OVERUREN IN DE BOUW HOEVEN NIET DUUR TE ZIJN
Specifieke reglementeringen om de arbeidsduur aan te passen aan uw noden
Wanneer kunnen we overuren presteren? Welke systemen bestaan er allemaal? Welk systeem is het belangrijkste en hoe optimaliseert u die? Tijdens een infosessie van Bouwunie in samenwerking met Liantis en Constructiv deden Gerben Vermeulen, Twain De Hondt en Jean-Pierre Waeytens dit juridisch verhaal (PC 124) uit de doeken.

ALGEMENE PRINCIPES
De algemene principes voor de arbeidsduur in de bouwsector gaan uit van een daggrens van 8 u/dag en een weekgrens van 40 u/week waarbij op jaarbasis aan medewerkers zo'n 12 inhaalrustdagen toegekend worden. Er gelden uiteraard nog enkele specifieke wetten, afwijkingen en uitzonderingen op deze algemene begrenzing.
WET BETREFFENDE DE BOUWWERKZAAMHEDEN
Naast deze basisprincipes betreffende de arbeidsduur werd er op 6 april 1960 een verbod tot het uitvoeren van bouwwerken voor 7 u en na 18 u ingevoerd. Ook mag tijdens het weekend als op feest- en vervangingsdagen volgens deze wet niet gewerkt worden.
Verlegging begin en eind werkdag
Dankzij een sectorale cao is het echter mogelijk te werken vanaf 6 u 's ochtends of tot 19 u 's avonds. Deze uitzondering wordt vooral toegepast in geval van extreme weersomstandigheden. Voor deze aanpassing van het uurrooster moeten geen overuren of inhaalrust toegekend worden.
BESCHERMINGSMAATREGEL VOOR WERKNEMERS
Voor we ingaan op de belangrijkste uitzonderingen op de algemene principes van de arbeidsduur bespreken we een beschermingsmaatregel waarmee de wetgever de werknemer probeert te beschermen.
Interne grens
In dit systeem wordt de arbeider tegen zichzelf beschermd zodat hij niet te veel overuren zou doen. Op elk moment binnen de referteperiode mag de werknemer namelijk niet meer dan 143 overuren presteren over de gemiddelde arbeidsduur. Wordt deze maximumgrens op een bepaald moment bereikt, dan moet de medewerker deze uren opnemen als inhaalrust vooraleer hij terug overuren kan presteren. Bij minder dan 143 overuren kan de medewerker die rust opnemen of zich laten uitbetalen.
De eerste 130 overuren genieten van fiscale gunstmaatregelen. Indien er sprake is van een check-in-at-work werf kunnen nog 50 extra overuren van deze gunstmaatregelen genieten
FISCALE GUNSTMAATREGELEN
De volgende systemen vallen onder fiscale gunstmaatregelen, waarbij KB 213 als het neusje van de zalm gezien wordt voor zowel werknemer als werkgever.
FIscaal mechanisme
Het fiscaal mechanisme laat zich vrij vertalen in een onmiddellijke belastingvermindering voor de arbeider (op het einde van de maand) en een vrijstelling voor doorstorting van een bedrijfsvoorheffing voor de werkgever. Dit systeem is echter enkel geldig op de eerste 130 overuren waarop een wettelijke verplichte toeslag (20% - 50% - 100%) op overuren geldt. In het geval van een vrijwillig door de werkgever toegekende toeslag of in het geval dat de medewerker kiest om de overuren in recuperatie op te nemen, geldt deze regel niet. Dankzij het fiscaal mechanisme houdt de werknemer dus een groter nettoloon over en betaalt de werkgever een kleinere loonkost.
Noot: Als uitzondering geldt dat er naast de 130 overuren ook nog eens 50 extra overuren van deze belastingvermindering kunnen genoten worden indien deze laatste 50 op een check-in-at-work-werf gepresteerd worden.

Kb 213 Op weekdagen
Met behulp van KB 213 is het mogelijk om medewerkers een extra uur te laten werken (maximum 180 dagen per jaar) tijdens de zomerperiode of een periode van intense activiteit. De werknemer in kwestie heeft dan zelf de keuze (via schriftelijk document) of hij de overuren uitbetaald wil krijgen (met een toeslag van 20%) of wil opnemen als inhaalrust (dag van recuperatie zelf te kiezen). Voor de laatste 50 uur moet er echter een bijkomende procedure gevolgd worden. Er dient een protocol tot toetreding ingediend te worden waarbij minimum één arbeider, de vakbondssecretarissen en de werkgever deze dienen te tekenen. De overeenkomst is een jaar geldig en wordt stilzwijgend verlengd. Bovendien geldt dat het fiscaal mechanisme op deze KB 213 toegepast kan worden. Dit geldt op de eerste 130 uren en op de bijkomende 50 uren indien gewerkt wordt met een elektronische aanwezigheidsregistratie op de werf zelf. Dit maakt de KB 213-regeling het beste systeem voor de werknemer aangezien de belastingvermindering ervoor zorgt dat hij minder belastinggeld moet betalen. Ook voor de werkgever is dit een interessant systeem aangezien de loonkost met overuren dankzij het fiscaal mechanisme amper verschilt met de normale loonkost.
Kb 213 zaterdagwerk
Het principe van het luik zaterdagwerk is dat van de 180 beschikbare overuren, 96 overuren ingezet kunnen worden op zaterdagen met een verplichte toeslag van 50%, ongeacht hij/zij recupereert of niet. Voor zaterdagwerk moet er door de werkgever wel een geldige motivatie gegeven worden. De voorwaarden voor zaterdagwerk komen overeen met de voorwaarden die ook geldig zijn op KB 213 op weekdagen. Een uitzondering is dat er op de werf het document van vrijwilligheid aanwezig moet zijn waarop de handtekeningen van zowel werknemer als werkgever moeten staan.
Van de 180 beschikbare overuren, kunnen 96 overuren ingezet worden op zaterdagen met een verplichte toeslag van 50%
UITZONDERINGSMAATREGELEN
In principe is de wetgever afkerig van overuren, tenzij u beroep kan doen op uitzonderingen. In dat geval moet in principe een overloon of inhaalrust voorzien worden in hoofde van de werknemer. In het geval van inhaalrust moet deze ingehaald worden voor er sprake kan zijn van economische werkloosheid. De belangrijkste uitzonderingen op een rij:
Uitzondering 1: verre werven
Een van de uitzonderingen betreft de arbeid die gepresteerd wordt op verre werven. Wanneer werknemers niet dagelijks terug naar huis kunnen keren omdat de werf ver gesitueerd is, wordt door de wet toegestaan dat de werknemers 10 uur per dag werken. De maximale grens per week van 40 u/week moet wel gerespecteerd worden. Belangrijk is dat medewerkers hier geen overloon of inhaalrust betaald dient te worden. Voor de bouwsector komt daarbij dat alle werknemers van deze uitzondering kunnen genieten als de meerderheid van de werknemers op de werf niet elke dag naar de verblijfplaats kunnen terugkeren.
Uitzondering 2: voor- en nawerk
Deze uitzondering laat u toe om uw werknemers 1,5 u/dag (waarbij een weekgrens van 50 u/week gerespecteerd dient te worden) meer te laten presteren voor de uitvoering van onder andere het bedrijfsklaar maken, onderhoud of schoonmaak van machines, veiligheidsvoorzieningen op werf aanbrengen of wegnemen … Bij deze uitzondering gelden de regels van de interne grens en wordt er overloon en verplichte inhaalrust opgelegd.
Uitzondering 3: buitengewone vermeerdering van werk
Stel dat uw werkzaamheden op de werf in het gedrang komen te staan omwille van slechte weersomstandigheden - dat is in België niet zo moeilijk voor te stellen - dan kan deze uitzondering in het leven geroepen worden. Met behulp van deze uitzondering kan men namelijk de maximale daggrens uitbreiden naar 11u en de weekgrens naar 50 u/week. Bij deze uitzondering geldt de interne grens en wordt overloon en inhaalrust voorzien.
Stel dat de werkzaamheden op de werf in het gedrang komen omwille van slechte weersomstandigheden dan kan de maximale daggrens worden uitgebreid naar 11 u en de weekgrens naar 50 u per week
Uitzondering 4: onvoorziene noodzakelijkheid
Deze uitzondering treedt in werking in het geval dat er op de werf ingespeeld dient te worden op onvoorziene dringende obstakels. Voor deze uitzondering gelden dezelfde regels als die van de 'buitengewone vermeerdering van werk', behalve dat de toestemmingsvereisten in dit geval vervangen worden door een melding na de feiten.
Uitzondering 5: voorkomen of dreigend ongeval
In het geval van een urgent, dreigend ongeval, kunnen overuren gepresteerd worden (denk aan een muur die op instorten of een pijpleiding die op barsten staat). Voor deze uitzondering geldt geen maximale dag- en weekgrens. Daarnaast geldt echter wel een inhaalrust en interne grens, behalve als de werknemers op het eigen bedrijf een urgente situatie verhelpen. In dit laatste voorbeeld is enkel overloon verschuldigd.
Uitzondering 6: vrijwillige overuren
Op 15 maart 2017 deed de wet werkbaar en wendbaar werk (Wet Peeters) zijn intrede in de bouwsector. In dit systeem kan de werknemer zelf aangeven overuren te willen doen op door de werkgever gekozen momenten in de referteperiode. De maximale grenzen van dit systeem liggen op een daggrens van 11 u/dag, een weekgrens van 50 u/week en een jaargrens van 100 u/jaar. De gepresteerde overuren worden altijd uitbetaald. Inhaalrust is hierop dus niet van toepassing.
FLEXIBILITEIT
Voor sommige bedrijven is het systeem van overuren presteren en uitbetalen echter geen optie. Bedrijven die te kampen hebben met drukke periodes afgewisseld met minder drukkere periodes vinden in het systeem van de kleine of de grote flexibiliteit soelaas. In drukke periodes wordt er in dit systeem dagelijks meer uren gepresteerd die daarna in mindering gebracht worden onder de vorm van daluren tijdens kalme periodes. Op die manier komt u opnieuw uit op een gemiddelde van 40 u/week.
Belangrijke noot: Het presteren van overuren (met een toeslag van 50% of 100%) in dit flexibele systeem is ook nog altijd een mogelijkheid. Denk maar aan onvoorziene noodzakelijkheden en het voorkomen van ongevallen in dal- en/of piekperiodes.

Kleine flexibiliteit
Wanneer een bedrijf te kampen heeft met kleine dal- en piekperiodes biedt de kleine flexibiliteit een oplossing. U betaalt namelijk geen overuren (de werknemer verdient het loon van een gemiddelde 40 uren week) en beperkt bovendien de tijdelijke werkloosheid van uw werkkrachten. De maximale daggrens ligt op 9 u/dag en de weekgrens op 45 u/week binnen één referteperiode.
Grote flexibiliteit
De grote flexibiliteit biedt voor de werkgever meer mogelijkheden. Deze laat namelijk afwijkingen toe op de daggrens van 9 u/dag en de weekgrens van 40 u/week. Daarbovenop wijkt het ook af van het verbod op zaterdag-, zondag-, feestdagen- en nachtarbeid. Met andere woorden: de maximale daggrens ligt op 12 u/dag en er is geen maximale weekgrens zolang er een periode van 35 u rust per week voorzien wordt. Met andere woorden: een kleine flexibiliteit met wat meer mogelijkheden.
Flexibele arbeidsweek 9u/dag
Er zijn echter twee extra sectorale regelingen in de bouwsector die de kleine flexibiliteit toepassen op basis van de wetgeving van de grote flexibiliteit. De eerste daarvan is de flexibele arbeidsweek 9 u/dag. Het principe van dit overurensysteem, waarbij 1 u/dag extra gepresteerd mag worden, is dat u ook kan genieten van een voordeel van de sector. Er moet namelijk geen toeslag betaald te worden, wel moet er inhaalrust toegestaan worden, dit in plaats van dalroosters. Deze inhaalrust dient bij voorkeur ingepland te worden op momenten van tijdelijke werkloosheid, met name tijdelijke werkloosheid wegens slechte weersomstandigheden of tijdelijke werkloosheid wegens economische redenen. Op het einde van de referteperiode dienen werknemers alles gerecupereerd te hebben.
Flexibele arbeidsweek 10u/dag
Naast de flexibele arbeidsweek 9 u/dag (+ 1 u) voorziet deze regeling in exact hetzelfde, met dat verschil dat er 10 u/dag (+ 2 u) gewerkt mag worden. Het grootste verschil is dat hier wel gewerkt mag worden met dalroosters.