HOE JE FIETS ONDERHOUDEN

Wanneer het mooi weer is, kruipen we graag massaal op de fiets. Leuk, als je fiets goed werkt tenminste. We tonen hoe je je fiets tiptop in orde zet.

 

BASISMATERIAAL

Om je fiets te onderhouden heb je niet veel nodig, maar wel een aantal specifieke dingen die je zeker in huis hebt. Om je fiets te poetsen zijn een aantal oude vodden en een spons voldoende. Wat detergent verwijdert het hardnekkige vuil.

Om je fiets te onderhouden, kom je al heel ver met een stel steeksleutels en wat inbussleutels, wat in elke basisgereed­schapskist zit. Het enige specifieke gereedschap dat je nodig hebt, zijn bandenlichters als je je band moet vervangen.

 

BANDENDRUK

De druk in je banden bepaalt hoe vlot je fiets vooruit gaat. Zit er meer druk in? Dan raak je met minder kracht sneller vooruit, maar zal je wel een pak minder comfortabel rijden. Op de buitenband zelf staat een richtlijn tussen welke minimum en maximum bandenspanning je mag zitten. Een algemene richtlijn is dat des te meer je weegt, des te hoger je je bandendruk zet.

 

EEN GRONDIGE POETSBEURT

Plan je een grondige poetsbeurt voor je stalen (of aluminium) ros? Dan haal je het best de wielen uit het kader. Zo kan je ze gemakkelijker schoonmaken. Om het achterwiel gemakkelijk uit het kader te halen, zet je het best de derailleur op het kleinste verzet. Zo zit je ketting niet in de weg. Ook de remmen zet je het best los, zo gaat het wiel er gemakkelijk uit.

Plan daarna een grondige ontvetting. Heb je een speciale ontvetter? Dan gebruik je die het best om de ketting en de tandwielen achteraan proper te maken. Spray of smeer hem er op en laat hem even inwerken. Zo verwijder je meteen al het oude vet en alle vuil dat aan de ketting kleeft.

 

WIELEN

Maak de wielen grondig schoon. Neem een emmer met water en wat detergent. Met een spons maak je dan de velg proper. Begin bij de naaf, maar let vooral op de remrand. Die moet vrij zijn van rubberresten van de remblokjes. Maak die dus goed proper, desnoods neem je er een schuursponsje bij.

De tandwielen achteraan kan je schoonmaken met een borstel. En wil je ze echt laten blinken? Ga er dan met een doek tussen en beweeg heen en weer tot ze er weer uitzien als nieuw.

 

KETTING EN KADER

Als de ontvetter wat in de ketting is getrokken, dan kan je de ketting verder schoonmaken. Dat doe je met een (oude) spons. Die spons zal je later niet meer voor andere dingen kunnen gebruiken, dus het is best dat je één apart houdt voor dit werkje. Wil je de ketting ook tussen de schakels schoonmaken? Dan neem je twee oude tandenborstels en knijp je ze om de ketting heen. Zo kan je al het vuil tussen de schakels ook verwijderen.

 

REMBLOKKEN

Nog belangrijker dan vlot vooruitgaan met je fiets, is dat je vlot kan remmen. Controleer daarom je remblokjes op tijd. In de meeste remblokjes zitten groeven. Die zijn een indicator voor de slijtage van je remblokken. Zie je die niet meer, of niet meer helemaal, dan wordt het tijd om nieuwe remblokken te steken. Zo weet je dat je op tijd kan stoppen.

Je remmen zelf kan je ook instellen. Vooraan, aan de hendel, is er een stelschroef. Die kan je in of uitdraaien en zo kan je de remhendel meer of minder speling geven. Vergeet niet de stelschroef terug aan te draaien als de instelling naar wens is.

 

KETTING SMEREN

Om je ketting te smeren, moet je eerst al het oude vet en vuil verwijderen. Dat kan je doen met een ontvetter. Heb je dat al gedaan tijdens het kuisen? Dan kan je meteen je ketting al smeren.

Gebruik daarvoor een speciale kettingolie. Die zorgt voor een goede smering. Verdeel die olie over elke schakel van de ketting. Dat vraagt wat tijd, maar geeft het beste resultaat. Laat de olie dan wat inwerken, een half uur ongeveer. Verwijder dan het teveel aan olie van de ketting. Olie smeert niet alleen de ketting, het trekt ook vuil aan. Door het teveel te verwijderen, blijft je ketting langer schoon.

 

VERSNELLINGEN AFSTELLEN

Heb je een traditionele versnelling met meerdere tandwielen en schakelt deze niet zo goed meer? Dan is er waarschijnlijk iets mis met de kabelspanning. Zet je versnelling op het kleinste tandwiel en probeer eentje hoger te schakelen.

Lukt dit niet? Dan draai je de stelschroef achteraan de derailleur naar binnen. Draai beetje per beetje totdat hij vlot naar het volgende tandwiel schakelt. Schakel dan terug naar het kleinste tandwiel. Gaat dit niet vlot? Dan draai je de stelschroef wat terug.

Als de derailleur vlot van het eerste naar het tweede tandwiel schakelt, dan kan je proberen naar het volgend tandwiel te schakelen. Pas de stelschroef eventueel nog wat aan. Blijf zo verder werken tot de derailleur vlot van boven naar beneden en van beneden naar boven schakelt.

 

E-BIKE
Heb je een elektrische fiets? Dan hoor je ook zorg te dragen voor de accu. Door die regelmatig eens met een multispray te behandelen reinig je die tegen roest. Verder gebruik je van tijd tot tijd eens een contactspray op de contactpunten. 

 

LEK GEREDEN?

LEK?

Lek gereden of een leegloper? Geen paniek. Het is vast maar een klein gaatje. Ben je onderweg? Dan is het het gemakkelijkst om je band te vervangen door een reserveband, die je natuurlijk meegenomen hebt, samen met een kleine fietspomp. Maar eens je thuis bent, kan je de band gemakkelijk kleven. Verwijder daarvoor het fietswiel uit het kader.

Met bandenlichters kan je de buitenband dan van de velg halen. Haal de binnenband dan uit de buitenband. Het ventiel schroef je los. Controleer dan eerst de buitenband of er daar geen schade aan is en of er niets scherps in zit.

 

WAAR?

Neem een teiltje water om te kijken waar het lek zit. Pomp de band op en dompel hem onder water. Zie je belletjes te voorschijn komen? Dan weet je waar het lek zit. Dat kan je dan aanduiden met wat krijt.

Nog beter is om in het gaatje een tandenstoker te steken. Het krijt veegt namelijk gemakkelijk weg en dan ben je je referentie kwijt. Controleer de band op nog lekken. Het kan goed zijn dat er meer dan één gaatje in je band is.

 

PLAKKEN

Je kan beginnen plakken. En een goede voorbereiding is het halve werk. Schuur daarom het gebied rond je gaatje met een grof schuurpapier. Breng dan de lijm aan in waar het gaatje is. Verdeel de lijm en laat hem vijf minuten drogen. Kleef dan de pleister op de plaats waar het gaatje is. Druk de patch goed en lang aan op de band. Alleen zo zal hij goed hechten.

Als je voldoende hebt aangedrukt, kan je de plastic beschermfolie van je band halen. Nog een kleine controle of het lek is gedicht, en de binnenband kan terug in de buitenband. Pomp hem lichtjes op als je hem erin steekt. Zo kan je de buitenband, met wat moeite, over de velg plooien. Je hebt daar geen extra gereedschap voor nodig.