Tot 7 lagen van onderaanneming op 1 werf
Onderaannemingsketens in de Belgische bouwsector in kaart gebracht

Nieuw onderzoek van HIVA-KU Leuven brengt voor het eerst de omvang en het profiel van onderaannemingsketens bij bouwwerken in België in kaart. Onderaanneming stelt aannemers in staat beroep te doen op expertise waarover zij niet beschikken, bouwopdrachten flexibel te organiseren en kosten onder controle te houden.
Het gebruik ervan heeft soms ook een keerzijde: gebrekkige kwaliteit, een gebrek aan transparantie en verantwoording, slechte werkomstandigheden, … Dit onderzoek laat toe om een beter zicht te krijgen op het fenomeen.
Voor het eerst zicht op diepte en breedte van ketens
“Ondanks de aandacht voor het onderwerp in het publieke, politieke en wetenschappelijke debat, zowel op Belgisch als Europees niveau, is er geen informatie beschikbaar over de gemiddelde omvang en het profiel van onderaannemingsketens in de bouwsector”, zegt onderzoekster Lynn De Smedt van HIVA-KU Leuven. “Onze studie biedt voor het eerst inzicht in de diepte en breedte van deze ketens in de Belgische bouwsector alsook op het land van vestiging van de hoofd- en onderaannemers in deze ketens.”
De grootste keten die in de aangiften van werken werd gemeld, bestaat uit 188 onderaannemers in totaal
Complexe onderaannemingsketens: regel of uitzondering?
De instorting van een school in opbouw in Antwerpen en de Borealis-zaak, waar op een bouwwerf tientallen slachtoffers van mensenhandel werden aangetroffen, zijn twee recente voorbeelden van situaties waarbij het grondig fout liep met complexe structuren van onderaannemers.
“De vraag stelde zich dan ook of lange en complexe onderaannemingsketens op onze bouwwerven eerder regel dan uitzondering zijn. Op basis van ons onderzoek kan hier nu een genuanceerd antwoord op geformuleerd worden”, zegt onderzoeker Frederic De Wispelaere van HIVA-KU Leuven.
“De resultaten van onze studie zijn bovendien nuttig voor het huidige debat op Belgisch en Europees niveau omtrent de inperking van onderaannemingsketens in de bouw. Ons onderzoek toont aan dat er best niet enkel naar de lengte, maar evenzeer naar de breedte van de onderaannemingsketen gekeken wordt”, zegt onderzoekster Lynn De Smedt.
Grootte van de onderaannemingsketens
Een onderaannemingsketen bij een aangifte van werken van € 500 000 of meer telt gemiddeld 1,6 hoofdaannemers en 16,5 onderaannemers. Ongeveer 30% van de onderaannemingsketens op deze grote bouwwerven heeft zelfs 20 of meer onderaannemers in de keten. De grootste keten die in de aangiften van werken werd gemeld, bestaat uit 188 onderaannemers in totaal.
Verticale structuur van de onderaannemingsketens

De lengte van een onderaannemingsketen bij een aangifte van werken van € 500 000 of meer telt gemiddeld 1 niveau van hoofdaannemers en 2 niveaus van onderaannemers. Eén op vijf onderaannemingsketens op grote bouwwerven telt zelfs 3 of meer niveaus van onderaannemers. De langste keten die in de aangiften van werken werd gemeld, bestaat uit 7 niveaus van onderaannemers.
Horizontale structuur van de onderaannemingsketens
De horizontale dimensie geeft informatie over het aantal onderaannemers dat op elk verticaal niveau actief is. Bij aangiften van werken waarbij een bedrag van € 500 000 of meer van toepassing is, is gemiddeld 57% van de onderaannemers actief op het eerste niveau van onderaannemers (niveau 2) en 34% op het tweede niveau van onderaannemers (niveau 3). Het eerste niveau van onderaannemers (niveau 2) telt gemiddeld 9,4 onderaannemers en het tweede niveau van onderaannemers (niveau 3) telt gemiddeld 9 onderaannemers.
Land van vestiging van de hoofd-/onderaannemers
Tenslotte werd een analyse gemaakt van het land van vestiging van de hoofd/onderaannemers gerapporteerd in de aangiften van werken. Bijna alle hoofdaannemers zijn gevestigd in België (97% bij aangiften van werken waarbij een bedrag van € 500 000 of meer van toepassing is). Bij de onderaannemers is het aandeel van buitenlandse ondernemingen veel groter. 22% van de onderaannemers gerapporteerd in de aangiften van werken van € 500 000 en meer zijn in het buitenland gevestigd, voornamelijk in Polen.
“Hoe lager in de onderaannemingsketen, hoe hoger het aandeel buitenlandse onderaannemers”, zegt onderzoeker Frederic De Wispelaere. “Op het vierde niveau van onderaanneming is zelfs 40% van de onderaannemers gevestigd in het buitenland, waarvan 24% in Polen.” “Buitenlandse onderaannemers zijn niet meer weg te denken op onze Belgische bouwwerven. Onze studie toont aan dat 55% van de onderaannemingsketens op grote bouwwerven ten minste 1 buitenlandse onderaannemer telt.”
Onderzoeksmethodologie
Bij ‘werken in onroerende staat’, bouwwerken dus, vanaf € 5 000 met minstens één onderaannemer (of vanaf € 30 000 zonder onderaannemer) dient de hoofdaannemer op wie de opdrachtgever beroep doet, aangifte te doen van deze werken en van de betrokken onderaannemers bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). HIVA-KU Leuven heeft de aangiften van werken die lopende waren in 2022 geanalyseerd, met een bijzondere aandacht voor deze met een bedrag van € 500 000 of hoger. Hoewel deze drempel arbitrair is, maakt het een analyse van grotere bouwwerken mogelijk (voornamelijk B2B). Bovendien is bij werken in onroerende staat een aanwezigheidsregistratie op de werf verplicht (Checkinatwork) wanneer het totale bedrag gelijk is aan of hoger dan € 500 000.
Ondanks het feit dat er sancties worden opgelegd wanneer deze werken niet of te laat gemeld worden, zullen deze mogelijks niet, of niet volledig, gerapporteerd worden bij de RSZ en kunnen de analyses en resultaten van ons onderzoek dus afwijken van de werkelijke omvang en het profiel van onderaannemingsketens bij bouwwerken in België.
Bron: HIVA-KU Leuven