"Circulaire economie stelt gigantische uitdagingen"
“Haastige spoed is zelden goed”
Het zijn verwarrende tijden voor de circulaire economie. Aan de ene kant zijn in de afgelopen maanden Umincorp, Ecocircle, TRH Recycling en Ioniqa failliet gegaan. Hoewel ze allemaal gebruik maakten van verschillende bronnen en technieken, werden ze algemeen erkend als Nederlandse voorlopers op het gebied van plastics recycling. De oorzaken die in alle gevallen genoemd werden, waren het overspoelen van de markt door supergoedkoop virgin PET uit Azië en regelgeving waardoor gerecycled PET wordt aangemerkt als afval en daardoor bijvoorbeeld niet gebruikt mag worden voor voedselverpakkingen. Dit roept de vraag op of deze bedrijven met hun ontwikkelingen misschien te vroeg waren of om het in een spreekwoord samen te vatten: “Haastige spoed is zelden goed”.
“Haast je als je tijd hebt”
Aan de andere kant was er de opening van de FDCA-fabriek van Avantium met een capaciteit van 5.000 ton per jaar in Delfzijl. FDCA wordt gemaakt uit suikers en zal gebruikt worden voor het maken van PEF, een bio-based alternatief voor PET wat bovendien nog een aantal verbeterde eigenschappen oplevert. Eerder deze zomer werd het nieuws bekend dat Bio-BTX de financiering van 80 miljoen euro rond heeft om de eerste fabriek te bouwen voor bio-based aromaten (benzeen, tolueen en xyleen) met een capaciteit van 20.000 ton per jaar. Beide bedrijven willen met deze fabrieken laten zien dat de door hen ontwikkelde technologie klaar is om op industriële schaal te worden toegepast. Twee fantastische voorbeelden die veel kunnen bijdragen aan de circulaire economie maar in het licht van de faillissementen van de PET recyclingbedrijven is ook hier de vraag: is dit niet te vroeg?
Voor Bio-BTX is de nieuwe fabriek het vervolg op een geslaagde demonstratie in een pilot plant met een capaciteit van slechts 10-20 kg per uur. Een gewaagde, maar goed onderbouwde keuze. Dit deed me dan weer denken aan een ander spreekwoord: “Haast je als je tijd hebt”.
Pippi Langkous-achtige lef
Doemdenkers zien in de faillissementen hun bewijs dat het nooit wat gaat worden met de circulaire economie. Ik ben het met hen eens dat de uitdaging gigantisch is. Er zijn de laatste jaren in Azië meerdere fabrieken gebouwd met een jaarlijkse capaciteit van 1-2 miljoen ton para-xyleen, de grondstof voor een van de monomeren in PET. Dit verklaart inderdaad de vloedgolf aan goedkope virgin PET. Het laat ook zien dat fabrieken op een schaal van 5.000 tot 20.000 ton per jaar indrukwekkend zijn, maar nog steeds minstens een factor 100 kleiner zijn dan de niet-circulaire concurrent.
Dat is voor mij ook de reden om te concluderen dat de nieuwe ontwikkelingen niet te vroeg zijn want het is pas een eerste, weliswaar belangrijke, maar in het totale systeem nog kleine stap. Grote veranderingen komen alleen tot stand als mensen en bedrijven iets van de Pippi Langkous-achtige lef hebben: “Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk wel dat ik het kan”. Vanuit mijn dagelijkse werk weet ik dat er op dit moment (grote) fabrieken worden gebouwd voor bio-based plastics en chemische recycling van plastics naar virgin kwaliteit. Er zijn dus ook genoeg tekenen dat het wel kan.
Vanuit dat perspectief verdienen, naar mijn mening, bedrijven als Umincorp, Ecocircle, TRH Recycling, Ioniqa, Avantium en Bio-BTX en de mensen die daar werk(t)en, hulde en steun om haast te blijven maken. Zelfs als het mislukt, hetgeen helaas ook met grote veranderingen gebeurt, hebben jullie het in ieder geval geprobeerd.