GEBRUIK ADEMENDE VERVEN VOOR NAGEISOLEERDE SPOUWMUREN
BEHANDELEN VAN NAGEISOLEERDE GEVELS NIET ZONDER RISICO’S
Tot op de dag van vandaag zijn er, naar schatting, nog steeds tussen de 600.000 en 1.000.000 woningen in België die in aanmerking komen voor na-isolatie van de spouwmuren. Het na-isoleren van spouwmuren gebeurt echter niet zonder gevaar of risico omdat het vaak de vochthuishouding in de spouw verandert. Het is dan ook belangrijk dat de gevel van zo’n nageïsoleerde spouwmuur met een sterk ademende en dus waterdampdoorlatende verf behandeld wordt. Daarbij gaat het meestal om (maar is het niet beperkt tot) siloxaan-, silaan- of silicaatproducten in plaats van de klassieke en gesloten acrylaatproducten.
PROBLEMATIEK
Polyurethaanschuim
Na-isoleren is een eenvoudige, snelle en goedkope manier om een woning die niet-geïsoleerde luchtspouwen heeft, alsnog te isoleren. Sinds de jaren 1960-1970 boort men gaten in de gevel om er polyurethaanschuim in te spuiten en de gevel nadien te verven met een gesloten verfsysteem, zoals een acrylaatverf. Dat leek een goede oplossing, maar al snel kregen zulke gevels vocht- en vorstproblemen en bleek dat polyurethaanschuim geen goede oplossing was. Vandaag doen zich nog steeds heel wat problemen voor, om verschillende redenen.
Spouw
Het is enorm belangrijk rekening te houden met hoeveel spouw er effectief overblijft wanneer een huis gebouwd wordt en hoe regelmatig die is opgebouwd. Een probleem bij de hedendaagse nieuwbouw is dat er soms tot 14 centimeter aan isolatie in de luchtspouw wordt gezet, maar dat er veel te weinig effectieve spouw overgelaten wordt wanneer er met polyurethaanplaten gewerkt wordt. Er wordt daarbij het best gestreefd naar een spouw tussen de 2 en de 4 centimeter en bij voorkeur meer dan 3 centimeter. Indien de spouw smaller is, is er onvoldoende verluchting. Daarnaast kan het ook gebeuren dat wanneer de muur ergens afwijkt of niet recht gebouwd is, of wanneer de isolatie niet correct geplaatst of vervormd is, er problemen kunnen ontstaan, aangezien de binnen- en buitenmuren met elkaar in contact kunnen komen.
Endoscoop
Er wordt dus het best met behulp van een endoscoop nagegaan of de spouw voldoet aan de voorwaarden om aan na-isolatie te kunnen doen. Indien er zich toch problemen voordoen, zijn die bijna niet op te lossen, aangezien meestal de volledige gevel afgebroken moet worden om het probleem te verhelpen.
NA-ISOLEREN
Voordelen
Het na-isoleren van een woning is op zich bijzonder interessant qua prijs en snelheid van uitvoering. Zo neemt een tweegevel (voor- en achtergevel)-opdracht meestal minder dan een dag werk in beslag en gebeurt een viergevelna-isolatie vaak op een tweetal dagen. De werking is vrij eenvoudig: er wordt om de paar meter een gat geboord in de voeg (op de diameter van de voeg), eigenlijk als een soort dampatroon. Vervolgens wordt de lans aangebracht en wordt het isolatiemateriaal onder hoge druk in de gaten gespoten. De gaten worden uitgevuld en zo is de gevel klaar voor afwerking. Er zijn ook heel wat belastingvoordelen en premies gekoppeld aan het na-isoleren van een gebouw. Die verschillen van regio tot regio, maar liggen meestal tussen de 40-60% van de totaalkostprijs, wat het opnieuw interessant maakt om na te isoleren. Ten slotte zorgt een betere isolatie voor een efficiënter warmtebeleid binnen een gebouw en is er minder verbruik op het vlak van stookolie, gas of elektriciteit.
Materialen
Waar ze vroeger bijna uitsluitend met polyurethaan werkten, is dat de dag van vandaag ten sterkste afgeraden. Polyurethaan in een luchtspouw spuiten zorgt er namelijk voor dat de volledige spouw opgevuld wordt. Het product zet zich overal vast en blokt alles, maar verbindt zo wel de binnen- en buitenmuur met elkaar. Wel kan er nog gewerkt worden met polyurethaanplaten die meestal van een aluminiumfolie voorzien zijn en genoeg ruimte laten voor een spouw. Tegenwoordig wordt er eerder geopteerd voor alternatieven zoals polystyreenparels, rots- of glaswolvlokken, silicaatschuimparels, gesiliconiseerde perlietkorrels etc. Wat deze materialen gemeenschappelijk hebben, is dat ze allemaal gehydrofobeerd en waterdampdoorlatend zijn, in tegenstelling tot polyurethaan. Deze alternatieven worden eveneens onder druk in de gevel gespoten, maar zetten niet uit. Wanneer ze water beginnen op te nemen, verzwaren ze en zakken ze naar beneden. Op dat moment kan men onder aan de gevel enkele stenen weghalen en kan men de isolatie simpelweg uit de muur zuigen en opnieuw een andere isolatie inspuiten.

(gesloten ondergrond met daarop een gesloten verfsysteem)
Risico’s
Er is over het algemeen gezien het meest risico op vocht- en condensatieproblemen. Enkele symptomen die duidelijk aantonen dat er iets aan de hand is:
• Het kan gebeuren dat het buitenspouwblad nat wordt en dat er condensatie ontstaat, waardoor er zich schimmel binnen en buiten de spouw ontwikkelt;
• Koudebruggen kunnen gecreëerd of versterkt worden, waardoor er opnieuw risico op schimmel ontstaat;
• Het bladderen van het bestaande verfsysteem, meestal in het geval van een gesloten ondergrond met daarop een gesloten verfsysteem zoals acrylaatverf;
• Vergipsing van de gevel, waarbij additieven uit de mortel zich door het vocht aan de oppervlakte zetten en er een soort gipsfilm vormen. Er ontstaat een vuile, grijs-beige waas op de gevel die er tijdelijk afgaat, maar niet permanent. Die wordt veroorzaakt doordat het buitenspouwblad onvoldoende kan drogen;
• Vorstproblemen door de aanwezigheid van vocht. Hierbij kan de gevel kapotvriezen en kunnen er barsten ontstaan of zelfs stukken afbrokkelen.
Nood aan kwaliteitscontrole
Een probleem binnen de sector van het na-isoleren is dat de ene uitvoerder zegt dat een bepaald gebouw wel nageïsoleerd kan worden, een tweede uitvoerder zijn twijfels heeft en een derde uitvoerder het afraadt. De klant kan zelf moeilijk inschatten wie er correct en wie er roekeloos is. Er is met andere woorden nood aan een soort kwaliteitsgarantie en -controle. Dat zowel voor de producten als voor de uitvoerders. Zo zouden ze voorzien kunnen worden van een opleiding en een bijbehorend attest. Zoals dat gebeurt bij een verfgarantiesysteem, zou er het best gewerkt worden met een voorafgaand technisch advies. Indien er dan zaken opgemerkt worden die na-isolatie verhinderen, moet dat gemeld worden en gebeurt de na-isolatie het best niet. Op zich zou een extern controlemechanisme nuttig zijn om er zeker van te zijn dat alle na-isolaties op een correcte manier gebeuren. Dat maakt alles echter een stuk duurder en langdradiger, aangezien experten opgeleid moeten worden en steeds op de werf aanwezig moeten zijn.
VERFADVIES
Ademend vs. gesloten
Op gebouwen uit de periode 1940-1980 was een voldoende brede luchtspouw voorzien die voldoende circulatie voorzag en zo voldoende droging toeliet. Tegenwoordig is dat minder het geval. Vandaar de overstap van gesloten acrylaatverfsystemen naar waterdampdoorlatende siloxaan-, silaan- of silicaatverven. Het verhoogt namelijk het ademend vermogen van de ondergrond en laat zo toe dat een gevoelig buitenspouwblad verlucht kan worden. Kiest men toch voor een acrylaatverfsysteem, dan moet dat systeem bestand zijn tegen 100% vochtbelasting. Siloxaan is een semimineraal, dunlagig, waterdampdoorlatend verfsysteem, maar kent geen elasticiteit. Het is met andere woorden poreuzer en brosser, en dus ook niet-scheuroverbruggend. Siloxaan is minder duurzaam dan acrylaat. Het begint namelijk al na 6-7 jaar te krijten door zijn droogheid, terwijl acrylaatverven 20-25 jaar kunnen meegaan. Siloxaan is een potmat product, terwijl acrylaat meestal een glansgraad heeft. Visueel is er dus vaak een onderscheid te maken. Nog een manier om de twee uit elkaar te houden is door er met wat aceton over te gaan. Siloxaan zal dat simpelweg absorberen, terwijl acrylaatverven licht kleverig zullen worden. Er bestaan ten slotte ook elastische siloxanen. Dat zijn siloxaanverven die toch nog een deel acrylaten bevatten. Dat verhoogt echter opnieuw het risico op bladderen. Aan de andere kant zijn er de silicaatverven. Deze minerale verven op basis van waterglasparels verkiezelen met de minerale ondergrond en zijn daardoor zo goed als volledig dampopen. Ze zijn, net zoals siloxaan, potmat maar hebben een erg lange levensduur.
Voorbereiding
Alvorens over te gaan tot het verven van de gevel, worden het best zowel de muren als de luchtspouw gecontroleerd op gebreken en problemen. In de spouw mag, onder andere, geen afval aanwezig zijn en mogen zich geen koudebruggen of cementbaarden voordoen. Indien nodig moet de reeds aanwezige isolatie verwijderd worden. Op de muur zelf moeten bestaande, gesloten verfsystemen volledig verwijderd worden, moeten barsten hersteld worden en wordt er het best met een siloxaan-, silaan- of silicaatverf of een watervast acrylaatsysteem (mits gebruik van een speciale epoxyprimer) gewerkt.
Nog te isoleren
Indien een gebouw recent geïsoleerd werd of nog te isoleren is:
• Wordt de gevel het best uitsluitend behandeld met een waterdampdoorlatend verfsysteem zoals een siloxaan-, silaan- of silicaatverf of een watervast acrylaatverfsysteem (mits gebruik van een speciale epoxiprimer).
• Indien er toch al een acrylaatsysteem aanwezig is, moet dat volledig verwijderd worden.
• (Sterk) gesloten ondergronden, zoals geëmailleerde bakstenen, worden het best niet behandeld.
• Indien het om oude huizen gaat (1940-1980), wordt het best eerst nagegaan in welke toestand die zich bevinden.
Reeds geïsoleerd
Indien het om een oud gebouw gaat, vaak uit de periode 1940-1980, dat al geïsoleerd werd, bestaan er vier situaties:
• De gevel is onbehandeld en onbeschadigd. In dat geval kan die simpelweg behandeld worden met een sterk ademend verfsysteem.
• Indien de gevel onbehandeld, maar wel beschadigd is, wordt aangeraden de gevel niet te behandelen. Indien ze toch behandeld wordt, gebeurt dat het best met een siloxaan-, silaan- of silicaatverf, maar zonder garantie. Een watervast acrylaatsysteem is hier af te raden.
• Bij een reeds behandelde gevel, zonder schade wordt het best eerst nagegaan welke verf er gebruikt werd op de gevel. Een siloxaanafwerking op een bestaand siloxaan is bv. mogelijk, maar een acrylaatafwerking moet eerst volledig verwijderd worden.
• Wanneer de gevel behandeld en beschadigd is, wordt er het best weggebleven van de gevel.

gaat het meestal om (maar is het niet beperkt tot) siloxaan-, silaan- of silicaatproducten