De juiste spuitapparatuur voor plamuur kiezen

Een spuittoestel voor plamuur is in feite een tool voor de schilder-decorateur en stukadoor om de plamuur vanuit de emmer tot op de muur te brengen, zodat hij of zij dit niet met de hand hoeft te doen. Het algemene principe is eenvoudig. Een pomp zuigt de plamuur aan en duwt die onder druk naar het spuitpistool waarmee de plamuur op de muur wordt gespoten. De spuittip in het pistool zorgt voor de verneveling van het product.
TRECHTER
Een spuittoestel kan de plamuur rechtstreeks vanuit de emmer aanzuigen, maar er zijn ook toestellen met een bijhorende trechter. Een trechter biedt door zijn V-vorm meer zekerheid op een constante materiaaltoevoer zonder luchtbellen.
Er zijn zelfs trechters die men kan laten trillen om er zeker van te zijn dat het materiaal gelijkmatig richting de pomp gaat. Mocht de plamuur niet kant-en-klaar zijn, dan wordt die extern aangemaakt vooraleer die in de trechter wordt gekapt (al zijn er ook spuittoestellen met een watertoevoer die het ingevoerde poeder kunnen mengen tot een verspuitbare pasta).

POMP

Het hart van het spuittoestel is de pomp. Via de aanzuigzijde zuigt de pomp de plamuur uit de emmer of de trechter aan. Aan de perszijde wordt het product richting het spuitpistool geduwd. Onder sommige omstandigheden kunnen filters gebruikt worden aan zowel de aanzuigzijde als aan de perszijde van de pomp (bv. om steengruis van op de werf tegen te houden en/of om verstoppingen in de spuittip tegen te gaan).

De twee belangrijkste soorten pompen voor plamuurspuitapparatuur zijn:
- de wormpomp: het materiaal wordt getransporteerd door het draaien van een spiraal/ wormschroef (rotor) in een behuizing (stator). De beweging van de spiraal in de behuizing creëert een vacuüm aan de zuigzijde (en helpt de plamuur zo de pomp in) en een drukverhoging aan de perszijde (waardoor er voldoende druk wordt opgebouwd om het materiaal te verspuiten).
- de pistonpomp (ook plunjerpomp genoemd): de verplaatsing van het materiaal gebeurt door een zuiger. De zuiger brengt aan de aanzuigzijde een vacuüm tot stand (waardoor het materiaal wordt aangezogen) en veroorzaakt aan de perszijde overdruk (waardoor de plamuur wordt weggeduwd).
Een belangrijk onderdeel in een pomp zijn de afdichtingen. Die zorgen ervoor dat er een vacuüm kan worden gecreëerd en dat er ook druk kan worden opgebouwd.
AANDRIJVING
De pomp beweegt niet uit zichzelf, maar wordt aangedreven. In een plamuurspuittoestel gebeurt de aandrijving van de pomp door een elektromotor of een benzinemotor. Een elektromotor wordt het vaakst gebruikt. Die levert voor de meeste toepassingen voldoende vermogen. Wie meer vermogen wil, of zelfvoorzienend en dus niet afhankelijk wil zijn van de situatie op de werf, kan opteren voor een benzinemotor.

SLANG EN PISTOOL
De pomp stuwt de plamuur onder druk door een slang naar het spuitpistool. Plamuur wordt airless (= zonder luchtondersteuning/air-assist) verspoten. Er is immers geen luchtondersteuning nodig om het materiaal mooi te vernevelen op de muur en tot een glad resultaat te komen (de druk die door de pomp wordt opgebouwd, is hiervoor voldoende). Wie een grove muurstructuur wil bekomen, kan ervoor kiezen om de plamuur toch met luchtondersteuning te verspuiten. Hierdoor krijg je geen fijne verneveling, maar lichte klontervorming, waardoor een structuur ontstaat.
Let wel, de door de pomp opgebouwde druk wordt door een aantal zaken beïnvloed, namelijk door:
- de slanglengte: langere slang = meer drukverlies;
- de slangdiameter: kleinere diameter = meer drukverlies;
- de opening van de spuittip die op het spuitpistool zit: grotere opening spuittip = meer drukverlies;
- de gebruikte plamuur: plamuur viskeuzer = meer drukverlies.
Je kunt het debiet (= aantal liter/minuut plamuur) opdrijven (en dus sneller werken) door voor een grotere slangdiameter en een spuitpistool met grotere opening te kiezen, maar je pomp moet dan wel nog voldoende druk kunnen leveren (anders sijpelt de vloeistof gewoon uit het pistool).
Spuitplamuur- en spuitapparatuurproducenten doen de nodige aanbevelingen in de technische fiches van hun producten m.b.t. spuittipkeuze, slangdiameter enz., zodat je tot een juiste drukopbouw en het gewenste spuitbeeld kunt komen.
HET JUISTE TOESTEL KIEZEN
Aan welke eisen dient een plamuurspuittoestel voor jou zeker te voldoen? Maak een lijstje met je prioriteiten, in volgorde van belangrijkheid. De volgende zaken kunnen doorslaggevend zijn:
- Welk debiet (= hoeveel liter/minuut) kan er met het toestel worden gespoten? Met andere woorden, hoe snel kun je werken? Voor sommigen is het belangrijk dat een hoog debiet kan worden gehaald omdat er in team wordt geplamuurd, bv. één iemand die spuit en twee werknemers die volgen om af te messen.
- Is het toestel makkelijk te transporteren? Hoe compact is het? Weegt het veel?
- Hoe wordt het toestel aangedreven? Gaat de voorkeur naar elektriciteit of benzine?
- Kan het toestel behalve spuitplamuur ook verf verspuiten?
- Kan het toestel zonder onderbrekingen veel materiaal aanzuigen? Bv. het materiaal kan worden aangezogen vanuit een container, in plaats vanuit emmers.
- Beschikt het toestel over de gewenste features? Bv. tracking vanop afstand is handig voor wie meerdere toestellen in omloop heeft (waar bevindt het toestel zich? hoeveel liter is ermee verspoten? wanneer is onderhoud nodig?).