Het belang van correct uitgevoerde doorvoeren in brandcompartimentering
Brandveilige kanaal- en leidingdoorvoeren zijn essentieel voor de veiligheid van gebouwen én maken vaak deel uit van de technische verantwoordelijkheid van de installateur. Dit artikel biedt inzicht in de reglementering en relevantie van brandveilige oplossingen en de werkwijze bij toepassing en uitvoering ervan.

Reglementering
Verschillende normen en codes van goede praktijk zijn te respecteren bij het uitvoeren van doorvoeren van kanalen, kabels, kabelgoten en leidingen door brandcompartimenten in gebouwen. NBN S21-208 is de Belgische norm brandbeveiliging in gebouwen, welke onder meer ook voorschriften bevat voor rook- en warmteafvoerinstallaties. De norm EN 1366-3 gaat echter specifieker over brandwerende afdichtingssystemen voor doorvoeren en de classificatie ervan.
Het Koninklijk besluit ‘Basisnormen’ bepaalt dat doorvoeren doorheen bouwelementen de brandweerstand ervan niet nadelig mogen beïnvloeden. Wanneer een wand dus brandwerend uitgevoerd dient te zijn, dan geldt dit ook voor de doorvoeren erin. Het brandveilig afdichten van doorvoeren in brandwerende wanden is beschreven in TV 293, die rekening houdt met deze vermelde normen.
De taakverdeling en verantwoordelijkheden wat betreft het realiseren en controleren van de doorvoeren verdelen zich over een drietal partijen. De opdrachtgever van het project, alsook de aannemer verantwoordelijk voor de brandwerende voorzieningen en de fabrikant(en) ervan. De fabrikanten voorzien classificatierapporten en stellen bijvoorbeeld alle richtlijnen ter beschikking zoals het aantal bevestigingspunten, afdichting, toepassingsgebied… De rolbepaling wordt best zo helder mogelijk vastgelegd in het bestek van het bouwproject.

Relevantie en (type)oplossingen
Brandveilige doorvoeren zijn enkel noodzakelijk in bouwelementen die een bepaalde brandweerstand vereisen. In eengezinswoningen komen die niet voor. In grotere gebouwen, zowel residentieel evenals alle types niet-residentiële gebouwen, is de kans reëel dat enkele vloeren, wanden of andere scheidingsconstructies brandbestendig dienen te zijn, zodanig dat het gebouw gecompartimenteerd uitgevoerd is. In dat geval dienen de doorvoeren dus ook brandveilig te zijn.
Oplossingen verschillen afhankelijk van de opgelegde of voorziene eisen aan het bouwelement en de doorvoer van kabels, leidingen of kanalen en de diameter die eraan gekoppeld is. Niet iedere oplossing past voor elke grootte van doorvoer. In TV 293 zijn er enkele typeoplossingen vastgelegd voor het realiseren van eenvoudige brandveilige doorvoeren, deze worden in dit artikel buiten beschouwing gelaten. Wanneer het toepassingsgebied van de typeoplossingen niet gerespecteerd kan worden, is een alternatieve oplossing noodzakelijk om een brandveilige doorvoer te realiseren.

Brandmachetten
Een veel gekozen oplossingsmethode zijn brandmanchetten. Brandmanchetten worden vaak toegepast bij doorvoeren van brandbare buizen (bijvoorbeeld pvc), maar ook voor kabels of -goten. Een veelal metalen omhulsel bevat een materiaal dat opschuimt en druk genereert in geval van brand. Het zwelmiddel knijpt op die manier de kunststofleiding dicht.
Brandmanchetten kunnen in diverse types wanden en vloeren worden toegepast. Er bestaan opbouwtypes en ingewerkte varianten. Het voordeel van die laatste is dat er slechts langs één zijde van een wand toegang noodzakelijk is voor de installatie. Wanneer een brandveilige doorvoer naar een installatieschacht met beperkte afmetingen voorzien moet worden, kan men met een inbouwmanchet dus volstaan door enkel langs de buitenzijde toegang tot het door te voeren kanaal te hebben.

Isolatieschalen
Een andere oplossing zijn isolatieschalen. Deze worden gebruikt om grotere doorvoeren, bijvoorbeeld kabelgoten of leidingen correct af te werken. Deze schalen bestaan uit calciumsilicaatvezels en worden soms voorzien van een extra brandwerende (opzwellende) coating.
Brandwerende coatings kunnen ook als losstaande oplossing gebruikt worden, zij het dan enkel in een doorvoer van een onbrandbare leiding, kabel of kabelgoot.
Brandwerende kussens en kleppen
Een volgende, eenvoudige te installeren oplossing zijn de brandwerende of intumescerende kussens. Deze kussens zijn opgebouwd uit zakjes vermiculiet of rotswol en zwellen op in geval van brand.
Wat betreft luchtkanalen kunnen ook brandwerende kleppen of vlinderkleppen aangebracht in de as van de scheidingsconstructie toegepast worden om door een compartiment te gaan. Tot slot zijn voor luchtvoerende kanalen ook het toepassen van volledig brandwerende kanalen of kanalen met een brandwerende bescherming een mogelijkheid, zoals bijvoorbeeld calciumsilicaat(platen).
Sinds 2016 is het verplicht dat alle producten getest zijn volgens Europese classificatie- en proefnormen. Oudere indelingssystemen, in België bijvoorbeeld volgens het KB basisnormen, zijn niet langer toegestaan. De attestering van de brandweerstand kan gebeuren via de informatie bij de CE-markering, wat verplicht is voor brandwerende kleppen, of eventueel via een European Technical Assessment (ETA). Wanneer een CE-label niet aanwezig is, dan kunnen ook andere stavingsdocumenten gelden, zoals een BENOR-, ATG-goedkeuring, of een classificatierapport van een erkend laboratorium.
Aandachtspunten bij installatie en onderhoud
Het gezegde ‘goede afspraken maken goede vrienden’, is van groot belang bij de uitvoering van brandveilige doorvoeren. Ieder brondocument start met de aanbeveling om voor aanvang van de werken voldoende grondig vast te leggen wie welke taken en verantwoordelijkheden op zich zal nemen voor welke type(s) doorvoeren.
Naast een efficiënte werfcoördinatie is ook de bevestiging rond een brandveilige doorvoer van belang. Bij brand kan verbuiging van kabels, - goten of leidingen optreden. Dit kan schade toebrengen aan de compartimenteringsconstructie of in extreme gevallen de brandveilige doorvoer zelfs teniet doen. Een bevestiging op maximaal 500 mm van de doorvoer is sterk aanbevolen.

Een derde installatietip ligt voor de hand: volg nauwlettend de voorschriften van de fabrikant om een foutieve plaatsing of werking te vermijden. De meest voorkomende uitvoeringsfouten zijn namelijk samen te vatten in drie categorieën: 1. het gebrek aan afdichting, 2. een niet geschikte (brandwerende) voorziening en 3. een niet conforme plaatsing van een brandwerende voorziening.
- Voorbeelden van een gebrek aan afdichting zijn bijvoorbeeld het niet afdichten van de overblijvende opening tussen de wand of vloer en een brandklep. Het plaatsen van een klep heeft geen zin als brandoverslag ook nog via de opening zelf zou kunnen gebeuren.
- Het gebruiken van ongeschikte brandwerende voorzieningen is een tweede foutenbron. De meeste brandwerende polyurethaanschuimen mogen bijvoorbeeld niet gebruikt worden voor de afdichting van doorvoeren. Deze schuimen zijn doorgaans uitsluitend bedoeld voor de afdichting van lineaire voegen. Andere voorbeelden zijn brandmanchetten die niet passen bij het buismateriaal of het gebruiken van kabelcoating voor buizen.
- Ook het gebruiken van de juiste brandwerende materialen, maar het foutief plaatsen kan aanleiding tot schade geven. Een voorbeeld hiervan is dat door één brandmanchet nooit een combinatie van leidingen of kanalen met kabels gebracht mag worden, deze kunnen niet gecombineerd worden. Ook te weinig ondersteuning van een kabelgoot of buis is hier een voorbeeld van.

Onderhoud aan brandwerende voorzieningen is doorgaans niet van toepassing of specifiek nodig. De meeste fabrikanten bevelen echter wel aan dat de correcte werking bij mechanische systemen regelmatig getest wordt. Ook de onderhoudsgids voor duurzame gebouwen beveelt een jaarlijkse controle aan. Voor de levensduur van brandwerende doorvoersystemen wordt de technische informatie van de fabrikant best geraadpleegd.

En wat als het dan toch fout loopt?
Het realiseren van brandveilige doorvoeren is in de hoop deze nooit nodig te hebben. Als het toch tot brand komt en deze slaat over, dan zal men de doorvoeren onderzoeken om te bepalen wie verantwoordelijk is. Een duidelijk en volledig lastenboek is in deze van groot belang om discussie te vermijden. De tienjarige aansprakelijkheid voor geborgen gebreken is eveneens van tel, dus het uitvoeren van doorvoeren volgens de brandweerstandseisen en regels van de kunst blijft de hoofdzaak. Dit zal vaak opgemaakt kunnen worden uit het lastenboek.
Met dank aan: Rf-technologies