VERSCHILLENDE OPTOPMETHODES
Voor het optoppen van gebouwen kan uit heel wat verschillende keuzes worden gekozen. In het verleden werd veelal gewerkt met traditionele bouwmethodes of een betonskelet, maar dat zorgde voor echt zware constructies. Tegenwoordig kiest men daarom voor lichtere constructies, meer bepaald houtskeletbouw en CLT, houtschakelbouw, staalframebouw en staalskeletbouw.

TRADITIONELE METHODE OF BETONCONSTRUCTIE
In het verleden werden gebouwen soms opgetopt volgens de traditionele bouwmethodes of met behulp van een betonskelet. Dat zorgde echter voor zware constructies die een grote impact hadden op de bestaande funderingen. De optopping was dus altijd beperkt tot één laag. Daarom wordt er tegenwoordig gebruikgemaakt van lichtere constructies.
HOUTSKELETBOUW EN CLT
Een eerste constructie die vaak wordt gebruikt voor het optoppen, is een houtskelet. Daarbij wordt het bouwproject opgedeeld in afzonderlijke houten bouwelementen die op de werf eenvoudig in elkaar kunnen worden gestoken. Ook CLT (Cross Laminated Timber) biedt een mogelijkheid voor het optoppen van woningen. CLT bestaat uit verschillende lagen hout die kruiselings tegen elkaar worden verlijmd. Aangezien hout het belangrijkste bestanddeel is, is het een erg licht materiaal met goede isolerende en structurele eigenschappen.
HOUTSCHAKELBOUW
Ten tweede kunnen woningen en bedrijfsgebouwen worden opgetopt door middel van houtschakelbouw, een systeem van massieve houtbouw van Belgische makelij. Bij die methode worden houten balken verticaal aan elkaar geschakeld met behulp van speciale ‘spacers’ (afstandshouders). Die spacers zorgen niet alleen voor houten panelen, ze creëren ook een zettingsvoeg tussen de individuele balken die de natuurlijke bewegingen van hout kan opvangen.
STAALFRAMEBOUW
Een derde methode die voor een lichte optopconstructie zorgt, is staalframebouw. Het constructieve en dragende uitgangspunt van een staalframe zijn koudgewalste C- of U-profielen van 1 à maximaal 2 mm dik. Elk dragend onderdeel per frame is beperkt in sectie en dikte, en dus ook in gewicht. Daaraan worden dan vloeren en wanden toegevoegd die zijn samengesteld uit koudgewalste stalen profielen. In de verschillende delen van het frame wordt op welbepaalde plaatsen een opening voorzien om alle leidingen en kabels gemakkelijk te plaatsen. Op die manier behoren slijp- en kapwerk tot de verleden tijd.
STAALSKELETBOUW
Terwijl de primaire draagstructuur bij staalframebouw uit schijfvormige elementen bestaat, gaat het bij staalskeletbouw om lijnvormige elementen. Die elementen zijn vaak warmgewalste stalen profielen met een grote sectie (dus de klassieke stalen balken en kolommen) die met elkaar worden verbonden door bouten of scharnierende knooppunten. Het stalen skelet vormt de basis voor zelfdragende vloer- en wandelementen.