ad
ZolderPremium

Hoe kan je een vloer isoleren?

Isolatiemortel vloerisolatie

Een geïsoleerde vloer heeft tig voordelen. Niet alleen helpt extra isolatie je energiefactuur laag te houden (12% van de warmte in je huis verdwijnt langs de grond), het comfort van een geïsoleerde vloer is eveneens niet te onderschatten. Het voelt aangenamer als je erover loopt - zeker met vloerverwarming - en storende voetstappen worden gedempt. Maar wat zijn de opties?

 

Langs welke kant?

figuur opbouw vloerisolatie
De doorsnee vloeropbouw bij een geïsoleerde vloer

Vloeropbouw

Bij het isoleren van de vloer moet je steeds rekening houden met de lagen waaruit je vloer is opgebouwd. Meestal is de opbouw als volgt:

  • de betonnen fundering / draagvloer
  • eventueel een folie of dampremmende laag
  • de nutsleidingen in een uitvulchape
  • de isolatielaag
  • de afwerklaag (dekvloer, vloerbedekking)

Hoe dik moet de isolatielaag zijn?

Volgens Vlaamse EPB-regels is voor vloeren op volle grond een minimale R(d)-waarde van 2,0 m²K/W vereist (of een maximale U-waarde van 0,30 W/m²K). In de praktijk zie je dat bij renovaties vaak 5 tot 9 cm isolatie volstaat, afhankelijk van materiaal, om een R(d) van minstens 2 m²K/W te halen. Bij nieuwbouw moet je vaak veel hoger gaan, bijvoorbeeld 10 tot 11 cm voor PUR / PIR, of tot 14 tot 15 cm voor EPS/XPS, afhankelijk van de lambda-waarde van het isolatiemateriaal. 

Vlaanderen raadt bij renovatie ook een isolatielaag van minstens 7 cm gespoten PUR / PIR of 10 cm minerale wol bij vloeren boven een kelder aan.

In Brussel liggen de eisen op een vergelijkbaar niveau. De EPB-regelgeving schrijft eveneens een maximale U-waarde van 0,30 W/m²K voor vloeren op de grond voor. Ook in Wallonië is de basisnorm U ≤ 0,30 W/m²K.

De exacte dikte hangt dus af van het materiaal, de beschikbare ruimte en de gewestelijke eisen, maar gemiddeld mag je rekenen op 8 tot 12 cm isolatie voor een degelijk resultaat.

3. kruipkelder isoleren
Isoleren van onderuit kan enkel als je een toegankelijke kruipruimte of kelder hebt.

Isoleren langs boven

Als je van bovenaf isoleert, gebruik je bij voorkeur drukvaste isolatieplaten (zoals PIR of XPS) of in geval van beperkte hoogte, isolerende chapesystemen of gespoten purschuim. Gespoten schuim kan voordelen bieden bij onregelmatige oppervlakken of om naden en kieren af te sluiten, maar vereist zorgvuldige uitvoering. Belangrijk is steeds dat de isolatielaag voldoende drukvast is en dat je aandacht besteedt aan de aansluitingen op muren, leidingen en dorpels.

Isoleren op bestaande vloer

Als je de bestaande vloer niet wil openbreken, kun je een isolatielaag bovenop plaatsen alvorens de afwerklaag aan te brengen. In dat geval zal de isolatie relatief dun moeten zijn, maar wel voldoende om een nuttige isolatiewinst te halen - vaak minstens 5 à 6 cm, afhankelijk van materiaal en energie-eisen. Let goed op hoogteverschillen bij deuren, dorpels en aansluitingen.

Isoleren langs onder

Isoleren van onderuit kan enkel als je een toegankelijke kruipruimte of kelder hebt. De isolatie wordt dan aangebracht tegen het plafond van de kruipruimte of aan de onderzijde van de vloerplaat. Rond leidingen kan je isolatiemateriaal of purschuim gebruiken om aansluitingen af te werken. Het grote voordeel is dat je de huidige vloer niet moet openen. Je moet wel aandacht besteden aan vocht: de kruipruimte moet goed beschermd of afgedicht zijn.

 

Isolatiematerialen voor vloerisolatie

Een vloer kan je met verschillende materialen isoleren. De ene leent zich beter tot renovatie dan de andere. We geven een overzicht van de meest courante mogelijkheden.

Een vloer isolatie met platen

EPS en XPS

De meest gebruikte materialen zijn EPS- en XPS-platen, isolatieplaten op basis van polystyreen die zeer drukvast zijn en veel gewicht kunnen dragen. EPS bestaat voor ongeveer 98% uit stilstaande lucht, wat zorgt voor een goed isolerend vermogen. XPS heeft daarbovenop een gesloten celstructuur, waardoor het vrijwel ongevoelig is voor vocht en ideaal bij vloeren op volle grond of boven kelders.

2. isoleren langs boven
Met PIR- en PUR-platen kan je doorgaans dunner isoleren in een nieuwbouwisolatie.

PUR en PIR

Daarnaast worden ook PUR- en PIR-platen vaak toegepast. Deze kunstharsplaten hebben een lagere gemiddelde lambdawaarde (0,022 - 0,026 W/mK), waardoor je met een dunnere laag dezelfde isolatieprestaties behaalt. PIR is bovendien iets brandveiliger en temperatuurbestendiger dan PUR. Resolplaten vormen nog een alternatief: ze hebben een bijzonder lage lambda-waarde en een vezelvrije kern, wat ze uitstekend geschikt maakt voor vloeren met vloerverwarming.

Houd er wel rekening mee dat isolatieplaten zorgen voor een hogere vloeropbouw. Vaak wordt eerst een uitvulchape voor leidingen geplaatst, waarop de platen komen te liggen, gevolgd door een afwerkingschape en vloerafwerking.

5. isolatiechape
Isolerende chape biedt een mooi compromis tussen isolatie, plaatsbesparing en eenvoud.

Isolerende chape

Een chape is de egaliserende laag waarop de uiteindelijke vloerbedekking wordt geplaatst. Klassieke chape is een mengsel van zand, cement en water en heeft op zich geen isolerende werking. Wanneer men echter isolerende componenten toevoegt, zoals polystyreenkorrels, PUR-korrels, schuimbeton of geëxpandeerde kleikorrels, ontstaat een isolerende chape die zowel nivellerend als thermisch isolerend werkt.

In zo’n mengeling wordt meestal geen zand gebruikt, omdat dat de isolerende werking zou verminderen. Het isolatiemateriaal zit in de chape zelf verwerkt, waardoor deze oplossing bijzonder geschikt is bij renovaties of beperkte opbouwhoogte: de uitvul- en chapelaag worden gecombineerd. Een isolerende chape kan ook sneller drogen dan een traditionele chape en vermindert het risico op koudebruggen.

Toch is de isolatiewaarde per centimeter lager dan die van isolatieplaten. De combinatie van een traditionele chape met isolatieplaten onderaan zal dus over het algemeen beter isoleren, al biedt isolerende chape een mooi compromis tussen isolatie, plaatsbesparing en eenvoud van uitvoering.

6. purschuim voor vloerisolatie
Om een vloer te isoleren wordt vaak ook gekozen voor gespoten purschuim op het grondoppervlak.

Isoleren met purschuim

Om een vloer te isoleren, wordt naast platen vaak ook gekozen voor gespoten purschuim op het grondoppervlak. Het schuim wordt ter plaatse aangebracht en vormt na uitharding een naadloze, harde laag die zowel isolerend als licht uitvullend werkt.

Een belangrijk voordeel is dat PUR zich vanzelf rond oneffenheden en leidingen verspreidt, waardoor de ondergrond volledig bedekt wordt en koudebruggen tot een minimum beperkt blijven. Er is bovendien geen aparte uitvulchape nodig, wat de totale vloeropbouw dunner maakt.

Dankzij de goede isolatiewaarde (lambdawaarde van 0,022 - 0,028 W/mK) kan je met een relatief dunne laag een hoge thermische weerstand behalen. Gespoten PUR is drukvast, beloopbaar na korte tijd en ideaal voor renovaties waarbij beperkte hoogte beschikbaar is. Wel moet de uitvoering zorgvuldig gebeuren, want een ongelijkmatige dikte of slechte hechting kan het rendement verminderen.

7. isoleren met wol
Voor een zoldervloer is minerale wol een goede optie.

Isoleren met minerale wol

Wanneer een vloerconstructie niet massief is, bijvoorbeeld bij zoldervloeren of houten vloeren op balken, kan men de holtes opvullen met minerale wol zoals glas- of rotswol. Dit materiaal is licht, veerkrachtig en goed thermisch en akoestisch isolerend.

Net als bij dakisolatie van binnenuit wordt de structuur volledig gevuld om warmteverlies via de vloer te beperken. Bij massieve betonnen vloeren is minerale wol echter minder geschikt, vooral wanneer langs onder wordt geïsoleerd, zoals in een kelder. Het materiaal is niet drukvast en kan bij langdurige blootstelling aan vocht zijn isolatiewaarde verliezen. Daarom wordt het doorgaans enkel toegepast in droge, niet-belaste vloeren of bij vloeren boven onverwarmde zolders.

Alternatief: schelpen en kurk

Sommige bouwers verkiezen ecologische isolatiematerialen zoals houtvezel, cellulose of schelpen in plaats van synthetische producten als PUR of EPS. Het is hierbij zaak om de isolerende prestaties te vergelijken met die van de eerder opgenoemde producten. De ecologische waarde wordt vaak tenietgedaan door slechtere lambdawaardes.

Toch zijn er applicaties waarbij ze wel degelijk een mooi alternatief vormen, zoals bij een combinatie van isolatieschelpen en kurken isolatiepanelen.

ingeblazen schelpen vloerisolatie
Ingeblazen isolatieschelpen bieden een goede ecologische optie. (foto uit vakblad Aannemer)

Welke oplossing kies je best?

De juiste keuze hangt af van je vloeropbouw, vochtomstandigheden en de ruimte die je hebt.

  • Gespoten PUR biedt de beste combinatie van isolatiewaarde en dunne opbouw: ideaal bij beperkte hoogte of onregelmatige ondergrond.
  • Isolatieplaten scoren dan weer iets beter qua constante dikte en lange-termijnstabiliteit, maar vergen een grotere opbouwhoogte, een vlakke ondergrond en een aparte uitvulchape. Dat maakt meer geschikt in nieuwbouwsituaties.
  • Isolerende chape is een praktische tussenoplossing wanneer je een beperkte opbouwhoogte hebt en tegelijk wil egaliseren, al is de isolatiewaarde per centimeter iets lager.
  • Minerale wol ten slotte is vooral interessant voor lichte vloeren of zoldervloeren, waar geen drukbelasting optreedt.

Wat heb je nodig

Krijg GRATIS toegang tot het artikel
of
Proef ons gratis!Word één maand gratis premium abonnee en ontdek alle unieke voordelen die wij u te bieden hebben.
  • checkwekelijkse nieuwsbrief met extra tips en exclusieve content
  • checkvolledig toegang tot het digitaal archief
  • checkonbeperkt toegang tot 3.000 bouwinstructies
  • checkonbeperkt toegang tot 1.400 instructievideo's
Heeft u al een abonnement? 
ad