LEDIG UW VETAFSCHEIDERS OP HET JUISTE MOMENT
Vetlaagdiktemeters verlagen ledigingskosten
Voedingsverwerkende bedrijven die in hun productieproces met oliën en vetten werken, zijn bij wet verplicht om die substanties te filteren via vetafscheiders. Organische oliën en vetten vreten aan leidingen, kunnen verstoppingen en geurhinder veroorzaken, en vormen een extra belasting van de waterzuiveringsinstallaties. Tijdig afvoeren is dus de boodschap, maar ook niet te vaak. Vetlaagdiktemeters helpen om de ledigingsintervallen te optimaliseren en zo ledigingskosten minimaal te houden. Ook andere accessoires dragen bij tot een efficiëntere reiniging of onderhoud.
BELANG VAN VETAFSCHEIDING
Als vetten en oliën in het afvalwater achterblijven, kunnen problemen optreden zoals verstopte leidingen, aantasting van machines en materiaal, giftige dampen en onaangename geuren die leiden tot een ongezonde of zelfs wettelijk ontoelaatbare werksfeer. Ook ons openbare rioolstelsel en waterzuiveringsmaatschappijen hebben daaronder te lijden. Een efficiënte opvang en afvoer van afvalwater zijn dus onontbeerlijk voor voedingsverwerkende bedrijven. Hieronder focussen we op vetafscheiders voor inbouw in de grond.
WERKINGSPRINCIPE
Vetafscheiding is gebaseerd op de zwaartekracht. Vetten en oliën hebben een lagere massadichtheid dan die van water en gaan daarin bovendrijven. Bestanddelen met een grotere massadichtheid dan die van water zinken naar de bodem van de afscheider. Geëmulgeerde en gedispergeerde oliën en vetten kunnen in vetafscheiders niet of slechts beperkt worden tegengehouden. Naar een vetafscheidingssysteem mag trouwens alleen afvalwater worden gevoerd waaruit organische vetten en oliën moeten worden tegengehouden. Het vethoudende afvalwater mag afkomstig zijn van vloerafvoeren met stankslot, afwateringsgoten, gootstenen, aanrechten, afwasmachines en tanks. Regenwater en afvalwater (met lichte vloeistoffen van minerale oorsprong) mogen niet worden aangevoerd.
In de meeste gevallen wordt de volledige inhoud van de afscheider verwijderd door een ledigingsvrachtwagen. Na de scheiding gaat het voorbehandelde water richting riolering, eventueel met behulp van een opvoerpomp. De afscheider moet vóór de heringebruikname met water gevuld worden tot aan de overloop van de afloop. Als het waterpeil onder het niveau van de terugstuwing ligt (gewoonlijk straatniveau), is een actieve terugstuwbeveiliging (hevelinstallatie of pompstation) nodig.
MAANDELIJKSE LEDIGING VERPLICHT
Aangezien de vetlaag en de sliblaag aandikken, moet de vetafscheider op geregelde tijdstippen geleegd worden. Indien niet anders voorgeschreven, moeten de slibvangruimtes (onderin) en afscheiders conform EN 1825-2 minstens één keer per maand worden geledigd, gereinigd en met vers water worden gevuld. De EN 1825 is een geharmoniseerde norm en vereist voor elke afscheider een Declaration of Performance (DoP)-certificaat dat de conformiteit garandeert.
In de praktijk kiezen de meeste bedrijven er om begrijpelijke redenen voor om de ledigingsintervallen zo lang mogelijk te houden, zeker in het geval van afvalwater met relatief lage vetgehaltes. De exploitant moet dan echter kunnen aantonen dat bij het gekozen ledigingsinterval de opslagcapaciteit niet wordt overschreden.
VOLAUTOMATISCH LEGEN EN REINIGEN VERLENGT ONDERHOUDSINTERVALLEN
Afscheiders zijn in te delen op basis van hun ledigingswijze (via toezichtdeksel of vaste ledigingsbuis) en reinigingswijze. Bij basismodellen gebeurt dat laatste met een slang via het geopende toezichtdeksel, wat onvermijdelijk tot geurhinder leidt. Bij meer gesofisticeerde modellen nemen sproeikoppen binnenin de reiniging voor hun rekening, waardoor de operators gespaard blijven van het opmerkelijke aroma. De reiniging wordt dan manueel of automatisch aangestuurd. Tijdens het scheidingsproces groeit de vetlaag tussen de aan- en afvoer van de afscheider. Wanneer die vetlaag uithardt, belet dat de periodieke lediging van het afvalwater. Om dat te verhinderen, werd er een systeem ontworpen met een sterke hogedrukpomp met sproeier (175 bar) dat zorgt voor een vermenging van de inhoud van de vetafscheider totdat het vet en het slib kunnen worden afgevoerd. Bij bepaalde modellen kunnen grotere harde bestanddelen in het afvalwater zoals botten, stukken plastic, touw, schillen e.d. worden fijngehakt in een vermalingspomp. Tijdens dat proces wordt de gehomogeniseerde inhoud van de tank met grote kracht opnieuw in de scheidingskamer gespoten. Zo worden afvalresten en aangekoekt vuil aan de binnenkant van de tankwanden verwijderd, wat de binnenkant van de vetafscheider tussen de ledigingen door helpt reinigen en mede het aanvreten van de wand helpt beperken.
MATERIAAL BEPAALT LEVENSDUUR
Afhankelijk van de keuze voor inbouw of opbouw bestaan er verschillende mogelijkheden qua materiaalkeuze voor de vetafscheider. Bij de inbouw kan men kiezen voor een betonnen behuizing met aan de binnenzijde een meerlaagse zuurbestendige epoxycoating of een PE-binnenbekleding met voorgevormde verankeringsnoppen ter bescherming van het beton. PE is duurder, maar zuurbestendiger en quasi onderhoudsvrij. Betonnen afscheiders vereisen in elk geval een binnenbekleding. Als die ontbreekt, dringen er vetzuren in de betonstructuur door, wat aanzienlijke kosten kan meebrengen bij een eventuele renovatie of sanering (vervuild beton is niet te recycleren). Een andere optie voor inbouw zijn vetafscheiders waarvan de behuizing volledig bestaat uit HDPE (High-density polyethylene …). Die wegen minder (installatiegemak), maar zijn minder bestand tegen hogere grondwaterstanden (boven het afvoerniveau). De betonnen bekkens moeten niet enkel het opdrijven door drukkend grondwater kunnen weerstaan, maar moeten bovendien belastbaar zijn voor zwaar verkeer.
ACCESSOIRES
Er bestaan verschillende accessoires als aanvulling op de installatie, voor een efficiëntere reiniging en onderhoud (langere levensduur), en dat zowel voor de inbouw- als opbouwmodellen.
Telescopisch opzetstuk
Het is van belang voor de levensduur van ingebouwde vetafscheider dat elke belasting veroorzaakt door de passage van zware voertuigen geleidelijk in de ondergrond wordt weggeleid. Daartoe voorzien fabrikanten zelf een constructie met betonplaat en een telescopisch opzetstuk. Dat zorgt voor een glijconstructie waardoor er geen belasting op de afscheider wordt overgebracht. Zo blijven de water- en gasafdichting ook bij inklinking gewaarborgd.
Hevelinstallaties voorkomen vetafzetting
Bij de toepassing van een klok- of drukbuissturing bestaat het risico op vetafzetting of condensvorming, wat de sturing negatief beïnvloedt. Zelfs na het afscheidingsproces blijven er beperkte hoeveelheden vet in het behandelde afvalwater achter die mee de riolering in verdwijnen. Een standaardopvoerpomp zal het in die toepassing snel begeven. Om dat te verhelpen, ontwikkelden fabrikanten een extern, microcompressorgestuurd, luchtbel-inblaassysteem, voor een betrouwbare, vetvrije werking van de niveausturing. Het betreft een minicompressor die luchtbelletjes creëert, zodat er zich geen verontreinigingen kunnen afzetten in de pitotbuis, bedoeld voor plaatsing achter een vetafscheider.
Warmte terugwinnen uit afvalwater
Met een warmtewisselaar kan men warmte terugwinnen uit het afvalwater dat de vetafscheider passeert. Die kostbare warmte kan zo op meerdere manieren worden hergebruikt; voor bijvoorbeeld gebouwverwarming.
Vetlaagdiktemeters
Een vetlaagdiktemeter (op basis van een ultrasone sensor) biedt een exacte controle en een automatische melding van de vetlaagdikte en de temperatuur in een vetafscheider. Zo kunnen ledigingskosten bespaard worden
aangezien de tank maximaal gevuld kan worden vooraleer er geledigd moet worden. Een eenvoudiger alternatief voor deze vetlaagdiktemeter is een kijkglas.
WERKING VAN VETLAAGDIKTEMETER
- De vetlaagdiktemeter is verbonden met de uitgang van de afscheider.
- De sensor zit in de onderste 'vinger' en verstuurt opwaartse ultrasone signalen.
- De onderkant van de uitgang (afhankelijk van het afscheidertype) dient als referentiepunt voor de meting (bv. 350 mm).
- Hoe dikker de vetlaag, hoe sneller het signaal het traject van de vinger tot de onderkant van de vetlaag aflegt.
- Die tijd wordt automatisch omgezet naar een afstand (bv. 300 mm).
- De afstand wordt dan afgetrokken van de referentiedimensie (350 - 300 = 50) en vermenigvuldigd met factor 1,1 (dus 50 * 1,1 = 55 mm).
- Die factor brengt het verschil in dichtheden tussen water en vet in rekening. De berekende waarde komt overeen met de vetlaagdikte en is af te lezen op de bedieningsunit.
