Zo moet je verankeren in een holle wand
Iets ophangen aan een holle wand, het kan een twijfelachtige kwestie zijn. Gelukkig bestaan er allerhande soorten verankeringen om lichte of zware objecten aan dit type muur vast te maken. We geven enkele parameters mee waar je het best rekening mee houdt en helpen je op weg aan de hand van enkele voorbeelden en handige tips.
parameters voor bevestigingen
Wat is een holle wand?
In de meeste gevallen is de holle wand een scheidingswand of valse wand om je muur te verstevigen, of waar je leidingen in kan wegwerken. Dit is een lichtere bouwmethode die vaak wordt toegepast voor de renovatie van een bestaande ruimte, en bestaat meestal uit een draagstructuur in hout of metaal die bedekt wordt met OSB- of gipskartonplaten.
Voor het bevestigen aan een holle wand uit gipskarton of plaatmateriaal, moet je rekening houden met de ondergrond, de wanddikte en de belasting. Aan de hand daarvan kan je de gepaste pluggen en schroeven kiezen voor een stevige bevestiging.
DE ONDERGROND
Is de holle wand afgewerkt met een plaatmateriaal uit hout, zoals OSB, dan kan je gewoon daarin vastschroeven zonder plug. Voor een zwaarder item gebruik je echter beter een stevigere bevestiging, zoals tuimelpluggen. Die haken zich vast achter de wand, waardoor ze een veel grotere trekkracht aankunnen.
Bij een wand uit gipskarton moet je steeds pluggen gebruiken ter versteviging, want dit materiaal is een stuk brozer. Meestal worden hier specifieke gipsplaatpluggen gebruikt.
DE WANDDIKTE
Het type plug is belangrijk, maar het is ook de dikte van het gipskarton die de belastbaarheid van je plug bepaalt. Naast een verscheidenheid aan diktes in gipskarton, kan een holle wand ook afgewerkt zijn met meerdere lagen (bijvoorbeeld OSB onder gipskarton, gipskarton met tegels ...). Dit heeft dus ook een invloed op hoeveel gewicht elk bevestigingspunt kan dragen.
De dikte van je wand kan je op een aantal manieren achterhalen. Heb je de wand niet zelf gebouwd, dan kan je dit zo uitzoeken:
- Boor op een subtiele plaats een gaatje in je wand.
- Steek dan door dit gat een nagel met platte kop en haak die achter de rand.
- Hou de nagel tegen de wand vast, haal die uit de opening en meet vanaf je vinger tot aan de nagelkop. Zo weet je hoe dik je wandafwerking is.
Je kan dit ook afmeten aan een bestaand gat in je muur, zoals bijvoorbeeld waar een stopcontact zit. Let op: zet de zekering uit en schroef dan pas het stopcontact los.
DE BELASTING
Het gewicht van het op te hangen item is de volgende factor die bepaalt welk type bevestiging aangewezen is. Hoe dikker je wand, hoe hoger de belasting kán zijn. Maar dan moet je natuurlijk de plug en de lengte van de gebruikte schroeven daarop aanpassen.
soorten pluggen
UNIVERSELE PLUG
Een universele plug kan voor veel dingen gebruikt worden, dus ook bij holle wanden. Door een schroef in te brengen, wordt de kop van deze plug naar achteren getrokken, waardoor de plug zich spreidt en vastzet in je muur. In een holle ruimte gaat ze achter het gipskarton een knoop vormen, en zo een stevige verankering geven.
GIPSPLAATPLUG
Toch is het aangewezen in de meeste gevallen een type plug te gebruiken die aangepast is voor holle wanden, want ook dit heeft een invloed op de belastbaarheid. Een gipsplaatplug (al dan niet met schroefdraad) heeft bijvoorbeeld een goeie grip, maar kan wel minder gewicht aan dan een parapluplug of tuimelplug.
PARAPLU- EN TUIMELPLUG
Paraplupluggen zijn aangepast aan gipskartonnen wanden. Als je daar iets tegen gaat vijzen, gaat de plug zich achter de wand uitspreiden en zo een stevige verankering vormen. Tuimelpluggen zijn daar een variant op, gemaakt uit kunststof of metaal en eigenlijk vooral geschikt voor valse (gips)plafonds. De verende lange draadstangen zijn goed om grote wanddiktes te overbruggen. Denk aan de bevestiging van een plafondlamp: je boort je boorgat, steekt de plug erdoor, de armen spreiden zich open en dan draai je een moer en rondel aan.
DE NODIGE SCHROEVEN
De dikte van je wand en het type plug hebben ten slotte nog een invloed op de schroeven die je nodig hebt. Op de technische fiche of verpakking van de pluggen – of op de pluggen zelf – kan je de voorschriften terugvinden. Zo weet je al welke schroefdikte aangewezen is.
De lengte van de plug stem je af op de wanddikte, maar voor de lengte van je schroef moet je de dikte van de bevestigingsbeugel of het op te hangen item in rekening brengen. De schroef moet namelijk langer zijn dan je item of de beugel plús de plug.
in de praktijk
boekenplank ophangen
Voor de eerste case – een boekenplank ophangen – gebruiken we een plug die gemaakt is om in gipskarton te gebruiken. De wand is 12,5 mm dik. In de technische fiche kunnen we terugvinden dat deze gipsplaatplug bij deze wanddikte tot 10 kg per verankeringspunt kan dragen. Wat zeker voldoende is voor deze legplank.
Om dit type te gebruiken, hoef je niet voor te boren. Aan het uiteinde van de plug is vaak al een centreerboor voorzien, waardoor de plug zelfborend werkt. De punt zorgt er bovendien voor dat je netjes op dezelfde plaats blijft schroeven en niet uitschiet.
Teken de locatie voor je bevestigingspunten af op de wand. Werk recht en gebruik een waterpas. Op die plaatsen kan je nu de pluggen monteren. Gebruik hiervoor een schroevendraaier of schroefboormachine met een kruiskopbit. Daarmee kan je de plug rechtstreeks in de gipsplaat vastschroeven. Zitten de pluggen op hun plaats, dan kan de plankdrager gemonteerd worden.
Controleer welke schroeflengte in dit geval aangewezen is, zodat de schroef verder komt dan het uiteinde van de plug.
Bij het indraaien zal je zien dat de centreerboor vanzelf afvalt, want haar nut is weg eens de plug in de muur zit.
Wanneer de beugels vasthangen, kan je daarop de boekenplank bevestigen. Er was wat marge qua belastbaarheid van deze bevestiging, dus er kunnen later gerust nog andere zaken op uitgestald worden.
kastje ophangen
Een hollewandtuimelplug uit kunststof kan een hogere belasting aan en gebruiken we in dit geval voor het ophangen van een kastje. Op de plaats waar je de bevestigingspunten moet voorzien, boor je voor met een diameter die iets groter is dan die van de plug zelf.
Welke boordiameter voorgeschreven is, vind je terug op de verpakking. In dit geval is dat diameter 10. Doordat het gat wat groter is, kan je de plug mét houder nu door de opening in de muur steken. Controleer hierbij zeker de correcte insteekrichting, die met een pijl aangegeven staat op de plug zelf.
Eens door de muur zal de plug kantelen – of tuimelen – waardoor die zich achter de opening zal vasthaken. Schuif de ring dan tot tegen de muur, zodat het geheel mooi tegen de wand geklemd zit. Daarna is de kunststof houder overbodig en kan je die op maat afknippen. Bij het ophangen van het kastje zal de schroef nu door de dwarse plug gaan en zich zo stevig vasthaken.
Let op! Respecteer de voorgeschreven schroefdikte, want anders zou er niet voldoende grip zijn. In dit voorbeeld bevestigen we aan een holle wand die uit gipskarton bestaat, maar dit principe werkt ook prima bij wanden uit andere plaatmaterialen.
televisiebeugel ophangen
Voor het bevestigen van een televisiebeugel is er een derde mogelijkheid, namelijk een metalen hollewandplug. Die kan meer gewicht aan dan een gipsplaatplug, maar is ook iets duurder. Deze metalen versie is beschikbaar voor wanden van 3 tot 50 mm dik en dankzij de ingebouwde metrische draad kan de schroef gemakkelijk weer verwijderd en opnieuw ingedraaid worden. Handig als je bijvoorbeeld een nieuw item op dezelfde plaats wil ophangen.
Een televisiebeugel, met televisie, heeft meestal een specifiek gewicht dat je op de verpakking kan terugvinden. Dit helpt je om de geschikte bevestigingsmethode te vinden. Zorg ervoor dat je de beugel mooi recht houdt voor je de bevestigingsgaten aftekent. In dit geval moeten we die voorboren met diameter 12.
De plug steek je dan in het gat om daarna een aangepaste tang te gebruiken zodat je het geheel kan aanspannen. Door met deze tang de schroef aan te trekken, spreiden de armen zich uit achter het plaatmateriaal en klemt de metalen plug zich zo vast aan de wand. Door de spreiding verdelen de krachten zich over een groter oppervlak, waardoor de kans op doorscheuren van de bevestiging kleiner is. Heb je geen tang, dan kan je ook een schroevendraaier of schroefboormachine gebruiken als alternatief.
Zit de plug goed geklemd, dan kan de schroef eruit gehaald worden om daarmee de beugel aan de muur te monteren.
Maak het tweede onderdeel van de bevestiging dan aan het televisietoestel vast, zodat die dan over de beugel kan haken.
Zware objecten
Weet je al vóór je de holle wand bouwt dat je een zwaarder item zal moeten ophangen, pas je wand hier dan op aan! Zo bestaan er gipsplaten die bijvoorbeeld meer gewicht kunnen dragen, zoals glasvezelplaten. Die zijn vezelversterkt waardoor de kans op doorscheuren van je bevestiging gereduceerd wordt.
Daarnaast kan het ook nuttig zijn je muur af te werken met twee lagen, die je geschrankt op elkaar plaatst. Zo verstevig je niet enkel je wand, maar wordt die ook dikker, wat een goeie grip en de belastbaarheid ten goede komt.
Wil je bijvoorbeeld een wastafel aan je holle wand ophangen, dan is het aangewezen om OSB áchter je afwerkingslaag in gipskarton te steken. Dit is een heel stevige constructieplaat, die er ook voor zorgt dat je in de meeste gevallen zelfs geen pluggen nodig zal hebben.
Is een volledige extra laag niet haalbaar, dan kan je op de plaatsen van bevestiging een extra balk in je raamstructuur steken. Zo is er op die plaats alvast een grotere belasting mogelijk.
EXTRA BEVESTIGINGSTIPS
Ten slotte zijn er nog een aantal tips die je in het achterhoofd kan houden bij het bevestigen aan om het even welke ondergrond.
slim boren
Een goed boorgat zorgt voor een goeie grip. Boor dus steeds voor met een geschikte diameter, zodat de opening zeker niet té groot is! Wil je het boorgat netjes houden, dan kan je deze trucs toepassen:
- Plak tape waar je wil boren, zo is de kans kleiner dat je met je boorpunt uitschiet.
- Plak de boor af volgens de lengte van je plug. Dit zorgt er niet enkel voor dat je niet te diep boort, maar voorkomt ook dat je met de boorkop tegen de muur zou botsen.
- Ook het gebruik van een puntslag is een optie. Zo heb je al een aanzet voor je boorpunt en vermijd je dat je boor zou gaan "dansen".
plug met uitsteeksels
Een strakke opening heeft enkel nut als je ook een geschikte plug gebruikt. Om voldoende weerstand in het gat te creëren, en te garanderen dat de plug niet zou doordraaien, neem je het best een variant met een kraag en vinnen.
Die uitsteeksels gaan ervoor zorgen dat de plug bij het schroeven grip vindt in de muur en zo optimaal zijn werk zal doen …
snelbouwstenen
In snelbouwstenen kunnen holle ruimtes zitten, omdat dit zorgt voor een bijkomende isolatie. Daarom zijn aangepaste pluggen aangewezen bij het bevestigen in snelbouwstenen, zeker bij een zwaardere belasting. Voorzie dus steeds een mooi boorgat, door een steenboor – te herkennen aan de stompe kop met vleugels – te gebruiken, en door met de snijstand van de boormachine te boren. Gebruik je de hamerfunctie, dan zal het gat ruwer zijn en je plug minder goed grip vinden. Boor tevens op een hoog toerental om een mooi strakke opening te krijgen.
Qua type plug kan je bij holle snelbouwstenen voor een universele plug opteren, die zich zowel kan uitzetten als vastknopen in de holle ruimtes. Voor een zwaardere belasting is een constructieplug óf aangepaste verankering met bijvoorbeeld chemisch anker meer aangewezen.
Bekijk de video: