de toekomst nog meer te kunnen inzetten op dit soort grotere projecten voor collectief en sociaal wonen."
Een robuust project
Desmedt: “Een tweede wedstrijd die we gewonnen hebben en die nu in aanbestedingsfase zit, bevindt zich in Hasselt. Het gaat om doorgangswoningen voor ex-gedetineerden. We ontwierpen vier eenpersoonsstudio’s voor mensen die uit de gevangenis komen en daar enkele maanden mogen verblijven om zichzelf de tijd te geven opnieuw te integreren in de maatschappij. Het project is zeer robuust omdat er veel wordt verhuisd. Dat sluit aan op het duurzaam gedachtengoed dat we hebben. De inclusie, het mensen een nieuwe kans geven in de maatschappij, sluit ook aan bij onze visie op architectuur. Een goed en ruimtelijk ontworpen gebouw met plaats voor ontmoeting draagt bij aan de herintegratie van de bewoners."
Maatschappelijk verantwoord ontwerpen
Architecten klagen vaak over administratie… Desmedt: “Onze passie en liefde voor architectuur zijn zo sterk dat we de kleine 'ongemakken' erbij nemen, denk maar aan stedenbouwkundige regelgeving, lange procedures, enzovoort.
Maar waarom ben je architect geworden? Vanhaverbeke: “Dat is een goede vraag. Enerzijds hou ik van esthetiek en schoonheid en de kans om er vorm aan te geven. Anderzijds is er wat tijdens mijn studieperiode is gegroeid, namelijk de noodzakelijke aandacht en verantwoordelijkheid voor duurzaamheid, ecologie en klimaatverandering. Het feit dat we deze aspecten nu kunnen combineren in een job vinden we mooi. Tijdens het uitoefenen van het beroep ontstond ook de drang naar inclusief en maatschappelijk verantwoord ontwerpen.
Als kind tekende ik plattegronden van steden op A-viertjes, het was pure fantasie. Hier een ziekenhuis, daar een rondpunt, daar een woonstraat. Dat was natuurlijk heel kinderlijk getekend en stedenbouwkundig een slecht plan, maar het ging vooral om de interesse om ruimtes vorm te geven en in te delen. Architectuur is op grote en op kleine schaal puzzelen. Dit gaat van de inplanting van een gebouw in de context met oog voor licht en ruimtelijkheid, tot het inpassen van een vaatwasser in een compacte keuken. Alles heeft zijn ordentelijke logica en schoonheid, en wil ik tot in de puntjes correct bedenken. Tijdens het tekenen van plannen komt er een autistisch trekje in mij naar boven. Waarom ik architect ben geworden? Dat is een moeilijke vraag. Ik heb mezelf die vraag nog nooit gesteld. Het gebeurde gewoon."
"Je kan heel snel tot een goed ontwerp of idee komen, maar om het ook goed te laten uitvoeren en te finaliseren is er tijd nodig"
Tot 98% houtbouw
Duurzaam materiaalgebruik
Architecten hebben het vandaag niet voor de wind. Desmedt: “Ik heb het gevoel dat wij voorlopig nog in een bepaalde niche zitten. Aannemers van houtbouw zijn vandaag overbezet en hebben enorm veel werk. Wij horen van andere mensen die een beetje buiten onze kring staan, dat de klassieke aannemers het wat minder druk hebben. Dan hebben we het over de traditionele bouwmethodes. Wij zitten in een volledig ander verhaal. Wij bouwen 98 procent in hout. We werken daarvoor met aannemers die dezelfde visie met ons delen en vinden zo de juiste partners die begaan zijn met het ecologische en het duurzame. De geschikte aannemers ontmoet je via-via en ons netwerk groeit op dat punt gestaag. Het gaat niet alleen om duurzame architectuur, maar ook over een duurzame relatie zowel met uitvoerders als met overheden en bouwheren. Correct communiceren en ethisch handelen liggen hier aan de basis. Architecten spraken in het verleden niet op deze wijze, dit markeert een echte generatiewisseling.
Nagroeibaar materiaal
In de Visietekst van Adaptief staat te lezen dat we te lichtzinnig met CO2 omgaan … Vanhaverbeke: “Wij kiezen heel bewust voor houtbouw omwille van het gunstig effect op de koolstofdioxide-uitstoot ervan. We beperken ons ook in de toepassing van beton. Een constructievloer hoeft niet per se volledig van beton te zijn. We werken vaak met schelpen of gerecupereerde glasgranulaten. Schroefpalen voor de fundering is eveneens een optie. Waarom wij bewust voor hout kiezen? Hout is constructief gezien één van de weinige nagroeibare materialen. Bomen nemen CO2 op. Als we eenmaal in hout bouwen geven we die boom in principe een tweede leven. Omwille van de CO2-opslag is het gebouw dan een CO2-buffer. Voorwaarde is wel dat de gekapte boom vervangen wordt. Zo realiseer je een negatief CO2-proces."