MECHANISCH VERSTEVIGDE DEUREN
KUNNEN TEGEN EEN STOOTJE
In sommige omgevingen krijgen deuren heel wat te verduren. Denk maar aan deuren in ziekenhuizen, rusthuizen, hotels, politiekantoren, gevangenissen en psychiatrische instellingen. Om te vermijden dat in projecten minderwaardige deuren worden gebruikt, en te kunnen garanderen dat de deur tegen een stootje kan en dus een aardige levensduur biedt, vragen architecten steeds vaker naar deuren met een mechanisch verhoogde weerstand. Deze deuren kunnen meer impact verdragen en zijn ontwikkeld voor intensief gebruik. Ook de opmars van onzichtbare deuren doet de vraag naar mechanisch verstevigde deuren toenemen. De deur gaat na verloop van tijd niet kromtrekken en blijft dus mooi in het vlak van
de wand liggen. Daarnaast kan de mechanisch verstevigde deur ook een meerwaarde bieden als scheidingsdeur tussen vochtige/droge en warme/koude ruimtes.
STS 53.1 RICHTLIJN
De ene mechanisch verstevigde deur is echter de andere niet. De deuren worden in verschillende klassen ingedeeld, afhankelijk van hoe goed ze bepaalde schokken en belastingen kunnen trotseren. Dat staat zo in de Richtlijn STS 53.1 Deuren, die in veel lasten-boeken en beschrijvingen wordt gehanteerd, en op tafel komt te liggen bij disputen. De naleving van de STS-richtlijn is niet juridisch afdwingbaar, maar het document wordt wel bindend als er in private of publieke uitvoeringsbestekken naar wordt verwezen of als er elementen uit worden opgenomen.
VERSCHILLENDE WEERSTANDSKLASSEN
De STS 53.1 Richtlijn onderscheidt zeven klassen: van M1 tot M7. De M staat voor de mechanische weerstandsklasse. M1-deuren scoren het laagst, M7-deuren hebben de hoogste mechanische weerstand. Afhankelijk van de plaats waar de deur zal worden opgehangen, wordt de aanbevolen M-klasse bepaald. De STS-richlijn geeft aan over welke mechanische weerstand de deur het best beschikt i.f.v. de toepassing.
- Wordt de deur als binnendeur geplaatst in residentiële gebouwen, zoals een eetkamer, een keuken of een slaapkamer, dan wordt weerstandsklasse M1 aanbevolen.
- M2 is het mechanische weerstandscriterium waaraan een branddeur moet voldoen. M2-deuren worden ook voorgedragen in garages, stookplaatsen, als appartementsdeur, enz.
- M3-deuren vinden hun toepassing als buitendeur in residentiële gebouwen en kunnen ook worden aangeraden als binnendeur in klaslokalen, ziekenhuizen en bejaardentehuizen. Hier wordt er echter meestal geopteerd voor M4-deuren.
- De M4-deur wordt vooral toegepast in schoolgebouwen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen, hotels, sportcentra, kazernes, kantines, zwembaden en parkeergarages. Plaatsen waar deuren intensief worden gebruikt dus, en waar een voortijdige degradatie van de deur waarschijnlijk is door toevallige of opzettelijke schokken en belastingen.
- Klassen M5, M6 en M7 werden in het leven geroepen voor industriële toepassingen. Op deze deuren met verhoogde mechanische weerstand, kunnen zeer zware krachten worden uitgeoefend (bv. de aanrijding van een heftruck).
PROEFMETHODEN
Vier belastingsproeven
De mechanische weerstandsklasse van een deur wordt bepaald aan de hand van vier belastingsproeven: A, B, C en D. Die tests gebeuren door een daarvoor erkende instantie. De manier waarop de proeven moeten gebeuren, zijn bepaald volgens Europese normen. Tijdens de proef mogen er geen beschadigingen optreden.
- Proef A: de weerstand tegen verticale hoekbelasting wordt getest. Er wordt nagegaan of de deur gaat doorhangen bij een bepaalde belasting. De openstaande deur (90°) wordt opgehangen in haar omlijsting en wordt op 50 mm van de rand bovenaan verticaal belast gedurende vijf minuten. Een minuut na wegname van de belasting wordt de blijvende vervorming gemeten. De maximaal toegelaten blijvende verplaatsing bedraagt 1 mm.
- Proef B: de statische torsie wordt gemeten (voet-tussen-de-deur-proef). Op die manier wordt achterhaald of de deur vervormt als er een object tussen wordt gestopt en de deur vervolgens wordt dichtgeduwd. De openstaande deur (90°) wordt opgehangen in haar omlijsting en wordt op 50 mm van de randen in de onderste hoek horizontaal belast gedurende vijf minuten. Die belasting wordt ook hier uitgedrukt in newton. Een minuut na wegname van de belasting wordt de blijvende vervorming gemeten. De maximaal toegelaten blijvende verplaatsing bedraagt 2 mm.
- Proef C: de weerstand tegen schokken met een zacht, zwaar lichaam wordt getoetst. De test bootst het menselijke lichaam na en gaat na wat de impact op de deur is als er bijvoorbeeld iemand tegenaan loopt. De deur, opgehangen in haar omlijsting, wordt gesloten en in het midden belast met een zak van 30 kg die tegen het deurblad wordt geslingerd. De maximale slingerhoek bedraagt 85°. De schok wordt uitgedrukt in joule (J). De maximale toegelaten blijvende verplaatsing bedraagt 2 mm.
- Proef D: weerstand tegen schokken met een hard lichaam. Deze proef simuleert een stoot van een (bv. metalen) voorwerp. Het deurblad wordt horizontaal op een proefframe gelegd. Een stalen kogel met diameter van 50 mm valt vanaf een welbepaalde hoogte op 15 plaatsen op het deurblad. De schok wordt in joule (J) uitgedrukt. Gemiddelde waarde van de diameters van de indrukkingen bedraagt maximaal 20 mm. Gemiddelde waarde van de diepte van de indrukkingen mag maximaal 2 mm bedragen met een maximale indrukking van 2,5 mm per meetpunt.
Resultaten
Op basis van de prestaties van de deur op elk van de proeven, wordt de deur ingedeeld in één van de vier weerstandsklassen. De laagste score die opgetekend wordt, bepaalt de definitieve mechanische weerstandsklasse.
Extrapolatie
De belastingsproeven worden gewoonlijk uitgevoerd op standaarddeuren (2.015 mm tot 2.115 mm hoogte en 630 tot 1.230 mm breedte). Als de deuropbouw een bepaalde klasse krijgt toegekend, mag die bij vervaardiging maximaal 2 mm afwijken in hoogte/breedte, afhankelijk van de tolerantieklasse. Dat betekent dus dat een M4-deur die afwijkt van de 2 mm-tolerantie niet zomaar groter op de markt mag worden gebracht, een grotere deur heeft niet per se dezelfde mechanische weerstandsklasse
als de kleine variant. Dan moet worden berekend in hoeverre de deurgrootte kan worden geëxtrapoleerd zonder aan weerstand in te boeten (bv. een studiebureau berekent dat de deur maximaal 10% groter mag worden gemaakt). Als de gewenste extrapolatie niet realiseerbaar is, zakt de deur in klasse.
Bijkomende vereisten
Wie kiest voor mechanisch verstevigde deuren, wil een deur die bij intensief gebruik langer meegaat, maar behalve de mechanische weerstand zijn ook andere parameters bepalend voor de kwaliteit van de deur, zoals de algemene vlakheid (V) van het deurblad (bij normaal, droog en vochtig klimaat), hygrothermische weerstandsklasse in differentieelklimaat (H), nodige bedieningskracht (F) voor openen en sluiten en de gebruiksfrequentie (f) die meegeeft hoeveel keer de deur kan worden geopend en gesloten. Ook voor deze parameters is in de STS-richtlijn een lijst te vinden die aangeeft over welke score de deur op elke parameter het best beschikt in functie van de toepassing.
OPBOUW DEUR
Met of zonder kader
Het deurblad van een klassieke deur is opgebouwd uit een kader, vullingsplaat (kern) en hdf-plaat, dat wordt afgewerkt met kantlatten en een toplaag. Een deur met een stabiliteitspaneel verenigt het kader, de vullingsplaat en de hdf-plaat van een deurblad in één paneel. De drie onderdelen worden niet aan elkaar bevestigd (met bv. lijm) zoals in een klassieke deur. Het paneel vormt een monoliet geheel (uit een samenstelling van houtspaanders) dat wordt voorzien van kantlatten en een afwerkingslaag. Doordat het paneel een geheel vormt, is het goed bestand tegen schokken en torsie (want het deurblad bestaat niet uit losse onderdelen die onderling kunnen interageren).
Samenstelling kern
De samenstelling van de deurkern (in het geval van een klassieke deur) of van het stabiliteitspaneel wordt aangepast in functie van de vereiste mechanische weerstandsklasse. Als in een cake worden ingrediënten aangepast met het oog op de te behalen klasse. Dat kan o.a. door:
- de samenstelling van de houtspaanders te veranderen (bv. grotere partikels, minder zaag-meel);
- lijmen met een specifieke functie toe te voegen;
- de densiteit van het paneel aan te passen (de houtspaanders meer of minder op elkaar te drukken);
- toeslagstoffen (bv. chemische stoffen) in het paneel te verwerken.
Extra versteviging
Ter versterking van de deur kunnen nog extra tools worden gebruikt.
- In plaats van één highdensity- fiberboard (hdf) in een klassieke deur, worden twee hdf's gebruikt met ertussen een aluminium inlage;
- Tegen de kern worden verstevigingslatten geplaatst (uit bv. multiplex of laminated strand lumber);
- Om de deurhoeken tegen schokken en stoten te beschermen, worden zichtbare houten kantlatten voorzien. Ook roestvrijstalen hoekprofielen die op de hoeken van de deur worden ingefreesd of ingekleefd, worden verzocht.
Afwerkingslaag
De afwerking van de houtspaanderplaat in mechanisch verstevigde deuren gebeurt veelal met hogedruklaminaat (hpl). Terwijl in standaarddeuren hpl wordt gebruikt van 0,7 mm, wordt dit in mechanisch verstevigde deuren verhoogd tot 1,2 mm. De toplaag heeft een belangrijke invloed op het welslagen van de tests, want als de deur intact blijft, maar de oppervlaktebekleding barst, slaagt de deur niet in de proef. Dergelijke afwerkingslagen zijn verkrijgbaar in tal van kleuren en prints.
Glasopeningen
- Klassiek opgebouwde mechanisch verstevigde deuren kunnen worden uitgerust met glasopeningen, tenminste als rond het glas een houten kader wordt voorzien. Om de stevigheid van de deur te bewaren, moet rond de glasopening minstens 15 cm deur bewaard blijven.
- In een verstevigde deur opgebouwd rond een stabiliteitspaneel wordt het glas rechtstreeks in het paneel gemonteerd zonder dat daarvoor een intern kader nodig is. Een sectie van 10 cm rond de raamopening is voldoende. Het is mogelijk om slanke deuren te maken met veel glas zonder dat de mechanische weerstand daaronder lijdt (zolang een sectie van 10 cm wordt voorzien).
De glasopening begint het best pas op een hoogte van 25 à 30 cm van de grond. Ervaring leert dat anders tegen de deur wordt geschopt bij het openen. Het glas dat wordt gebruikt in mechanisch verstevigde deuren bestaat uit twee glaspanelen waartussen een film zit. Wanneer het glas breekt, blijven de scherven in de film hangen.
Beslag
Het hangwerk wordt gekozen in functie van het gewicht van de deur. Let wel dat de deur (na de verstevigingsaanpassingen) niet te zwaar is (in Nederland bv. heffen plaatsers niet meer dan 25 kg). Een zware deur brengt immers nadelen met zich mee, m.n. moeilijkheden bij de plaatsing, duurder beslag...
Behalve aan de gewichtsvereisten, moet het beslag van de deur niet aan speciale eisen voldoen (rvs-beslag wordt het vaakst gebruikt). Wel is het zo dat het sluitwerk voldoende diep moet kunnen worden ingefreesd en dat de kantlat en/of het deurpaneel waaraan het beslag wordt bevestigd over een voldoende grote schroefweerstand moet beschikken.
Als sluitwerk wordt een deurkruk met een krukstaaf van standaarddikte 8 mm gebruikt. Dikker hoeft niet. Bijkomend kan een versterkte kruknoot (slijtvast) of driepuntsluiting (ter versteviging) worden gebruikt. Bij inbraakwerende deuren wordt het beslag wel aangepast omdat de inbreker zich veelal tot het
hang- en sluitwerk richt.
PLAATSING
De plaatsing van de deur is hetzelfde als bij een klassieke deur. Wel moet erop worden gelet dat de verankering van het deurkader het best mechanisch gebeurt. Enkel PU-schuim gebruiken, is not done bij de installatie van een mechanisch verstevigde deur. De kans dat het kader na verloop van tijd (door schokken en torsiekrachten) los komt te zitten, is beduidend groter dan bij een standaarddeur.