Nieuwe indicator beoordeelt hoe slim een gebouw is
Naar slimme installaties met de Smart Readiness Indicator
In 2018 introduceerde de Europese Commissie het concept van de Smart Readiness Indicator (SRI) in de Europese Richtlijn voor de energieprestatie van gebouwen (EPBD). De indicator geeft aan in welke mate een gebouw klaar is voor slimme toepassingen. Hoewel vandaag in België nog geen wetgevend kader voor de SRI werd gecreëerd, is de verwachting dat de Europese Commissie de positie van de indicator in toekomstige updates van de EPBD verder zal versterken en dat de indicator stapsgewijs zijn ingang zal vinden in de praktijk. In dit artikel schetsen we het concept en zijn potentiële impact op installaties voor verwarming en voor de productie van sanitair warm water.

Waarom een SRI-score geven aan een gebouw?
De SRI is ontstaan vanuit de overtuiging van de Europese Commissie dat er nood is aan een grondige upgrade van het gebouwenpatrimonium om de toekomstige uitdagingen met vertrouwen aan te gaan. Slimmere gebouwen die gebruik maken van intelligente oplossingen kunnen er mee voor zorgen dat het comfort, het welzijn en de gezondheid van de gebruiker worden gegarandeerd. Tegelijk kunnen ze het energiegebruik van de installaties blijvend optimaliseren door de energie-efficiëntie te bewaken, een degelijk georganiseerd onderhoud te faciliteren en energieflexibiliteit aan te bieden of te verhogen.

Deze aspecten komen aan bod in de SRI, die een evaluatie maakt van de mogelijkheden die een gebouw biedt in negen technische domeinen die in een gebouw aanwezig kunnen zijn (verwarming; sanitair warm water; koeling; ventilatie; verlichting; dynamische gebouwschil; elektriciteit; laden van een elektrisch voertuig; opvolging en beheer).
De evaluatie gebeurt door een score toe te kennen voor de aanwezigheid van diensten (services) in het gebouw en de mate waarin bepaalde functionaliteiten worden aangeboden. Een dienst die meer mogelijkheden biedt, leidt daarbij tot een hogere SRI-score. Belangrijk daarbij is dat de SRI focust op het potentieel dat het gebouw biedt. Voor veel diensten is het ook belangrijk om ze correct te implementeren en te gebruiken om de vooropgestelde resultaten ook daadwerkelijk te halen. Er wordt gekeken naar 7 'impactcategorieën' binnen dewelke een bepaalde voorziening een positieve invloed kan hebben (energie-efficiëntie; onderhoud en foutvoorspelling; comfort; gebruiksgemak; gezondheid; welzijn en toegankelijkheid; informatie aan gebruikers; energieflexibiliteit en -opslag).
Ze worden gebundeld in drie groepen:
- Energie-efficiëntie en onderhoud zetten het gebouw en zijn installatie centraal.
- Comfort, gebruiksgemak, welzijn en informatie aan gebruikers focussen op de gebouwgebruikers.
- De laatste impactcategorie, flexibiliteit, betreft dan weer de interactie met het (elektrische) distributienet.
De situatie in België en toekomstverwachtingen
De SRI is momenteel een facultatief concept. De lidstaten zijn dus niet verplicht dit te implementeren, maar als ze het doen, moeten ze een aantal algemene richtlijnen respecteren die de Europese Commissie heeft uitgezet. Dit zorgt dus voor een aantal 'vrijheidsgraden' op het niveau van een lidstaat die soms wenselijk zijn, maar wel een risico op divergentie en bijhorende kosten in de praktijk en op het beleidsniveau inhouden.
Op dit moment zijn er in België geen officiële stappen ondernomen om een wetgevend kader voor de SRI te creëren, maar er kan verwacht worden dat dit er op termijn wel zal komen
In België zijn de aspecten rond de energieprestatieregelgeving een regionale bevoegdheid. De eventuele implementatie van een SRI-berekening is dus iets wat de gewestelijke regeringen zullen organiseren. Op dit ogenblik zijn er in geen enkel gewest al officiële stappen ondernomen om een wetgevend kader rond de SRI te creëren of een testfase op te starten, maar er kan verwacht worden dat dit er op termijn wel zal komen: in de aankondigingen van de nieuwe herziening van de EPBD, die aangekondigd is voor het voorjaar van 2024, wordt een versterking van het kader van de SRI voorzien.
Details ontbreken echter nog en het is wachten op het finale akkoord en de publicatie van de uiteindelijke tekst om concrete conclusies te trekken. In afwachting is het zinvol om al een verkenning van de SRI te organiseren om te begrijpen wat het concept is en wat de mogelijke impact kan zijn. Buildwise organiseerde daarom eind 2022 een teststudie.

wordt meegenomen door de SRI
SRI-teststudie van Buildwise
Buildwise voerde in samenwerking met een tiental bedrijven en instanties een SRI-teststudie uit. Tijdens de teststudie werd een door de Europese Commissie ondersteunde tool (een Microsoft Excel File) gebruikt, die twee standaard catalogi van services bevat.
Deze tool kan gratis aangevraagd worden op de SRI-pagina van de website van de Europese Commissie. In de tool zijn de vastgelegde krijtlijnen binnen EPBD geïmplementeerd en wordt een suggestie gedaan voor de invulling van de vrijheidsgraden die de lidstaten hebben.
Wanneer een lidstaat het concept van de SRI daadwerkelijk zou implementeren, kan om bovenstaande redenen verwacht worden dat die nationale of regionale methode heel wat raakpunten zal vertonen met de centrale Europese tool.
De eerste ervaringen met die tool vormen dus een zinvolle eerste kennismaking en geven een goede indicatie van wat men kan verwachten qua nodige inspanningen, te verwachten resultaat en mogelijke opportuniteiten.
Uit de teststudie konden enkele hoofdconclusies worden getrokken. Hoewel de onderzochte gebouwen behoorlijk divers zijn, blijken de behaalde SRI-scores allen in een relatief smalle band te liggen tussen 39 en 63% (zie afbeelding). De onderzochte gebouwen scoren dus gemiddeld en hebben nog verbetermarge.

Een ander aspect is dat de werklast, en dus de kosten voor de SRI-berekening, beheersbaar is, zelfs bij deze eerste kennismaking. De verwachting is dat dit alleen maar vlotter zal verlopen naarmate er ervaring wordt opgebouwd. Wel is voor bepaalde services en domeinen meer ondersteuning nodig: een duidelijkere en meer coherente beschrijving, een inspectieprotocol, een operationele helpdesk met concrete antwoorden op vragen … lijken absolute musts om een succesvolle uitrol van de SRI te realiseren. Dit gebeurt best op Europees niveau en met specifieke en grotere aandacht voor het duidelijk definiëren van de vrijheidsgraden die de lidstaten hebben en met een handhaafbare en robuuste methodiek als finaal objectief.
Hoe worden installaties voor verwarming en SWW beoordeeld?
Verwarming en de productie van sanitair warm water zijn twee van de technische domeinen die de SRI mee in beschouwing neemt. De exacte services en de verschillende functionaliteitsniveaus, net als hun impact, moeten in principe worden vastgelegd op het niveau van elke lidstaat in de zogenaamde smart service catalogus. Een blik op de catalogus die momenteel in de centrale Europese tool geïmplementeerd is, geeft al een goede indicatie van wat kan verwacht worden.
Afhankelijk van de exacte installatie kan er wat beperkte variatie zijn, maar voor de meeste installaties worden zes tot zeven services voor verwarming en 2 services voor de productie van sanitair warm water beoordeeld. Voor verwarming is dat:
- sturing van de warmteafgifte (bv. thermostaatkranen of meer geavanceerde systemen)
- regeling van de temperatuur van het distributiesysteem (bv. met een buitenvoeler)
- sturing van de distributiepompen
- aanwezigheid en sturing van thermische opslag (bv. in functie van specifieke signalen zoals PV-productie of dynamische tarieven)
- sturing van de warmteopwekker
- rapportage van de prestaties van het systeem, eventueel uitgebreid met benchmarking, voorspellend onderhoud en foutdetectie voor geavanceerdere systemen
- flexibiliteit (sturing van het volledige verwarmingssysteem in functie van externe signalen uit het distributienet)

Binnen het domein van sanitair warm water:
- aanwezigheid en sturing van opslag
- rapportering van de prestaties van het systeem (eventueel uitgebreid met benchmarking en voor meer geavanceerde systemen en predictief onderhoud en foutdetectie)
De SRI-tool laat toe om in projecten het huidige behaalde niveau te bepalen, zowel globaal, als per domein (bv. verwarming) en per impactcriterium (bv. energie-efficiëntie). Uit de teststudie blijkt dat in de onderzochte gebouwen de score voor verwarming typisch heel hoog is (gemiddeld 60%) en dat de resultaten van de verschillende gebouwen relatief dicht bij elkaar liggen.
Deze SRI-methodiek laat je kennismaken met wat ons te wachten staat en geeft je daarom al een streepje voor
Dat is te verklaren door het feit dat het vaak om regelingen gaat die specifiek voor het verhogen van de energie-efficiëntie in het verleden al vaak gebruikt werden en dus relatief breed verspreid zijn en goed beheerst worden door de installateurs. Enkel op de laatste twee diensten (rapportering en flexibiliteit) blijft typisch nog wat marge omdat die diensten pas de laatste jaren echt aan een opmars zijn begonnen.
Voor sanitair warm water liggen de scores dan weer verder uit elkaar en blijven ze typisch ook vrij laag (gemiddeld 30%). Dat komt enerzijds omdat er maar twee services worden beschouwd, waardoor het feit dat een geavanceerde rapportering minder courant is, meer doorweegt. Anderzijds is het aandeel van de productie van sanitair warm water in de onderzochte gebouwen beperkt, waardoor investeringen in slimme regeling minder kostenefficiënt zijn en dus minder voor de hand liggen.

De SRI als checklist en driver voor nieuwe ontwikkelingen
De SRI en de bijbehorende tool kunnen een belangrijke rol spelen als checklist om in een eerste stap mogelijke verbeteringen aan een installatie te identificeren. Men kan met de tool immers eenvoudig zien waar en hoe het beter kan: welke prestatiecriteria scoren niet zo goed, voor welke domeinen zit men nog laag of voor welke services zit men op een laag functionaliteitsniveau? Bovendien zijn beschrijvingen van de verschillende niveaus beschikbaar en kan men dus zien wat nodig is om het behaalde niveau voor een specifieke service te verhogen en wat de impact van een verhoging op de score is.
Te overwegen opties kunnen zo worden geselecteerd, waarna extern aan de tool de volgende stappen kunnen worden gezet: de kosten en de baten verder in kaart brengen, een duidelijke visie en engagement rond de toepassing van de mogelijkheden vastleggen en uiteindelijk weloverwogen en met overtuiging een bepaalde keuze daadwerkelijk implementeren.
De service catalogus vormt voor installateurs, fabrikanten en ontwikkelaars ook een driver om hun aanbod uit te breiden: de nodige componenten, regelingen of toepassingen kunnen geïdentificeerd worden op basis van geviseerde functionaliteitsniveaus. Dit kan op zijn beurt leiden tot een eerste lijst van potentiële producten of concepten om voor toekomstige ontwikkeling in overweging te nemen.
In de VLAIO-projecten COOCK STEEV en TETRA Thermi-Var brengt Buildwise de mogelijke slimme oplossingen in kaart en worden opportuniteiten om verdere ontwikkelingen te realiseren, geïdentificeerd. Op de website van Smartheating worden projectresultaten en inspirerende voorbeelden gedeeld.

Conclusie
De Europese Commissie heeft de krijtlijnen vastgelegd voor een nieuwe methodiek om te bepalen in welke mate een gebouw klaar is voor slimme toepassingen. Een officiële SRI-rekenmethodiek in België is nog niet voor morgen, maar ook vandaag kan je al aan de slag met een tool die de Europese Commissie ter beschikking stelt en waarin de basisprincipes van het SRI-concept zijn geïntegreerd.
Ook als de uiteindelijk methodiek afwijkt van deze gebruikt in de tool, blijven de eerste ervaringen uitermate nuttig: veel van de conclusies en acties blijven gelijkaardig en een kennismaking geeft je dus al een streepje voor. Bovendien zijn er al opportuniteiten verbonden aan de beschikbare tool die tot reële meerwaarde voor projecten vandaag kunnen leiden.
Zo kan hij gebruikt worden als checklist die, zowel voor nieuwbouw- als renovatieprojecten, een snelle indicatie geeft van potentiële ingrepen om tot een slimmer gebouw te komen en vormt de catalogus een potentiële driver om gericht en gesterkt door bijkomende verkenning en onderbouwing, je aanbod als installateur, fabrikant of ontwikkelaar uit te breiden.
Tenslotte is het uiterst belangrijk om de nieuwe en geavanceerde functies die mede door de SRI worden geïdentificeerd en geïnstalleerd, maximaal te gebruiken en te exploiteren tijdens de gebruiksfase van het gebouw. Want enkel zo wordt een ‘Smart Ready’ gebouw uiteindelijk ook daadwerkelijk ‘Smart’.
Artikel geschreven door Buildwise, in het kader van COOCK STEEV, met de ondersteuning van VLAIO (Agentschap Innoveren en Ondernemen)