Hoe zelf visgraatlaminaat plaatsen
De plaatsing van een laminaat met visgraatmotief vraagt wat meer concentratie en geduld dan een klassieke laminaatvloer. Het resultaat maakt dit echter zeker de moeite waard!
VOORBEREIDING
De voorbereiding voor een visgraatlaminaat verloopt op dezelfde manier als bij een gewone laminaatvloer: ga eerst na of de ondergrond voldoende vlak is en breng dan de ondervloer aan.
A- EN B-planken
Bij een visgraatvloer heb je echter twee verschillende planken: A-planken en B-planken. Deze zijn een spiegelbeeld van elkaar. Bij de ene plank loopt de groef links door, bij de andere rechts.
Hou de A- en B-planken uit elkaar wanneer je de vloer laat acclimatiseren. Dat maakt je werk bij de plaatsing makkelijker. Houd ook rekening met 15% snijverlies. Bij een visgraat heb je namelijk veel overschot. Er zijn ook meer naden. Het is dus logisch dat je meer aandacht besteed aan een egale en propere ondergrond.
PATRONEN LEGGEN
De korte kant past in de lange kant, waardoor je verschillende patronen kunt vormen. Je kan je creativiteit de vrije loop laten.
A: Visgraatpatroon. Hier wordt elke plank haaks gelegd tegen de korte kant van de vorige plank. Zo krijg je een klassieke uitstraling van parket.
B: Dubbele visgraat. Hier leg je twee planken telkens haaks op elkaar, zodat je een puntvorm krijgt.
C: Mozaïekvloer. Hier kan je een mozaïekpatroon maken, waarin de legrichting per zes planken haaks staat op die ernaast. Zo krijg je een patroon uit vierkanten.
D: Ladderpatroon. Dit bestaat dan weer uit twee dwarse planken waartussen een aantal horizontale planken in dezelfde richting worden gelegd.
E: Scheepsdekvloer. Dit is eigenlijk het klassieke wildverband, maar omdat het gelegd is met kleine visgraatplanken, wordt de indruk van een scheepsdek gewekt.
legrichting
De opstart van een visgraatvloer is niet gemakkelijk. Neem de handleiding daarom altijd goed door. De legrichting kan je vrij kiezen, maar ze oogt het mooist als je de langste richting van de ruimte volgt. Een rechthoekige of vierkante ruimte is het eenvoudigste. BIj hoeken en nissen is de keuze van de richting iets moeilijker. De startmuur is dan sowieso de muur tegenover de nis. Alle legsituaties staan doorgaans in de handleiding beschreven.
EERSTE RIJEN
Leg aparte stapeltjes met A-planken en B-planken. Op de verpakking kan je zien welk type je vasthebt, maar ook op de onderkant van de planken zelf. Hou A en B ook altijd gescheiden van elkaar. Zo vermijd je verwarring achteraf.
Bij een visgraatmotief kan je niet tegen de muur starten. Zet daarom eerst vier rijen van de A- en B-planken in elkaar en leg de volgende plankjes al klaar met de groefkant naar je toe én meteen in de richting waarin ze moeten worden gelegd.
Let erop dat je de planken telkens op dezelfde manier aanlegt: de nieuwe plank die je neerlegt, moet altijd tegen de korte kant van de vorige plank aangelegd worden. Klik zo de vier eerste rijen in elkaar. Vanaf de tweede rij leg je eerst de A-planken en dan de B-planken.
TIP
Aangezien je bij een visgraatmotief veel naden hebt, lijm je het best de korte naden in met houtlijm. Zo verstevig je het geheel en vermijd je dat de naden na verloop van tijd open komen te staan.
REFERENTIELIJN
Breng in de ruimte een referentielijn aan die evenwijdig loopt met de muur. Daarop baseer je je om het patroon te verschuiven zodat alles aan beide zijdes mooi uitkomt. Markeer waar een punt van het visgraatmotief moet komen, want je moet alles nog opschuiven.
Trek een lijn langs de laagste punten van de visgraat met een waterpas en haal het overtollige stuk weg met een invalzaag. Eenmaal op maat, schuif je de rijen tot tegen de muur. Houd een uitzetvoeg van 8 mm aan. De laatste stukjes leg je dan aan de rij zodat de eerste rijen volledig liggen. Opgelet: bij een visgraatvloer kan je aan de rechterzijde altijd bijleggen, aan de linkerzijde niet - die moet je afzagen.
ZONDER INVALZAAG
Trek een referentielijn op de planken die gelijk loopt met de muur. Lijm ze nog niet en voorzie ze van een nummer met een potlood. Die markeringen veeg je later zo weer weg. Daarna zaag je de planken met een decoupeerzaag of handzaag door op de lijn. Wanneer je de verzaagde stukken in de juiste volgorde teruglegt, heb je een rechte lijn om te beginnen.
Om de lege stukken in een hoek op te vullen, teken je plank per plank af waar je moet inkorten. Verzaag de plank en lijm ze vast in de hoek. Het moeilijkste is nu achter de rug en je kan de rest van de vloer leggen!
VULLEN
Om de stukken aan de zijkanten aan te vullen, gebruik je een zweihaak. Meet op hoe lang het aanvullende stuk moet zijn en zet die maat over op de plank. Hou rekening met de uitzetvoeg. De juiste hoek zet je over met de zweihaak. Zaag de plank dan op maat. Heb je een invalzaag en lopen je muren recht, dan kan je je zaag op het juiste aantal graden instellen en laten staan.
Hoeken
Om een hoek aan te vullen, zaag je het best in een keer alle planken uit. Klik daarom een aantal planken in elkaar. Dat mogen gerust reststukjes zijn. Meet de lengte van het langste eind op en zet dit over op een plank. Bepaal dan de hoeken van de driehoek en zet die over op de planken. Om de driehoek uit te zagen, kleef je de plankjes achteraan aan elkaar met tape. Zo verschuiven ze niet tijdens het zagen.
Soms moet je om een hoek werken. Met de zweihaak bepaal je opnieuw de hoek. Meet de lengte aan de hoek op zodat je weet tot waar je moet zagen. Duidt het stuk aan en zaag uit met de decoupeerzaag.
TIP
Blijf geconcentreerd te werk gaan. Alle naden moeten goed aansluiten want een kleine fout zet zich exponentieel voort.
De laatste muur
Als laatste moet het visgraatmotief aansluiten op de muur waartegen je eindigt. Meet de stukjes op, net zoals tegen de zijkant, zaag ze af en leg ze op hun plek. Je kan op die manier wel maar een plankje per keer zagen, omdat je telkens moet opmeten.
Voor je zaagt, is het handig de planken te nummeren. Zet de nummers op de kanten die je nog gaat gebruiken, of duid aan welke stukken weg mogen. Leg de juiste stukken op hun plaats en lijm ze aan elkaar. Voor de allerlaatste loodjes mag je de naad volledig inlijmen. Zo komt er achteraf niets los te zitten.
Plinten
Als de vloer helemaal geplaatst is, kan je de plinten plaatsen. Ofwel gebruik je bijhorende clips, ofwel lijm je de plinten vast.