Turfvrije potgrond wordt de norm
Handelaars moeten vandaag al anticiperen op de verschuiving naar circulaire substraten

Ooit was turfvrije potgrond een uitzonderlijk iets. Vandaag ontwikkelt het zich snel tot de nieuwe norm. Onder druk van regelgeving, nieuwe inzichten en klimaatdoelstellingen groeien het aanbod én de afname. Er vindt dus een shift plaats, waarop u als handelaar maar beter tijdig inspeelt. Want de vraag naar circulaire, milieuvriendelijke substraten zal alleen maar toenemen.
Geen hype, maar noodzaak
Turf wordt al decennialang gebruikt in potgrond. Dat is niet verrassend, want het is licht, houdt water goed vast en geeft de grond een luchtige structuur waarin wortels zich gemakkelijk ontwikkelen. Tegelijk heeft de productie ervan een grote impact op het milieu. De maatschappelijke en politieke druk om alternatieven te vinden, neemt daarom toe.
Vandaar de opkomst van turfvrije potgrond. Wat ooit begon als een niche binnen ecologisch tuinieren, wordt nu steeds vaker de standaard. Voor handelaars is het belangrijk om hierop in te spelen, zowel met het assortiment an sich als met het verhaal erachter.
In België is er nog geen verbod op turfwinning, maar producenten bouwen die wel vrijwillig af
Waar wringt het schoentje?
Turf wordt gewonnen in veengebieden, unieke ecosystemen die duizenden jaren nodig hadden om te ontstaan en enorme hoeveelheden koolstof opslaan. Slechts 3 tot 5% van het noordelijk halfrond bestaat uit veen, maar deze gebieden bevatten wel een derde van alle bodemkoolstof.
Bij het ontwateren en afgraven van turf komt die koolstof vrij als CO2, wat neerkomt op ongeveer 30 ton uitstoot per hectare per jaar. Ook het transport en de verwerking van turf verhogen de CO2-impact. Voor een sector die duurzaamheid hoog in het vaandel draagt, ontstaat hierdoor een steeds groter spanningsveld tussen groene doelstellingen en de gevolgen van deze activiteiten.
Ecosysteemverlies en verdroging
De CO2-uitstoot is sowieso al een groot probleem, maar daar blijft het niet bij. Veengebieden zijn ook rijk aan zeldzame flora en fauna, die verdwijnen bij ontwatering. Bovendien verstoort turfwinning de natuurlijke waterbalans. Regenwater wordt minder lang vastgehouden, grondwaterstanden dalen en de omliggende natuur droogt uit.
Lappendeken van regels
In het Verenigd Koninkrijk geldt sinds 2024 een volledig verbod op turf in consumentenproducten. Ook Duitsland en Nederland werken aan een soortgelijke wetgeving. In België is er nog geen verbod op turfwinning, maar producenten bouwen die wel vrijwillig af. Op EU-niveau zetten diverse verordeningen alleszins druk op lidstaten om veengebieden te beschermen en emissies terug te dringen. Turfgebruik komt zo steeds nadrukkelijker in het vizier van het beleid.

Wat is het alternatief?
Dat is natuurlijk de vraag. Turf is niet zomaar één-op-één te vervangen. Producenten gebruiken daarom mengsels van verschillende grondstoffen, elk met hun specifieke eigenschappen en uitdagingen. Enkele veelgebruikte alternatieven zijn de volgende.
Kokosvezel (cocopeat)
Kokosvezel is een bijproduct van de kokosindustrie en vormt een stabiele basis. Het materiaal is licht en luchtig, krimpt weinig en buffert in hoge mate water. Maar het bevat van nature veel zouten. Import uit Azië heeft bovendien een grotere ecologische voetafdruk, deels gecompenseerd doordat er grote volumes te transporteren vallen, samengeperst. Kokosvezel is op z’n minst evenwaardig met turf, mits een goede spoeling en behandeling.

Groencompost
Groencompost is rijk aan organisch materiaal en mineralen, en bovendien lokaal beschikbaar. Door de hogere pH-waarde wordt het bodemleven gestimuleerd en zijn voedingsstoffen gemakkelijker opneembaar. Van nature bevat groencompost veel kalium en stikstof en draagt het bij aan een betere bodemstructuur. De kwaliteit hangt echter sterk af van de gebruikte grondstoffen en het composteringsproces. Groencompost is uitstekend als bodemverbeteraar en voedingsbron, maar minder geschikt als hoofdbestanddeel voor potgrond.
Houtvezels en boomschors
Beide zijn bijproducten van de houtsector en zorgen voor luchtigheid en structuur, wat de herbevochtiging en verdeling van vocht bevordert en zo een snelle en gezonde beworteling ondersteunt. Hoewel ze weinig voedingsstoffen bevatten, hebben ze een lage dichtheid, hoge porositeit, laag zoutgehalte en een pH-waarde tussen 4,5 en 6. Bij vertering onttrekken ze tijdelijk stikstof uit de bodem.
Miscanthus
Dit grasachtig gewas heeft een zeer laag soortelijk gewicht. Het levert een luchtig, organisch rijk substraat op, maar het gaat om een inerte grondstof, die dus arm is aan voedingsstoffen. Fabrikanten gebruiken het voornamelijk als vulmiddel of ter verbetering van de structuur.

Plantaardige vezels & reststromen
Daarnaast worden rijsthulzen, vlasvezels en grasvezels steeds vaker onderzocht als duurzame, lokaal beschikbare grondstof in circulaire substraten. Rijsthulzen zorgen voor drainage en zijn neutraal qua pH-waarde. Vlasvezels zijn luchtig, relatief stabiel en licht zuur. De pH-waarde en het zoutgehalte hangen af van de bron. Sowieso varieert de kwaliteit sterk naargelang de oogst en verwerking. De structuur is matig tot goed, de waterretentie matig. Tenzij het om mos gaat, bijvoorbeeld, een hernieuwbare grondstof waarmee ook gewerkt wordt. Mos behoudt de balans tussen vochtigheid en luchtigheid. De pH- en voedingswaarde zijn laag, maar aanpasbaar.
Toch moeilijker dan gedacht
Er zijn dus zeker alternatieven voor turf, maar toch is de overstap naar turfvrije substraten niet evident. Elke alternatieve grondstof heeft namelijk zijn eigen kenmerken, waardoor het mengen en formuleren van potgrond een stuk complexer wordt. Producenten hebben ook meer opslagcapaciteit en doseersystemen nodig. Elk mengsel vraagt maatwerk, afgestemd op toepassing en seizoensinvloeden. Dat vergt kennis en flexibiliteit.
Producenten hebben dringend meer opslagcapaciteit en doseersystemen nodig
Bovendien zijn lokale, circulaire grondstoffen vaak duurder. Zeker bij stijgende vraag kunnen er tekorten ontstaan, met prijsdruk tot gevolg. Turfvrije potgrond ziet er vaak ook anders uit – minder donker, minder fijn van structuur. Voor eindgebruikers vraagt dat een mentaliteitsverandering, voor handelaars een goed onderbouwd verhaal.
Wat kunt u als handelaar doen?
Om in te spelen op de shift, start u het best met een doordacht assortiment. Zorg voor zowel turfgereduceerde als turfvrije opties. Verstrek duidelijke productinformatie bij het schap, met aandacht voor samenstelling en toepassing. Tot slot is het belangrijk uw winkelmedewerkers te trainen, zodat zij vragen van klanten juist en overtuigend kunnen beantwoorden.
Met medewerking van Agaris, DCM, Ecostyle en Evergreen Garden Care