7 richtlijnen voor het gebruik van ventilatie en airco in coronatijden
Het coronavirus SARS-CoV-2, dat COVID-19 veroorzaakt, kan overgedragen worden via aerosolen, kleine virusdeeltjes die een besmet persoon tijdens het ademen, spreken, zingen of hoesten in de ruimte verspreidt. Het is daarom erg belangrijk om toe te zien op een correcte werking en onderhoud van ventilatiesystemen. Hieronder vindt u enkele praktische tips.
1. Beperk het aantal mensen in het gebouw
Contact vermijden blijft immers de eerste en beste manier om besmettingen te voorkomen. De belangrijkste overdracht van het virus gebeurt immers door rechtstreekse inademing van speekseldruppeltjes van een zieke persoon of via aanraking van oppervlakken die door die persoon besmet werden.
2. VERLUCHT GRONDIG
In gebouwden zonder actieve ventilatie verlucht u de lokalen best via verluchtingsroosters en/of door regelmatig de ramen te openen.
3. Voer maximaal verse lucht aan
Bij grotere HVAC-systemen wordt vaak, omwille van energiebesparing, extractielucht bij de verse lucht gemengd. Stel zulke systemen in zodat ze geen afgevoerde lucht hergebruiken. Systemen die de extractielucht volledig afvoeren en verse lucht aanvoeren zijn uiteraard ideaal. Als er sprake is van een besmette persoon in een woning met een ventilatiesysteem, dan zullen de viruspartikels zich voornamelijk in de afvoerkanalen van het ventilatiesysteem bevinden. De kans dat er besmette buitenlucht toegevoerd wordt (afhankelijk van het type ventilatie via kanalen of raamverluchtingen), is relatief klein. De onderdruk in de afvoerkanalen zorgt ervoor dat de ‘besmette’ lucht succesvol naar buiten afgevoerd wordt en dat het virus zich niet versneld kan verspreiden in het gebouw wanneer er geventileerd wordt. Alleen bij systemen met warmteterugwinning (systeem D) bestaat – bij installaties in onbalans door foute inregeling of ontbreken van regelmatig nazicht – de kans dat viruspartikels uit de afgevoerde lucht zich overzetten op de binnenkomende verse lucht via eventuele lekken rond de warmtewisselaar. Er wordt aangeraden een hoog ventilatievoud voor verse lucht in te stellen.
4. Houd ventilatiesystemen langer actief
Zorg dat de ventilatie minstens twee uur voor het gebouw gebruikt wordt, ingeschakeld wordt, en laat het systeem nadien ook nog minimaal twee uur op lagere snelheid werken. Er wordt zelfs aanbevolen om het systeem 24/7 actief te laten, zij het ‘s nachts op een lagere snelheid dan overdag. Zorg er steeds voor dat de minimale ventilatievereisten gerespecteerd worden en volg ook steeds de laatste overheidsrichtlijnen.
5.Volg het normale onderhoudsschema
Dat staat beschreven in de gebruiksaanwijzing van het HVAC-systeem en heeft onder meer betrekking tot onderhoud en reiniging of vervanging van de filters.
Bij balansventilatie met warmteterugwinning hoeven de ventilatiekanalen niet regelmatiger dan anders worden gereinigd. De kans is heel klein dat viruspartikels zich vasthechten op de wanden van de luchtkanalen. Die worden gewoon mee naar buiten afgevoerd.
6. Ventilatiefilters houden virussen niet tegen
Daarvoor zijn de partikels te klein. Het heeft dus geen zin om op zoek te gaan naar bijvoorbeeld fijnstoffilters, want ook die houden het virus niet tegen. De filters moeten daarom ook niet vaker dan anders gereinigd worden. Een ‘volle’ filter is geen bron van besmetting, maar vermindert enkel het volume aan toegevoerde verse lucht. Dat heeft uiteraard wel een negatieve impact heeft op het binnenklimaat.
7. Lucht bevochtigen, verwarmen of afkoelen heeft geen zin
Over het algemeen vermindert een hoge relatieve luchtvochtigheid de overdracht van infecties. Bij COVID-19 is dat echter niet het geval. Coronavirussen zijn vrij goed bestand tegen veranderingen in het milieu en zijn alleen gevoelig voor een zeer hoge relatieve luchtvochtigheid van meer dan 80% en een temperatuur boven 30 ˚C. Dat is uiteraard niet haalbaar en aanvaardbaar.
Verwarmings- en airconditioningsystemen hebben dus geen effect op de verspreiding van het virus. De standaard setpunten in koelen en verwarmen kunnen dus worden aangehouden. Wel wordt aangeraden om de ventiloconvectoren die veel gebruikt worden nu continu te laten werken (continue werking van de ventilator). Daardoor vermijdt u dat bij een heropstart van de ventilator er eventueel plots stof en virussen los komen van de filter en zich opnieuw in de ruimte zouden verspreiden. Ventiloconvectoren die slechts zelden worden gebruikt en/of maar hele kleine capaciteit moeten leveren worden best tijdelijk niet meer geactiveerd.
De REHVA (Federation of European Heating, Ventilation and Air Conditioning Associations) publiceerde enkele richtlijnen voor het gebruik van HVAC-systemen in commerciële en publieke ruimtes. De richtlijnen werden voor het laatst geüpdatet op 3 april en vindt u hier terug.
Met dank aan Daikin, Renson en Ventilair.