PARAMETERS VAN ALUMINIUM TRAP

Net zoals bij elke trap worden ook bij het ontwerp van de aluminium trap verschillende parameters in rekening gebracht.

ALUMINIUM TRAP

Parameters van de trap

Net zoals bij elke trap worden ook bij het ontwerp van de aluminium trap verschillende parameters in rekening gebracht. De minimale trapbreedte is vastgelegd op 80 cm (100 cm in publieke gebouwen). De ideale stijgingshoek (hellings­graad) van een trap naar een verdieping bedraagt ongeveer
40° (of wat minder).

• De stijgingshoek wordt berekend op basis van de traphoogte en de val (de horizontale ruimte die de trap zal innemen). Voorbeeld: een trap met als traphoogte 310 cm en een val van 390 cm heeft een hellingsgraad van 38,48°.
• Middels de traphoogte wordt de optrede, namelijk de afstand van de bovenkant van een trede tot de bovenkant van de volgende trede, berekend. Die is gemiddeld 18 à 18,5 cm. Voorbeeld: om een optrede van 18 cm bij een traphoogte van 310 cm te realiseren, zijn 17(,22) treden nodig.
• Op basis van de val wordt de trede, met name het vlak waarop de voet steunt, bepaald. Dit vlak is gewoonlijk tussen de 20 en de 25 cm diep (voor woningen, en 25 à 30 cm voor publieke gebouwen) om een goede stapbasis te hebben.
  Voorbeeld: bij een val van 390 cm en 17 treden, is het voetvlak 22(,94) cm breed.
• De treden van een trap kunnen artificieel dieper worden gemaakt, zonder dat de val moet worden vergroot. Bij houten trappen gebeurt dat door de treden schuin uit te voeren of met behulp van trapneuzen. Doordat aluminium trappen meestal open worden uitgevoerd (zonder stootborden) stelt het probleem van een te klein voetvlak zich
  niet. Het voetvlak kan worden vergroot door een grotere overlap (de ene trede ligt over de andere) te creëren tussen de treden.
• Bordessen worden gebruikt als rustvlak tussen twee trappen (in publieke gebouwen moet na ten hoogste 12 treden vaak voor een tussenbordes van minstens 100 cm diep gezorgd worden) en bieden voor trappen in alu­minium een oplossing om toch een bocht in de trap te kunnen maken (overloopbordes, hoek­bordes ...). Zo worden ook verdreven treden vermeden, die uit veiligheids­redenen het best uit de weg worden gegaan. Ook de hoogte tussen de trap en bovenliggende niveaus, ten slotte, moet in rekening worden gebracht. Een geschikte hoogte is minimaal 2 meter om te vermijden dat grotere mensen hun hoofd stoten.

Ontwerp

De trappenbouwer komt het liefst al tussen tijdens de ontwerpfase van het gebouw. Op die manier kunnen de wensen van de klant en de mogelijkheden die het pand biedt beter op elkaar worden afgestemd. De grootste beperking blijft dat
het niet mogelijk is om met alumi­nium een draai of hoek te over­bruggen. Hier kan tijdens de ontwerpfase al een oplossing voor worden geformuleerd (bijvoorbeeld de locatie van de trap wijzigen of kiezen voor bordessen). Ook kan het nuttig zijn om bij de keuze voor verlichting van de trap­ b­oom of treden (via een voeding en controller) aansluiting op de net­span­ning te voorzien.

De trap wordt uitgetekend op basis van de trapparameters. Bij het opmeten van deze parameters is precisie zeer belangrijk. Zodra de trap wordt opgeleverd, kunnen fouten immers niet meer worden gecorrigeerd (bv. een te lange trap bijschaven zoals dat kan met een houten trap, is niet mogelijk). De opmeting gebeurt daarom het best in de eindfase, als de vloerpas al bekend is (het liefst zelfs als de vloer er al ligt). Ook de opties worden op het trapplan ingecalculeerd. Mogelijke extra wensen zijn:

• een trapleuning: die kan tegen de muur (dan komt die standaard op 100 cm boven de traptreden, maar die hoogte kan ook worden aangepast aan de lengte van de gebruikers) of op de trap worden gemonteerd. De designmogelijk­heden zijn talrijk. Er is een grote vormvrijheid (gebogen aluminium constructies zijn uitvoerbaar, omdat leuningen minder dik zijn dan bij­voorbeeld een trapboom) en het oppervlak kan worden verfraaid met anodiseer- of lakbehandeling. Meestal worden er voor de leuningen echter combinaties van rvs, aluminium
  en glas gebruikt.
• balustrades, ook wel borst­weringen genoemd, worden gebruikt om de veiligheid van personen te garanderen, zodat ze niet naar beneden kunnen vallen (de hoogte van deze balustrades moet minimaal 110 cm bedragen). Net zoals bij trapleuningen zijn er op het vlak van design en afwerking opties bij de vleet en wordt voor de constructie veelal rvs, aluminium of (gelaagd en gezuurd) glas gebruikt;
• verlichting: zowel lichtarmaturen als ledstrips (RGB-kleuren) worden gebruikt voor (directe of indirecte) verlichting van de trapboom of treden;
• materiaalcombinaties: treden en bordessen kunnen worden opgevuld in (gelaagd en gehard) glas, steen en hout.