LICHTE, SLANKE EN STERKE CONSTRUCTIES MET ENGINEERED WOOD
Praktische tips en aandachtspunten
Naast het klassieke structuurhout wordt er voor de hout- en houtskeletbouw vandaag steeds vaker gebruikgemaakt van speciaal ontwikkelde, afgeleide houtproducten. Dit 'engineered wood' is vaak lichter en slanker dan traditionele houten bouwmaterialen en kan in principe zelfs wedijveren met staal. Het grootste voordeel van deze producten is echter dat hun prestaties inzake stabiliteit en thermische isolatie getest en gecertificeerd kunnen worden, wat een hoge zekerheid biedt. Al speelt de plaatser uiteraard ook een belangrijke rol in het garanderen daarvan.
ENGINEERED WOOD
De term 'engineered wood' verwijst naar een gamma van geconstrueerde houtproducten, bestaande uit houtvezels of -platen, gecombineerd met bindmiddelen. Deze producten bestaan in heel wat verschillende types en vormen, die doorgaans ook in tal van afmetingen beschikbaar zijn. De meest bekende voorbeelden zijn wellicht mdf- en OSB-platen, maar ook structurele onderdelen zoals balken en I-liggers maken deel uit van het gamma.
Het achterliggende principe van 'engineered wood' is eenvoudig: met een minimum aan materiaal of gewicht probeert men toch een maximale sterkte te realiseren. Daardoor zijn deze producten vaak lichter en gemakkelijker te verwerken dan klassiek structuurhout, al is hun grootste voordeel vooral dat ze specifiek ontwikkeld zijn om aan bepaalde prestatie-eisen te voldoen. Hun technische eigenschappen worden veelal door ETA-goedkeuringen of CE-conformiteitsverklaringen gestaafd en de producten bieden dus meer zekerheid dan traditionele houten bouwmaterialen die niet over dergelijke keuringsbewijzen beschikken.
HOUTSKELETBOUW MET ENGINEERED WOOD
LVL-balken
LVL staat voor Laminated Veneer Lumber. Het zijn balken uit gelamineerd fineerhout waarbij de houtvezels in principe allemaal in de langsrichting liggen, al bestaan er ook uitvoeringen waarbij een beperkt aandeel van de vezels (ca. 20%) in een dwarsrichting ligt om een betere vormvastheid te creëren.
LVL-balken worden gebruikt om de basisstructuur van een gebouw te realiseren en de grootste puntlasten naar de funderingen over te dragen. De balken kunnen erg slank uitgevoerd worden en hebben een grote buigsterkte. Idealiter maakt men gebruik van hoge, fijne profielen: deze zijn het sterkst en realiseren een grote materiaalbesparing ten opzichte van massief of gelamelleerd hout.
I-profielen
I-profielen zijn opgebouwd uit flensen uit massief hout of LVL en een lijfplaat uit geperste houtvezel. De profielen zijn daardoor tot 50% lichter dan massieve liggers en hun koudebrugeffect blijft minimaal. De ruimte tussen de flensen kan volledig met isolatiemateriaal opgevuld worden of men kan gebruikmaken van voorgeïsoleerde profielen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen I-profielen bedoeld voor de roostering van vloeren en daken, en die voor de constructie van wanden. Dankzij een dikkere lijfplaat en hoogwaardigere flensen is de eerste namelijk sterker er kunnen overspanningen tot 7 à 9 m gerealiseerd worden, terwijl de tweede beter presteert wat de thermische isolatie betreft.
Gelamelleerde houten balken
Gelamelleerde houten balken bestaan uit verschillende lagen hoogwaardig massief hout, elk 40 mm dik, die op elkaar verlijmd worden. Ze zijn voornamelijk interessant voor toepassingen waarbij de balken zichtbaar blijven.
CROSS LAMINATED TIMBER (CLT)
Bouwen met plaatmateriaal
Structureel 'engineered wood' bestaat niet enkel in de vorm van balken en liggers; ook met speciaal ontwikkelde, meerlagige panelen kunnen er gebouwen opgetrokken worden. Het gaat hier om CLT of Cross Laminated Timber, een plaatmateriaal dat bestaat uit verschillende lagen massief hout die telkens 90° ten opzichte van elkaar gedraaid zijn en structureel onder hoge druk verlijmd zijn. Dankzij de hoge laagdiktes - 20 à 40 mm per laag - en de haakse oriëntatie van de houtvezels hebben de panelen goede structurele eigenschappen en zijn ze tegelijk in verschillende richtingen belastbaar. Ze zijn daardoor niet alleen geschikt voor dragende en niet-dragende wanden, maar evenzeer voor vloeren en daken.