Plooien van grote formaten
een niche met heel eigen uitdagingen
Qua lengte bevindt veruit het meeste plooiwerk zich in de bandbreedte van 2,5 tot 4 meter. De courantste tonnages schommelen dan weer tussen de 50 en 320 ton. Alles wat langer en zwaarder is, wijkt af van de standaard en zou je het label 'XXL' kunnen opspelden. Niet iedereen wil in dat segment meespelen. Het gaat namelijk duidelijk om een niche, waarmee grote investeringen gepaard gaan. Die combinatie oogt op het eerste gezicht weinig aantrekkelijk. Anderzijds is het een makkelijke manier om je te onderscheiden. Bovendien stijgt de vraag naar langere onderdelen. Misschien dus toch het overwegen waard?
Hoe groot is XXL?
Waar de standaard eindigt en het XXL-segment begint, ligt niet vast in afspraken of normen. Vandaar dat elke fabrikant daar zijn eigen definitie aan zal geven en de grens elders zal trekken, al vallen de verschillen nog wel mee.
Twee parameters spelen een rol: de plooilengte en de dikte van het materiaal. Als we daarop inzoomen, plaatsen een aantal fabrikanten alles boven 4 m en 320 ton onder de noemer 'XXL'. Anderen doen dat pas vanaf een lengte van 6 m en een tonnage van 400 ton.
Waar je de scheidingslijn ook tekent; het klopt alleszins dat je met een machine van 4 m een heel groot deel van de markt in België afdekt.
Stijgende vraag
De vraag naar langere en zwaardere profielen blijkt in België eerder bescheiden. De meest voorzichtige schattingen houden het op 5% van de markt, de meest optimistische gaan uit van 10%. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen, wat concreet betekent dat het grotere plooiwerk een niche is. Toch noemen de fabrikanten het een interessante markt. Ze merken namelijk beweging.
Hogesterktematerialen
Onder impuls van innovatieve materialen met hogere treksterkte neemt de behoefte aan plooibanken met een hoger tonnage toe. Dergelijke materialen maken het mogelijk om met minder gewicht eenzelfde stijfheid te realiseren. Tevens worden ze toegepast wanneer een hoge slijtvastheid is vereist. Maar ze zijn dus moeilijker te bewerken. Om u een idee te geven van de drukkrachten die komen kijken bij het kanten van dit soort materialen: voor een plaat in Hardox van 15 mm heeft u 300 tot 400 ton per meter nodig, afhankelijk van het type Hardox.
Minder lassen
Naast de opmars van hogesterktematerialen, drijft nog een tweede evolutie de stijgende vraag naar grotere plooibanken aan. Steeds vaker kiest men uit economische overwegingen voor langere profielen. Op die manier spaar je secundaire bewerkingen zoals lassen uit. Sommige constructies vragen ook gewoon om een grote overspanning zonder een las. Structuurprofielen voor de vervaardiging van mobiele bureel- en werfcontainers, bijvoorbeeld, worden tegenwoordig meestal uit één plaat van 12 m opgetrokken.
Vanwege de grote investering kan lang niet iedereen in de toelevering het XXL-plooiwerk aanbieden
Diverse sectoren
De vraag naar langere profielen komt vanuit verschillende hoeken. Dan denken we aan de machinebouw in het algemeen (bv. landbouwmachines, grondverzetmachines …), maar ook aan specifieke sectoren zoals transport, defensie, (zwaardere) staalconstructies, procesinstallaties en gevelbekleding, om er maar een paar te noemen. In het kielzog van de genoemde sectoren volgt stilaan ook de toelevering.
Uitdagingen
Misschien verrassend is dat de nauwkeurigheid bij dikkere platen in principe minder een uitdaging vormt dan bij dunne platen. De reden? Bij dikkere platen wordt er gewerkt met grotere V-openingen van de matrijs, waardoor de plooihoek minder gevoelig is voor de penetratiediepte van de stempel. Bovendien ligt de complexiteit vaak minder hoog. Eventuele afwijkingen in de plaat - zowel wat betreft spanningen, diktes als walsrichting - beïnvloeden natuurlijk wel het resultaat, maar dat is ook het geval bij kleinere plaatdiktes. Daarnaast doen de XXL-machines een beroep op dezelfde laserhoekmeetsystemen als bij de kleinere broertjes en ook de dynamische bombering is volledig schaalbaar. Sommige fabrikanten gaan wel extra metingen uitvoeren en af en toe past men bovenop de normale bombering ook puntbombering toe.
Dimensionering
Niet de nauwkeurigheid maar de extra tonnen gewicht baren zorgen, zo blijkt. Van persbalk, tafel, gereedschapsklemming over achteraanslagsysteem en bombering tot en met de oplegconsoles … alles moet voldoende sterk gedimensioneerd zijn. En u kunt zich voorstellen dat het vanuit constructief oogpunt niet vanzelfsprekend is om een persbalk, die vele tientallen tonnen weegt, op een paar honderdsten te positioneren. De maximumkracht per meter ligt ook een pak hoger en de machine moet daarmee om kunnen gaan. Dat zijn de technische uitdagingen waarvoor de fabrikanten staan.
Als gebruiker wordt u dan weer geconfronteerd met de hoge(re) prijs die je daar letterlijk voor moet betalen. Dikwijls vormen de zijstaanders, bovenbalk, cilinders en andere componenten aparte onderdelen, die ook apart getransporteerd moeten worden om vervolgens bij de eindgebruiker te worden opgebouwd. Dit jaagt de prijs verder de hoogte in. Tot slot moet u ook denken aan speciale funderingen. In sommige gevallen gaat de machine met de tafel zelfs de grond in.
Tandem of tridem
In plaats van één grote machine, kan u er ook voor opteren om twee of meerdere kleinere machines aan elkaar te koppelen die de krachten over een grotere lengte verdelen. Soms komt dat goedkoper uit, al is het maar omdat er zo minder hoge eisen aan de funderingen worden gesteld. Tandemconfiguraties hebben het bijkomende voordeel dat u ze flexibeler kunt inzetten, want ook kleinere platen kan u probleemloos op een tandem plooien.
Het nadeel is dan weer de zwanenhals in het midden. Daardoor bent u beperkt in plooidiepte. U zal dus de voor- en nadelen van beide opties goed moeten afwegen. Daarbij moet u goed kijken naar de gemiddelde lengtes en diktes die u te verwerken krijgt: gaat het meestal om een mix, dan is wellicht de tandem de aangewezen keuze. In het andere geval – meestal zwaar en lang plooiwerk – kiest u beter voor een XXL-machine.
Handling
Hoewel het ook bij XXL-machines meestal de plooisoftware is die de buigvolgorde en de gereedschapskeuze bepaalt, is er bij dit soort toepassingen een belangrijke rol weggelegd voor de operator. In vergelijking met standaard plooi-operaties vraagt met name de handling en het manipuleren van de grote, zware plaat om redelijk wat ervaring; zeker ook met het oog op de veiligheid. Zowel de lengte als het gewicht vereisen specifieke, zwaarder gedimensioneerde bovenkranen, front- en back pushers en buighulpsystemen tot wel 1.200 kg per arm. De operator – of operatoren, want vaak zijn ze met twee – moet uiteraard met dergelijke logistieke middelen kunnen omgaan.
Automatisering
Als u XXL-machines wil automatiseren, wordt u met gelijkaardige uitdagingen geconfronteerd. Het hogere stukgewicht vormt voor de geautomatiseerde manipulatie vaak een te overwinnen hindernis. Er moet immers rekening worden gehouden met de limieten van de robots (circa 165 kg). In plaats van standaardoplossingen, moet u denken aan oplossingen op maat, waarvan de perifere-inrichting en beveiliging mee deel uitmaakt. Opnieuw staat daar een bepaald prijskaartje tegenover.
Conclusie
XXL-plooibanken vragen vanwege de dimensionering om een aanzienlijke financiële inspanning. Het is dus geen segment waar u zomaar induikt, temeer omdat het ook van de operatoren een aanpassing vraagt. Anderzijds zitten grote profielen wel in de lift. En precies vanwege de investering kan lang niet iedereen in de toelevering deze optie aanbieden. Daarom is dit dan ook een interessant segment, volgens de fabrikanten.
Met de medewerking van Bystronic, Haco, LVD, Metanox, Prima Power en V.A.C. Machines