HOE ZELF EEN TERRASOVERKAPPING PLAATSEN
Tegenwoordig kan je met ietwat geoefende handen ook gemakkelijk zelf een terrasoverkapping in elkaar steken, meestal in de vorm van een zelfbouwpakket. Elk pakket is anders, maar over de verschillende pakketten heen, zijn er enkele basiszaken die steeds terugkomen. We overlopen ze in dit artikel.
MUURPROFIEL
Een terrasoverkapping die aan de woning wordt gemonteerd, is voorzien van een muurprofiel. Die plaats je het eerst. Het is belangrijk om die op de juiste hoogte te hangen. Hou daarvoor rekening met de helling van het dak, en weet dat je niet altijd zomaar vanaf de grond kan meten, bepaal indien nodig een meterpas. Dat is een vaste hoogte vanwaar je meet, erg handig bij hellend of oneffen terrein. Controleer zeker dat je muurprofiel waterpas hangt.
Het bevestigen van het muurprofiel gebeurt met lange slagpluggen. Let erop dat die niet enkel in de façadesteen en luchtspouw verankerd zitten maar wel degelijk genoeg grip hebben.
Bij twijfel kan je ook opteren voor chemische verankering. Boor een gat iets groter dan de diameter van je draadstang door de balk in de muur en breng het chemische anker erin aan. Draai de draadstang nog eens in het anker als je die inbrengt voor een goede verdeling.
Geef het chemische anker voldoende tijd om uit te harden en breng daarna de muurbalk erop aan en knel die met bouten. Steek er nog een vlootje tussen, zodat je de moer niet in de balk draait. Dicht de naad tussen de muur en het profiel af met siliconen. Een detail dat het comfort en de levensduur verhoogt.
LIGGERS EN GOOTBALK
Ook bij een overkapping moet het regenwater ergens naartoe. Daarom zijn dergelijke pakketten uitgerust met een gootbalk. Door die samen te plaatsen met de buitenste liggers vorm je het frame van de overkapping.
Om de gootbalk op de juiste hoogte te kunnen tillen, kan je een genielift gebruiken. Je kan er de balk makkelijk mee tot de juiste hoogte tillen. Indien nodig kan je de lift zelf nog wat verplaatsen om de balk in de juiste positie te brengen.
Ook een gradenwaterpas zal je heel wat kopbrekens besparen. Je kan de hellingsgraad van de liggers of kepers gemakkelijk aflezen, zonder ingewikkelde berekeningen toe te moeten passen.
Heb je geen gradenwaterpas, dan kan je gebruik maken van een gewone waterpas. Hierop duid je de afstand van een meter aan. Leg de waterpas dan op de ligger. Zet je hem pas? Dan moet op de markering van één meter een afstand zijn van 14 centimeter.
Controleer voor je verdergaat nog of het frame mooi recht is. Je maakt daarbij gebruik van een waterpas voor de opstaande ribben. Met een bouwhaak (of de stelling van Pythagoras) kan je de hoeken nameten. Een goede controlemethode is ook om de diagonalen te meten. Bij een strakke rechthoek zijn die even lang. Bij een parallellogram zit daar een afwijking op.
STEUNPALEN PLAATSEN
De steunpalen moeten in een rechte lijn staan ten opzichte van elkaar. Heb je er meer dan twee, zet dan eerst de eerste en de laatste paal. Span tussen die twee een metserskoord en zet de rest van de palen langs dat metserskoord. Met een waterpas kan je controleren of de individuele staanders waterpas zijn.
Met een pasdarm kan je controleren of de staanders een gelijke hoogte ten opzichte van elkaar hebben. Het is voorts belangrijk dat de staanders ook loodrecht staan.
OP BETONFUNDERING
Uiteraard moeten de steunpalen van de terrasoverkapping stevig vast staan. Laat daarvoor een schietlood neer op de hoek van het afdak, daar moet je gaan graven.
Op de bodem van de put kan je een tegel leggen, die kan je waterpas leggen. Op de tegel komt dan een stevige betonfundering. Hier kan je de steunpaal makkelijk aan bevestigen, uiteraard nadat je die op de juiste maat hebt gezaagd. De put maak je pas dicht wanneer je klaar bent met de constructie.
MET BEVESTIGINGSPROFIELEN
Lopen er leidingen onder het terras, of is de vloer eronder al van beton, dan kan je ook werken met bevestigingsprofielen die op het terras vastgezet worden en waarop de staande paalprofielen vervolgens bevestigd worden. Het volstaat dan om met een betonboor in de vloer te boren. Breng een plug in elk boorgat en schroef stevige bouten in de voet vast met behulp van een ratel.
MET PAALHOUDERS
Werk je met houten palen? Dan kan je ook kiezen voor paalhouders. Daarmee rot de steunpaal niet in de grond of door vocht dat op het beton blijft staan. In de paalhouder kan het water onderaan weglopen. Zo'n paalhouder kan je gewoon in de grond kloppen indien die los is. Voor extra stevigheid werk je met snel beton. Voor je beton stort, controleer je of de paalhouder horizontaal staat, en verankerd is in de paalhouder. Tijdens het storten van het beton wordt hij dan niet opzijgeduwd.
Als je weet dat de hellingsgraad van de gootbalk tot het muurprofiel in orde is en je niets meer aan de steunpalen hoeft aan te passen, kan je eventueel ook de volgorde omkeren en eerst de gootbalk aan de steunpalen vastmaken en die op hun plaats zetten, waarna je de liggers monteert.
Dan heb je immers geen genielift nodig. Zorg er dan wel voor dat je de steunpalen met gootbalk extra stut, en controleer voor je de liggers monteert of ze mooi haaks staan. Verankeren in de bodem doe je dan ook pas wanneer de buitenste twee liggers van het frame volledig vasthangen.
GOOT EN AFVOER
De gootbalk vervult de functie van de dakgoot: het regenwater wordt opgevangen en stroomt weg. Hiervoor moet je nog een opening maken. Door meerdere kleine gaten te boren heb je meteen een bladvanger.
In een van de steunpalen komt ook nog een de afvoerbuis. Doorboor de paal en monteer de uitloop op de afvoerbuis, deze moet boven het bestratingsniveau komen als je het water laat wegstromen. De uitsparing daarvoor maak je met een klokboor voor je de steunpalen vastmaakt aan de fundering. Als de situatie het toelaat, kan je die ook verder laten afvoeren naar de regenwaterput.
DAKSTRUCTUUR
Bestaat je dakbedekking uit platen? Dan plaats je nog tussenliggers. Deze vormen een ondersteuning voor de dakbedekking. Schuif vervolgens de profielen op de platen en leg die vast.
AFWERKING
De afwerking bestaat uit twee zaken. Enerzijds worden een aantal minder mooie zaken aan het oog onttrokken. Schroeven of open zijden van de profielen krijgen afdekkapjes.
Anderzijds moet erop worden gelet dat alles netjes waterdicht is. Met silicone kan je nog eens de binnenkant van de goot afwerken, of de schroeven aan de bovenzijde perfect afdichten. Controleer ook de rubberen verbindingen op mogelijke onregelmatigheden en kleef een rubberen dichting op de aansluiting tussen muurbalk en dakplaat.
EXTRA’S
Is je overkapping voorzien van holle profielen? Die maken het mogelijk om spots in te bouwen in de balken en liggers. Zeker ledverlichting neemt erg weinig plaats in en is makkelijk weg te werken.
Boor met de klokboor een opening om een spotje in te plaatsen. Haal de kabels door de profielen. Een rolmaat werkt erg handig hierbij. Uiteraard verbind je alle snoeren door naar de transformator en die koppel je aan op de voeding.