Hoe voorzie je elektriciteit op zolder?
Een zolder is meestal niet voorzien van veel stopcontacten en lichtpunten. Om er een functionele zolder van te maken zal je dus moeten nagaan of er geen extra stopcontacten of verlichting moeten komen. In vele gevallen is het slechts een kwestie van de bestaande kringen op het onderliggende verdiep door te trekken naar de zolder.
NUTSVOORZIENINGEN DOORTREKKEN VAN BENEDEN
Als structureel alles aanwezig is in je zolder, en je er meer wil van maken dan een gewone opbergzolder, dan kan je waar nodig ook nutsvoorzieningen voorzien. Het makkelijkste is om deze door te trekken van de verdieping eronder, zeker in het geval van een houten draagstructuur – de kabels en buizen kan je immers tussen vloer en plafond inwerken.
ELEKTRICITEITSPLAN
Maak eerst en vooral een elektriciteitsplan, waarop alle schakelaars en stopcontacten aangeduid staan. Duid aan wat waar komt met de juiste symbolen. Zo is er onder andere het symbool voor stopcontact, voor enkelpolige schakelaar, dubbelpolige schakelaar, wisselschakelaar en kruisschakelaar.
Let op: je mag slechts 8 (enkelvoudige of meervoudige) aansluitpunten hebben per kring. Het kan zijn dat je een kring moet bijmaken. Laat je indien nodig bijstaan door een elektricien.
Ben je van plan om een zolder royaal uit te rusten met elektrische toestellen? Houd er dan rekening mee dat je grote verbruikers (zoals een kookfornuis) of toestellen waarbij water aan te pas komt (zoals een vaatwasmachine of een boiler) op een aparte kring plaatst. Ook voor koelende toestellen zoals een koelkast of diepvries is dat aan te raden, dan blijven deze toestellen, wanneer er een kring uitvalt, toch draaien.
AANDACHTSPUNTEN BIJ DE VOORBEREIDING
Elke situatie is anders, het kan zijn dat er achter de wand water- of gasleidingen lopen. Controleer dus voor je de wanden gaat uitslijpen of er zich ergens leidingen bevinden. Daarvoor bestaan er detectoren waarmee je bijvoorbeeld in een gipskarton muur de steunbalken uit metaal of hout kan terugvinden. Selecteer wel de juiste wanddikte voor je gaat screenen.
Ben je ook van plan om sanitair te installeren in je zolder? Leg dan de elektriciteitsbuizen pas nadat je de sanitaire leidingen hebt geplaatst, elektrische leidingen zijn flexibeler en dus makkelijker om ergens rond te werken.
STOPCONTACTEN EN SCHAKELAARS MONTEREN
De montage van stopcontacten gebeurt in inbouwbakjes. De leidingen lopen naar de inbouwbakjes toe, en gaan dan weer naar beneden voor de volgende schakelaar of het volgende stopcontact. Voor een lichtpunt aan het plafond lopen ze natuurlijk naar boven.
Stopcontacten plaats je het best naast elkaar zodat je in beide stopcontacten tegelijk stekkers met een geplooide hals kunt gebruiken. Inbouwdozen voor schakelaars kan je gerust zowel naast als boven elkaar monteren.
Voor stopcontacten laag bij de grond geldt dat ze 15 cm boven de bodem geplaatst moeten worden; voor vochtige ruimtes is dat 25 cm. Houd wel rekening met de vloeropbouw, indien de vloer er nog moet komen. Bespaar ook niet op stopcontacten maar plaats meteen dubbele, want achteraf uitbreiden kan een grote kost met zich meebrengen.
INBOUWDOOSJES
Teken af waar de inbouwdoosjes moeten komen en let erop dat ze waterpas staan. De sleuven in de muur (voor de leidingen) maak je met een sleuvenfrees of een haakse slijper.
In een zolder heb je echter maar een beperkt aantal muren waarin je kan slijpen. Bij sommige zolderruimtes kan je je elektriciteit op een bestaande, stenen muur aanbrengen: teken dan af ...
Waar nodig kan je ook inbouwdoosjes wegwerken in de schuine wand of in valse wanden, daarvoor gebruik je inbouwdoosjes voor holle wanden. Maak een gat in je wand met een klokboor, plaats je doosjes en gebruik de schroeven om deze vast te zetten in de wand.
Ga je toch in muren slijpen? Maak de sleuven maak je zo verticaal mogelijk, horizontaal kan nefast zijn voor de stevigheid van de muur. Kap de sleuven verder uit met hamer en beitel of een boorhamer.
Bereid alvast de inbouwdoosjes voor door het aantal nodige openingen uit te duwen. Komt er maar één leiding toe in het bakje, dan maak je dus ook één opening, zo dicht mogelijk naar de sleuf toe. Verwijder het stof in de opening, en breng er dan pleister in aan. Plaats het bakje erin en maak de openingen errond goed toe voor een betere luchtdichtheid.
KABELS
Welke kabels je gebruikt, hangt af van het vermogen van wat je erop zult aansluiten. Laat je voor de keuze van kabels voor grote toestellen, zoals een kookplaat, dus zeker bijstaan door een vakman.
Als doe-het-zelver werk je het best met voorbedrade buizen, dat is alvast een stuk eenvoudiger. Hierin bevindt zich de aarding (geel-groen) en twee geleiders: de fasedraad (bruin) en de nulgeleider (blauw).
VOOR STOPCONTACTEN
- Kabels met een draaddikte van 2,5 mm², wordt aangesloten op een zekering van 20 Ampère.
- Grote verbruikers sluit je aan op een zwaardere XVB-kabel met 5 geleiders (drie fases in plaats van één). Draaddikte: 6 mm², aan te sluiten op een zekering van 32 tot 40 Ampère.
VOOR VERLICHTING
- Kabels met een draaddikte van 1,5 mm², aangesloten op een zekering van 16 Ampère.
KABELS EN INBOUWDOZEN VERBINDEN
Verbind de inbouwdozen via de kabels met elkaar. Doe de afgesneden reststukken van de buizen nog niet weg; je kunt ze nog gebruiken om de leidingen vast te zetten in de muur.
Tip: Snijd zo'n reststuk zo af dat het net iets langer komt dan de opening. Klem het ertussen en klop het erin, zodat het de kabel daarachter op zijn plaats blijft.
DOORTREKKEN
Zijn de inbouwdozen met elkaar verbonden, dan vertrek je nu vanuit het laatste punt rechtstreeks naar de zekeringkast of naar een contactpunt in de kring op het verdiep er onder. Omgekeerd moeten er ook kabels vanuit de bestaande kring of de zekeringkast naar de inbouwdozen lopen. Neem niet te veel kabel, maar bereken wat je ongeveer nodig hebt. De kabels maak je vast op de bodem met bandijzers en slagpinnen of met schroeven en pluggen.
Als je in stenen muren hebt gewerkt, kan je de sleuven nu dichtmaken met een waterdichte mortel, eventueel aangevuld met een additief zodat deze beter kleeft.
SCHAKELAARS EN STOPCONTACTEN INSTALLEREN
Verwijder eerst een stukje mantel van de draden met een striptang, zodat ongeveer 1 cm van het koper blootligt. Verbind de draden dan met de schakelaars of de stopcontacten, en houdt steeds dezelfde kleurcode aan.
Dan kun je beginnen met de schakelaars en de stopcontacten te installeren. Bij een dubbel stopcontact schroef je eerst de ene vast, waarna je de twee stopcontacten in elkaar klikt. Daarna kun je de tweede vastschroeven. Later komen de afdekplaatjes er dan op.
ARMATUREN INSTALLEREN
Vergeet uiteraard voor de verlichting niet de armaturen zelf te plaatsen. Lees hier hoe je daarbij te werk gaat.
Renoveer je je elektrische installatie, dan moet je die ook laten keuren. Lees daarover hier meer.