Goede spuitplamuren herkennen en aanbrengen

Vlot grote oppervlaktes plamuren
Pleister, plamuur: ook u gebruikt deze termen mogelijk weleens door elkaar. Maar het zijn wel degelijk twee verschillende producten, vooral qua samenstelling: pleister bestaat uit al dan niet uitgeharde gips, plamuur is gemaakt op basis van dolomietmarmer en mogelijk aangepaste harsen als bindmiddel. Plamuren vindt u in verschillende soorten. Met handplamuur bewerkt u kleine oppervlaktes. Rolplamuur, die u gewoon kunt uitrollen, is aan een opmars bezig. Spuitplamuur zet u vooral in op grote oppervlaktes: zowel het plafond als een wand, en zowel binnen als buiten.
IS HET NU PLEISTER OF PLAMUUR?
Verschillende samenstelling
Het verschil tussen pleister en plamuur zit hem vooral in de samenstelling. Het hoofdbestanddeel van pleister is ofwel gips in mineraalvorm (CaSO4.2H2O), ofwel uitgeharde gips (CaSO4.1/2H20), dat na toevoeging van water hard wordt. Een plamuur wordt daarentegen gemaakt op basis van dolomietmarmer, naast mogelijk aangepaste harsen als bindmiddel.
Verschillende dikte
Daarnaast verschillen pleister en plamuur qua aangebrachte dikte: pleister brengt u in een dikte van ongeveer 0,7 tot zelfs enkele centimeters aan, spuitplamuur volgens een fabrikant tot 6 mm dik. Mogelijk moet u de plamuur zelf aanmaken, op basis van plamuurpoeders. Dit doet u dan wel het best machinaal. In andere gevallen is de plamuur kant-en-klaar.

FOCUS OP PLAMUUR
Pleister brengt u aan op alle steenachtige en/of bepleisterbare ondergronden, zoals andere pleister/stucwerk tot zelfs hout en spaanderplaten, naast pleisterdragers zoals gipskartonplaten. Over het algemeen hangt pleister minder af van de ondergrond: u kunt er eventuele onregelmatigheden (niveauverschillen) mee opvangen. Maar waarvoor zet u plamuur in?
Gebruik
Plamuur brengt u vooral aan op ondergronden zoals betonelementen, breedplaatvloeren, cellenbeton en silicaat-/kalkzandsteen, gipskartonplaten, sierpleisters, gips- en cementbepleisteringen … Sommige plamuren, waaronder ook een spuitplamuur, hechten eveneens op gladde wandtegels. U egaliseert met plamuur naden of kleine oneffenheden of ondergronden met reliëf zoals sierpleister en glasvezelbehang. En dit zowel binnen, als buiten, met een plamuur specifiek daarvoor ontwikkeld. Een goede plamuur herkent u onder meer aan een goede hechting, vulkracht/vulvermogen, smeuigheid, structuur en schuurbaarheid. Tegelijkertijd moet de open tijd/verwerkingstijd voldoende lang zijn en dient u het product makkelijk te kunnen uitsmeren.
Tal van soorten
Binnen de plamuren vindt u verschillende types. Een eerste soort, een handplamuur, brengt u – logischerwijs – met de hand aan, eerder op kleinere oppervlaktes, om te renoveren. De tweede soort, de rolplamuren, zijn volop aan een opmars bezig. U gebruikt ze vooral op muur- en plafondvlakken. Rolplamuur kunt u uitrollen, zoals verf. Dit type plamuur is bijvoorbeeld interessant voor vaklui die lijden onder gewrichtspijnen en beperkingen ter hoogte van de polsen, schouders en rug. En dan is er natuurlijk nog de spuitplamuur …

SPUITPLAMUUR
Deze vorm van plamuur zet u vooral in wanneer u grote oppervlaktes moet bewerken. Het grootste voordeel is daarbij de efficiëntiewinst die u boekt door de plamuur te spuiten.
Waarop?
U kunt spuitplamuur aanbrengen op elke mogelijke oppervlakte in een ruimte, zowel wanden als het plafond. Tegelijkertijd kunt u spuitplamuur buiten inzetten, bijvoorbeeld om een gevel glad af te werken. Maar dan is het wel cruciaal dat u hiervoor een geschikte variant van het product inzet – ga dit zeker na!
Enkel glad of ook decoratief?
Klassiek werkt u met een spuitplamuur een oppervlak glad af. Maar u vindt op de markt ook spuitplamuren met kleur in de massa, voor een esthetische afwerking. Of spuitplamuren die de akoestiek verbeteren. Daarnaast valt een bepaalde spuitplamuur zowel glad als in een decoratieve structuur te spuiten (met een ‘druppel’- of korreleffect). Verder sleutelen fabrikanten vooral verder aan het gebruiksgemak en plamuur voor specifieke toepassingen.
AANBRENGEN VAN SPUITPLAMUUR
Hoe aanbrengen?
U brengt de spuitplamuur aan met een geschikte spuitmachine. Ofwel klaart u deze klus alleen, maar voor een hoger rendement gaat u beter met twee personen of meer aan de slag. Terwijl de ene de plamuur spuit, strijk(t)(en) de andere(n) open. Een eventuele laatste persoon voedt het toestel met nieuwe zakken spuitplamuur.
Aandachtspunten
Belangrijk is dat de ondergrond stabiel is. Tegelijk moet u deze eerst droog en stofvrij maken. De eventuele V-groeven in de ondergrond vult en egaliseert u voorafgaand met een aangepast vulmiddel. De ondergrond moet goed vlak staan. U brengt immers een dunne laag aan. Eenmaal het vulmiddel uitgehard is, verwijdert u de bramen. Waak erover dat de uitvulling en de reparatiezones zeker volledig uitgedroogd zijn. Is dit het geval, dan brengt u de spuitplamuur het best aan bij een omgevingstemperatuur tussen 5-8 °C en 30 °C. Een fabrikant spreekt eerder over een ondergrondtemperatuur van minstens 5 °C. In hoeveel lagen u de spuitplamuur moet aanbrengen, hangt af van de ondergrond. Eenmaal de spuitplamuur is aangebracht, egaliseert u het oppervlak met een plamuurmes. Eventueel schuurt u het ook, ter voorbereiding van schilderwerken.