Plaatser bepaalt uitzicht van beton cire
Aanbrengen van beton ciré
Béton ciré mag niet zomaar op iedere ondergrond worden aangebracht. De plaatsing ervan vergt heel wat knowhow.
Plaatsing

Vereisten ondergrond
Béton ciré kan niet op elke ondergrond worden aangebracht. Om barstvorming te voorkomen, moet de ondergrond hard, vast en stevig zijn. Materialen die leven, zijn met andere woorden uit den boze. De meeste fabrikanten raden daarom af om béton ciré aan te brengen op massief hout en plaatmaterialen (behalve waterwerend mdf), op flexibele materialen (zoals kurkvloer) en op metaal. Indien de ondergrond goed is geconstrueerd, afgewerkt en behandeld met een primer, kan plaatmateriaal bij sommige systemen toch.

Als de ondergrond niet leeft en als er een waterwering is geïnstalleerd onder de chape, kan béton ciré worden aangebracht op zowel egalisatiechape als beton, en op zowel oude als nieuwe vloeren. Een oude tegelvloer zonder barsten vormt dus zeker geen probleem, maar de naden tussen de tegels moeten eerst worden opgevuld met een egalisatielaag. Anders bestaat de kans dat de voegen zich gaan aftekenen door de cement- en vernislagen heen. Daarnaast wordt een oude vloer het best eerst grondig ontvet en ontdaan van zeepresten. Voor de plaatsing is het zeker niet nodig om de ondergrond op te schuren. De meeste fabrikanten voorzien namelijk ook een primer, die het best hecht op een gladde ondergrond. Die primer zorgt voor een goeie mechanische hechting van de cementlagen.
Ruimteomstandigheden
De ruimte moet minstens een temperatuur van 5 °C hebben, maar bij voorkeur ligt de temperatuur tussen de 15 en 20 °C, met een relatieve luchtvochtigheid van 60%. Tijdens de droging van het systeem komt er namelijk veel water in de lucht, dus de lucht moet warm genoeg zijn om dat water voldoende te kunnen opnemen. Anderzijds moet er voldoende verluchting zijn, zodat de natte lucht naar buiten kan en kan worden vervangen door verse, droge lucht.
Naast de ruimtetemperatuur moet zeker ook rekening worden gehouden met de temperatuur van de ondergrond zelf. Als de ondergrond te koud is, drogen de cementlagen niet snel genoeg en kunnen er witte vlekken ontstaan.

Aanbrengen van het systeem

Eerst wordt een primer (of hechtingslaag) aangebracht, die zorgt voor een goede hechting van de cementlagen. De droogtijd van die laag is sterk afhankelijk van de fabrikant. Sommige fabrikanten gebruiken voornamelijk een acrylprimer en die is al droog na ongeveer 30 minuten. Andere primers zijn droog na twee tot vier uur, maar er zijn ook fabrikanten die een droogtijd van 24 uur aanraden. Bij goede omstandigheden volstaat het dan echter om het product te laten overnachten (d.i. ca. 16 uur droogtijd).
Daarna worden twee of drie cementlagen geplaatst. De verwerkingstijd verschilt per fabrikant. Sommige producten hebben een lange verwerkingstijd, bij andere is het belangrijk dat enkel een hoeveelheid product wordt gemengd die binnen de 45 minuten kan worden verwerkt. Ook de juiste mengverhouding (vooral als het kleurpigment apart wordt toegevoegd) is cruciaal. Meestal moet iedere cementlaag een dag kunnen drogen, maar bij goede omgevingsfactoren zijn er ook systemen waarbij alle cementlagen op één dag kunnen worden aangebracht. Iedere laag moet wel worden opgeschuurd vooraleer er een nieuwe laag op wordt aangebracht.
Indien béton ciré in een douche wordt geplaatst, is het noodzakelijk dat het geheel naast watervast ook waterdicht is. Dat kan worden bekomen door een extra scheuroverbruggende laag aan te brengen onder het cement, of er kan gewerkt worden met een impregneerlaag.
Na de laatste cementlaag kan worden begonnen aan de vernislagen. De eerste vernislaag wordt meestal 5% verdund omdat die zo beter in de poreuze cementstructuur kan dringen. De overige vernislagen worden onverdund toegepast. Tussen iedere laag moet telkens slechts zes uur worden gewacht. Het aantal vernislagen is afhankelijk van het toepassingsgebied. Vloeren, muren en vochtbelaste oppervlakken krijgen doorgaans twee of drie lagen, voor oppervlakken die vlekgevoelig zijn (zoals keukenwerkbladen en spatwanden) wordt geopteerd voor drie of vier lagen.
het best wordt aangebracht (c) Cemcolori
Dikte
De totale laagdikte van het systeem is ongeveer 1,5 mm, zonder de waterdichting. Systemen die van nature waterdicht zijn, hebben een minimale dikte van 1,5 mm. Voor wanden wordt dan gerekend op een dikte tussen 1,5 en 2 mm, voor vloeren tussen 1,8 en 2,5 mm. Tijdens de plaatsing wordt een gemiddeld verbruik vooropgesteld van 3 kg nat product per vierkante meter (met 1,5 à 2 kg voor de eerste cementlaag en 1 à 1,5 kg voor de tweede laag).
Naden
Om naden volledig waterdicht te maken en barsten te voorkomen, moet er bij de plaatsing altijd met een kit (in dezelfde kleur als het béton ciré) worden gewerkt. In theorie moet altijd gekit worden nadat de cementcoating tegen een ander materiaal is aangebracht, maar in de praktijk zijn er veel schilders die die eerst kitten en dan pas de cementlagen plaatsen. Dat is ook de meest esthetische oplossing, dus er mag zeker op die manier gewerkt worden als waterdichtheid geen topprioriteit is.
Hoeken en ronde vormen
De meeste fabrikanten bieden een basisopleiding aan waarin ook wordt geleerd hoe het systeem het best wordt aangebracht op binnen- en buitenhoeken. De toepassing op ronde vormen en glooiingen is echter meer een specialisme, want daarbij is vooral de handigheid van de plaatser doorslaggevend.
Onderhoud
De beste manier om béton ciré te onderhouden is door staand water te vermijden en vlekken zo snel mogelijk te verwijderen. De algemene levensduur hangt af van de omstandigheden en van de manier waarop het béton ciré wordt verzorgd. In een slecht verluchte badkamer met een vochtige douche zullen de vernislagen uiteraard afzien. Maar een gewone vloer in de living kan, zeker bij een correct onderhoud, in feite meegaan tot men hem beu is gezien.
Systeem afraden?
Een reden om béton ciré af te raden bij bepaalde klanten is de beperkte reinigbaarheid van het systeem. Een vlek die niet meteen wordt schoongemaakt, zal in het cement trekken en dus voor altijd zichtbaar blijven. Systemen die van nature waterdicht zijn, zijn echter gemakkelijker te reinigen. Daarnaast kan het helpen om het oppervlak na enkele jaren opnieuw te vernissen. In sommige gevallen – bijvoorbeeld bij een slechte voorbereiding – kan de ondergrond waarop het béton ciré is aangebracht, barsten. Het béton ciré zal dan sowieso ook barsten en dat kan in de meeste gevallen niet worden hersteld. Wie niet kan leven met een kleine imperfectie, kiest dus beter niet voor béton ciré. Voor de meeste mensen zijn die kleine imperfecties echter een cruciaal onderdeel van de gewenste uitstraling.