Zo herstel je je dakstructuur
Een eerste stap bij zolderinrichting is controleren of de structuur wel in orde is. Je dak moet stabiel en wind- en waterdicht zijn, en het liefst nog met een onderdak erbij. Een dak vernieuwen laat je best over aan de vakman maar er zijn een aantal zaken waarbij je kan helpen. Afbraakwerken hoort daar bij, mits je steeds je eigen veiligheid in acht neemt. Hoeveel je van je dak gaat aanpakken, hangt af van wat er nodig is.
Er zijn uiteraard verschillende soorten daken, een gordingendak komt het vaakst voor, dus focussen we in dit artikel daarop.
Het dak gaat eraf!
Dit zijn werken waarbij je met veel afval zal zitten. Voorzie dus zeker een container, een kraan of hoogtewerker, zodat je efficiënt alles kan afvoeren. Voorzie ook valbeveiliging en de nodige PBM’s om de veiligheid te garanderen.
Ga je je dak afbreken? Dan begin je met het wegnemen van de pannen. Ga daarbij voorzichtig te werk, wil je ze hergebruiken. Stapel de pannen tegen elkaar en niet op elkaar.
Zijn alle pannen verwijderd? Dan kan je de lattenstructuur afbreken. Dat doe je met hamer en koevoet of met een reciprozaag (die zowel door metaal als door hout gaat). Net als de pannen, kan je in sommige gevallen ook de kepers en de gordingen recupereren als ze nog in goede staat zijn (geen schimmels, houtworm …).
Het dak gaat er weer op: de opbouw
Gordingen
De opbouw van een gordingendak begint met, jawel, de gordingen – dit zijn de horizontale balken waarop de verticale kepers worden gemonteerd. Deze dienen als steunpunten van je volledige structuur en worden eerst en vooral ingemetseld in de muurplaten, waar ze steunen op het gebindte.
Moet je je dakstructuur volledig heropbouwen? Dan begin je met het vervangen van de bovenste gording, de nokbalk. Zaag deze (uiteraard met de nodige ondersteuning) in stukken, en breng vervolgens de nieuwe nokbalk aan – dit zijn vaak meerdere balken die één voor één worden geplaatst en verbonden zijn via een schuine las. Die las biedt de nodige steun. De nokbalk moet immers een grote last dragen. Wanneer de balken geplaatst zijn, worden ze nog vastgenageld.
Als de nokbalk is vastgemaakt, vervang je de andere gordingen op dezelfde manier.
Kepers
Zijn de gordingen gemonteerd? Dan schroef je de kepers erop vast. Deze verticale latten dragen het onderdak. De kepers worden haaks op de gordingen bevestigd met nagels.
Op dit punt doe je er goed aan om het hout van je dakstructuur reeds te beschermen met een ontwormmiddel. Dat kan je preventief toepassen, en is dus ook een goede zet wanneer je je volledige dakstructuur niet hoeft te vervangen.
Onderdak
Op de kepers komt in dit geval dus het onderdak terecht, dat kunnen platen (uit houtvezels of vezelcement) zijn, of een speciale onderdakfolie. Het is van primordiaal belang dat deze wind- en waterdicht is, wil je je zolder afschermen van weersomstandigheden. Het onderdak moet echter ook ademen om condens te vermijden, zeker wanneer je van plan bent om het dak langs binnen te isoleren.
Tengellatten
Op de platen of folie worden nog (verticale) tengellatten vastgenageld. Deze latjes zorgen voor de nodige luchtcirculatie tussen het onderdak en de uiteindelijke dakbedekking.
Panlatten
Op de tengellatten komen nog horizontale panlatten terecht. Deze worden – zoals het woord zelf al verraadt – gebruikt om de dakpannen aan op te hangen. De afstand van deze latten is afhankelijk van het formaat van de dakpannen.
Dakpannen
Op de pannenlatten worden uiteindelijk de dakpannen gemonteerd met behulp van de panlatten en panhaken. Je begint (indien je daarvoor kiest) met de kantpannen en de bovenste rijen. De bovenste pannen worden het eerst geplaatst om ook meteen de nokpannen te kunnen monteren, nu de nok nog bereikbaar is.
De panhaak dient telkens als steunpunt voor de dakpan in de rij erboven. Je bevestigt de panhaken steeds om de pan, zodat ze geschrankt geplaatst kunnen worden. Wanneer de nokpannen geplaatst zijn, kan je verder werken.
De panhaken bevestig je om de pan, zodat ze geschrankt geplaatst worden. Met een metserstouw als referentie kan je makkelijk je dakpannen op één lijn plaatsen. Onderaan moet het dak netjes boven de dakgoot uitkomen zodat het water dat op de dakpannen valt via de dakgoot afgevoerd kan worden.
Moet je een dakpan inkorten? Dat doe je met een haakse slijper, uitgerust met een vol diamantblad.
Nokpannen of vorsten
Ben je klaar met de bovenste rijen? Dan werk je best eerst de nok af met de nokpannen of vorsten voor je de rest van het dak aanpakt. Daaronder komt eerst een hoekkeperrol of ventilerende dichtingsband. Die bevat loodverdichting langs buiten voor een goede waterdichtheid, en een ventilatiestrook in het midden. Onderaan zit er een kleefband om de band gemakkelijk op de pannen te monteren.
TIP
Kies je ervoor om bij een volledige dakrenovatie je dak langs buiten te isoleren (warm dak/sarkingdak)? Dan komt er tussen de kepers en het onderdak ook nog een laag isolatiepanelen. Lees hier meer over warme daken.
Dakgoot vernieuwen
Indien nodig kan je ook nog de dakgoot vernieuwen. Deze is belangrijk om regenwater op te vangen en vochtproblemen te voorkomen. Zorg ervoor dat deze correct afloopt richting de afvoerpijp om een goede afwatering te verzekeren. Gebruik waar nodig nog een waterdichte kit.
In principe zijn er twee soorten dakgoten waaruit je kan kiezen:
- mastgoten of hanggoten: deze goten worden los tegen de muur of aan de kepers bevestigd met beugels. Deze vervangen is slechts een kwestie van de beugels los te schroeven, te vervangen en nieuwe goten erin te plaatsen;
- bakgoten: deze maken deel uit van je dakstructuur en vernieuw je best mee met het dak. Er bestaan kant-en-klare modellen, maar je kan er ook op maat (laten) maken met OSB. Daarop komt er dan een waterdichte laag lood of EPDM. Die laag wordt dan deels onder het onderdak geplaatst om zeker te zijn dat het water vanop het dak netjes in de bakgoot loopt. Uiteindelijk kan je de zij- en onderkanten nog bekleden om een mooie afwerking te bekomen.
Lees hier meer over soorten en materialen die je voor dakgoten kan kiezen.