De opmars van doe-het-zelf zonnekits en batterijen
Plug & play: zegen of vloek voor professionals?

Sinds 17 april 2025 mag elke Belgische burger zelf een plug & play-systeem plaatsen op de grond, aan een muur, op een dak of een balkon. Deze gebruiksvriendelijke toestellen worden rechtstreeks aangesloten op een klassiek stopcontact en maken het mogelijk om eigen elektriciteit op te wekken of op te slaan, zonder grote werken of complexe installatie. Goed voor het milieu en de portemonnee van de gebruikers, maar welke impact heeft dit voor elektriciens en installateurs?
Gewijzigde regelgeving
Tot voor kort was het in ons land verboden om zogenaamde 'niet-vaste' zonnestroomkits of draagbare batterijen via een gewoon stopcontact aan te sluiten. Het technisch voorschrift C10/11 van Synergrid, de federatie van Belgische netbeheerders, vereiste immers een vaste aansluiting op het verdeelbord.
In oktober 2024 besloot Synergrid echter om deze regel te versoepelen. Er werd een aanpassing gepubliceerd, waarmee de aansluiting van plug & play-systemen op het elektriciteitsnet wordt goedgekeurd. Dit in navolging van andere Europese landen zoals Duitsland, Frankrijk, Nederland en Oostenrijk. Deze nationale overheden erkennen hiermee het potentieel van plug & play-systemen voor de decentrale productie en toegankelijkheid van zonne-energie.
De installatie van plug & play-toestellen vereist niet altijd een professionele installateur, hoewel dat soms wel wordt aanbevolen
De aangepaste technische voorschriften voor een veilige aansluiting speelden mee in deze keuze tot versoepeling, samen met de ingevoerde homologatieprocedures om te waarborgen dat de toestellen aan de veiligheidsnormen voldoen, en bepaalde verplichtingen voor de gebruikers. Dit komt later in dit artikel aan bod.

Het nieuwe reglement ging in op 17 april 2025. Sindsdien mogen goedgekeurde plug & play-apparaten worden aangesloten op de elektrische installatie van woningen in België.
Voordelen
Het succes van plug & play-toestellen is vooral te danken aan hun unieke voordelen ten opzichte van vaste oplossingen. Hiermee maken deze systemen hernieuwbare elektriciteit bereikbaar voor een breder publiek.
- De toestellen hebben een beperkte omvang en zijn vaak mobiel of verplaatsbaar. Balkonpanelen kunnen bijvoorbeeld worden toegepast in appartementen. Andere plug & play-systemen lenen zich dan weer voor woningen zonder geschikt dakoppervlak voor de plaatsing van klassieke zonnepanelen, of kunnen een zinvolle aanvulling zijn voor vaste systemen.
- Door de lage aankoopkosten krijgen ook mensen met een beperkt budget toegang tot groene stroom en verminderde energiekosten.
- Het systeem kan rechtstreeks worden aangesloten op een gewoon stopcontact van 230 V, zonder ingrijpende maatregelen. De installatie is meestal eenvoudig en vereist niet altijd een professionele installateur, hoewel dat in sommige gevallen wel wordt aanbevolen (zie verder).
- Dit biedt ook nieuwe mogelijkheden voor huurders, die voorheen vaak geen vaste installatie konden of mochten plaatsen. En wie verhuist, kan zijn zonnepanelen gewoon demonteren en meenemen.
Plug & play-zonnekits
Werking en voorschriften

Net als een klassiek fotovoltaïsch systeem werkt een plug & play-zonnekit door zonlicht op te vangen via PV-modules – meestal één of twee zonnepanelen – en dit om te zetten in elektriciteit. Een micro-omvormer zet de opgewekte gelijkstroom (DC) om naar wisselstroom (AC), zodat die bruikbaar is voor het elektrische circuit van het huis. Die omvormer moet compatibel zijn met uw huishoudelijke elektrische installatie.
In tegenstelling tot vaste zonnepanelen hebben plug & play-systemen een standaard aansluitkabel met stekker, zodat ze eenvoudig op een huishoudelijk stopcontact kunnen worden aangesloten. Zodra ze verbonden zijn, wordt de opgewekte stroom direct ingevoerd in het elektrische circuit van de woning en meteen gebruikt door de actieve apparaten.
Als de productie lager is dan het verbruik, levert het klassieke elektriciteitsnet automatisch het verschil bij. Omdat er ook een deel van de geproduceerde stroom kan worden geïnjecteerd op het publieke elektriciteitsnet, moet het apparaat voldoen aan de technische voorschriften van de netbeheerders. Het moet bijvoorbeeld een veiligheidsmechanisme hebben dat de stroomproductie automatisch stopt zodra de netspanning wegvalt, om de veiligheid van de techniekers van de netwerkoperatoren te waarborgen.
Plaatsing en extra's
Voor plug & play-systemen is er geen dak nodig. De meeste kits worden geleverd met een bevestigingssysteem voor montage op balkon, terras of op de grond, of zelfs aan tuinhuizen of een muur. De locatie, hellingshoek en oriëntatie kunnen daarbij makkelijk worden aangepast.
Sommige modellen hebben een draagbare batterij voor opslag van overtollige energie, of een app voor het beheer via een smartphone.
Vermogens
Plug & play-systemen hebben meestal een lager vermogen dan vaste PV-installaties en kunnen zo'n 300 tot 1.000 kWh per jaar leveren. Daarmee zijn ze over het algemeen geschikt om de baseload van een woning te dekken. Dit basisverbruik omvat het constante verbruik van apparaten die altijd aan staan, zoals de koelkast, internetmodem of standby-apparaten. Voor dit deel van het verbruik hoeft men dan geen stroom meer van het elektriciteitsnet af te nemen, waardoor de elektriciteitsrekening lager is.
In Vlaanderen is er een voorstel om het vermogen van de omvormer te beperken tot maximaal 800 Watt om de elektrische installatie veilig te houden en brandrisico's te vermijden. Dit is nog niet officieel maar het kan binnenkort verplicht worden. De Europese Commissie raadt deze grens ook aan maar het is nog geen wet.
Plug & play-batterijen
Werking en voorschriften
Een plug & play-batterij is een mobiel energieopslagapparaat dat via een gewoon stopcontact kan worden opgeladen, met stroom van het net of van zonnepanelen. Vervolgens voorziet ze elektrische apparaten van de opgeslagen stroom wanneer dit voor de gebruiker het voordeligst is, bijvoorbeeld wanneer de stroomprijzen hoog zijn. Zo is men dus minder afhankelijk van het net en kan men het zelfverbruik verder verhogen.

Het Battery Management System (BMS) optimaliseert daarbij de laad- en ontlaadcycli en garandeert de veiligheid van de gebruiker en het elektriciteitsnet, zoals bij een vaste thuisbatterij. Om te weten wanneer zo’n batterij stroom moet opslaan of afgeven, communiceert ze met de rest van de elektriciteitsinstallatie in huis. Om de Plug-In Battery conform de technische voorschriften van Synergrid te laten opereren, moet een extra meting op de hoofdaansluiting plaatsvinden door een zogenaamde EnFluRi-sensor. Dat is een sensor in de elektriciteitskast die bewaakt wanneer stroom geïnjecteerd wordt. Zo’n sensor vereist in principe een professionele installatie door een elektricien.
Plaatsing en extra's
Deze batterijen kunnen dus via een gewone stekker worden opgeladen, zonder vaste bekabeling naar de elektrische kast. Dit maakt ze bijzonder gebruiksvriendelijk en flexibel inzetbaar.
Wetgeving
Voor plug & play-systemen gelden er vaak minder strenge regels dan voor vaste installaties, zoals verplichte keuringen of het inschakelen van een gecertificeerde installateur in sommige gewesten. Ondanks die eenvoud zijn er wel degelijk nog steeds verplichtingen van kracht, zoals conformiteit met Belgische en Europese normen, de meldingsplicht bij de netbeheerder en eventuele stedenbouwkundige regels.
Normen

Zoals gemeld, gelden de aangepaste regels sinds 17 april 2025. Sinds die datum moeten fabrikanten hun plug & play-toestellen laten goedkeuren volgens de nieuwe norm C10/26. Alleen toestellen die op de officiële lijst van Synergrid staan, mogen worden gebruikt. Deze goedkeuring garandeert de gebruikers dat de toestellen veilig zijn en goed werken op het net.
Plug & play-systemen moeten ook voldoen aan de Belgische veiligheidsregels voor elektrische installaties, die zijn vastgelegd in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). In tegenstelling tot vaste installaties, is er geen verplichte keuring nodig voor men dergelijke toestellen in gebruik neemt (AREI boek 1, hoofdstukken 6.4 en 6.5).
Naast deze Belgische technische eisen, moeten plug & play-toestellen ook voldoen aan de Europese regels. Dit betekent dat ze een CE-markering moeten hebben en er een EU-conformiteitsverklaring bij moet zijn. Zo weet de gebruiker dat het toestel veilig en goedgekeurd is voor gebruik in Europa.
Meldingsplicht
Wie een plug & play-systeem installeert, moet dit melden bij de lokale elektriciteitsdistributienetbeheerder. In Vlaanderen is dat Fluvius, in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Sibelga en in Wallonië ORES, RESA, AIEG AIESH of REW.
In Vlaanderen geldt dat als het vermogen van uw totale installatie ≥ 800 watt is, de registratie verplicht is binnen de 30 dagen na ingebruikname. Voor de overige situaties hangt het af van het type elektriciteitsmeter in huis. Met een digitale meter is het niet verplicht om de plug & play-zonnepanelen aan te melden via MijnFluvius, maar het is wel sterk aanbevolen (om sneller een terugleveringsvergoeding te ontvangen).
Met een analoge meter moet het plug & play-toestel worden aangemeld binnen de 30 dagen na de eerste ingebruikname, zelfs als het vermogen < 800 watt is. Nadien wordt er een digitale meter geplaatst. In afwachting van deze vervanging wordt een prosumententarief toegepast. Wordt er een een plug & play-systeem toegevoegd aan een reeds geregistreerde installatie, dan is er de verplichting om die aan te geven zodra het totale vermogen meer dan 800 watt bedraagt.
Wie het systeem meeneemt naar een ander adres, moet dit melden bij de netbeheerder van zowel het oude als het nieuwe adres.
Stedenbouwkundige regels
Tot slot wordt aangeraden om eerst advies te vragen aan de stedenbouwkundige dienst van de betreffende gemeente, wanneer men bijvoorbeeld zonnepanelen op een terras of balkon wil plaatsen in plaats van op een dak. Sommige gemeenten kunnen specifieke bouwschriften hebben en bovendien kunnen deze regels veranderen. Wie in een appartementsgebouw woont, overlegt best met de syndicus of de vereniging van mede-eigenaars.
Impact voor elektriciens
Plug & play-toestellen hoeven dus voor het gebruik niet te worden gekeurd door een erkend controleorganisme. Meestal kunnen ze door de gebruiker zelf worden geïnstalleerd, zonder hulp van een elektricien of andere vakman. Op het eerste gezicht lijkt dit geen goed nieuws voor de sector.
De eigenaar, beheerder of gebruiker blijft evenwel altijd zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van de elektrische installatie. Hij moet er dus voor zorgen dat de installatie geschikt is om plug & play-toestellen veilig aan te sluiten. Indien nodig, moet hij de installatie laten aanpassen volgens de regels van het AREI.
De nieuwe regelgeving brengt zeker ook nieuwe commerciële kansen met zich mee, voor wie zijn klanten maximaal wil ontzorgen
Wanneer een plug & play-systeem wordt aangesloten op een stopcontact waar ook andere grote apparaten op aangesloten zijn, kan het stopcontact of de bedrading overbelast raken. Dan loopt men risico op brand of schade. Wie hierbij twijfelt of alle risico's wil vermijden, kan natuurlijk steeds raad vragen aan een elektricien. Hij kan ook advies geven over de verschillende merken en productseries.

Daarnaast kunnen professionele installateurs de gebruikers adviseren over de beste plaats en het juiste vermogen van de toestellen, en hen informeren over de geldende regels en administratieve verplichtingen. Zij kunnen uiteraard ook zelf instaan voor een correcte en veilige plaatsing van deze systemen, en de klanten zo maximaal ontzorgen. De nieuwe regelgeving brengt dus zeker ook nieuwe commerciële kansen met zich mee.
Dit artikel kwam tot stand met medewerking van het informatieplatform Pluginfo